Waar zijn de daadkrachtige bestuurders die ons kunnen behoeden voor een vergunningen-infarct?  

WW Jongedijk 26 oktober 2024
Ondernemers in allerlei sectoren zitten met de handen in het haar omdat de vergunningverlening hapert. Foto: YouTube

De haven van Rotterdam is zo’n beetje de economische kurk waar ons land op drijft. Rond 400.000 banen bij meer dan 3.500 bedrijven zijn verantwoordelijk voor een toegevoegde waarde van zo’n 6 procent.

In de huidige, onzekere geopolitieke tijden moet de Rotterdamse haven zichzelf ook nog eens opnieuw zien uit te vinden als gevolg van klimaatverandering, energietransitie en ongelijke concurrentie vanuit het buitenland. Er is bovendien een onderschat probleem waar we als Nederland zélf veel aan kunnen doen: het vergunningen-infarct.

Om de irritante spaak uit het toestemmingswiel te halen, wordt vanuit de haven van Rotterdam gepleit voor een Transitiewet. Vergunningverlening kan dan vlotter verlopen waardoor het verduurzamen van bedrijven en upgraden van de energie-infrastructuur sneller van de grond komen.

Antwerpen loert

Rotterdam beseft dat de huidige situatie funest is. Er wordt zelfs gesproken over de-industrialisatie, lees: vermindering van industriële activiteit en capaciteit. Grote concurrent Antwerpen loert op de krenten uit de industriële pap met een soepeler milieubeleid: veertig procent minder CO2-uitstoot in 2030, in plaats van de 49 procent die ons land nastreeft.

Daarnaast is er een groeiend verschil in energieprijzen ten voordele van ons omringende landen. Terwijl industriële bedrijven in ons land 95 euro per megawattuur aftikken, is de concurrentie in België 41 procent voordeliger uit, die in Duitsland 52 procent en Frankrijk maar liefst 66 procent. Dat was de stand van zaken afgelopen april.

Een deze zomer uitgevoerde studie in opdracht van energie-intensieve bedrijven, zoals BP, Chemelot, Nyrstar, Sabic, Shell en Tata Steel wijst zelfs uit dat de tarieven in België, Duitsland en Frankrijk vandaag de dag tot 80 procent lager kunnen liggen.

De chemie in het Rotterdamse havencomplex heeft het ongekend zwaar. Zes kwartalen krimp op rij en in sommige gevallen zelfs stilvallende productie en sluitingen – zoals Indorama, producent van petflessen – liegen er niet om.

In een alarmerende brief aan de Tweede Kamer luidt Deltalinqs, de ondernemersorganisatie die de belangen behartigt van meer dan 95 procent van alle logistieke, haven- en industriële bedrijven in de Mainport Rotterdam, de noodklok.

Het resultaat van stroperige vergunningverlening, torenhoge energieprijzen en een overheid die afspraken en toezeggingen niet altijd nakomt, is dat alsmaar meer bedrijven de Rotterdamse haven mijden.

Voorbeelden van de afgelopen jaren: Borealis (recycling van kunststoffen), Covestro (fabrikant kunststoffen), Ineos (petrochemie), Kaneka (materialen onder meer voor gezondheidszorg) en Nippon Shokubai (producent van super-absorbers). Zij gaven de voorkeur aan Antwerpen in plaats van Rotterdam. Miljarden aan investeringen vloeiden daardoor naar onze zuiderburen.

Bovendien baren gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnet, tekort aan stikstofruimte, het ontbreken van toekomstbestendige regels en een grote vraag naar technisch geschoolde vakkrachten (enige duizenden) Deltalinqs zorgen. Alleen een gerichte strategie kan dat oplossen.

Wateraansluitingen in gevaar

Ook in andere sectoren zitten ondernemers in ons land met de handen in het haar, vooral waar het gaat om vergunningverlening. Onder de vaderlandse bodem bevindt zich volgens deskundigen voldoende water om in de eigen behoefte te voorzien. Het vooruitzicht is echter dat lang niet alle nog te bouwen woningen een wateraansluiting kunnen krijgen, evenals nieuw op te richten bedrijven. Ook waterlevering aan grootverbruikers kan een onzekere factor worden.

Zeven van de tien waterleidingbedrijven in ons land balanceert op het randje van de reserves. Begin dit jaar werd een duister scenario helder. In Den Haag lopen nieuwbouwplannen voor woningen gevaar en in Noord-Brabant kan op sommige plekken tijdelijk geen drinkwater uit de kraan komen.

Voor het aanboren van nieuwe bronnen zijn vergunningen nodig en net als in de haven van Rotterdam wringt hier de schoen. Waterleidingbedrijven zijn voor vergunningen afhankelijk van provincies die de tijd nemen voor een gedegen belangenafweging, zoals de toestand van de natuur en het voorkomen van schade aan woningen.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft vanwege de trage gang van zaken de provincies eerder dit jaar gewezen op hun zorgplicht uit de Drinkwaterwet om voor de noodzakelijke randvoorwaarden te zorgen.

In de huisvestingsector is het niet anders. Er is grote behoefte aan woningen om jongeren de kans te geven een gezin te stichten. Velen zitten noodgedwongen nog thuis bij vader en moeder – tot aan hun dertigste is al geen uitzondering meer. Ook hier doet zich het vergunningeninfarct gelden.

Arno Visser, voorzitter van Bouwend Nederland, de vereniging van 4.600 aangesloten bouw- en infrabedrijven, zei in het televisieprogramma WNL op Zondag dat niet het gebrek aan wetgeving ertoe heeft geleid dat het woningtekort in ons land inmiddels de 400.000 is gepasseerd, maar het gebrek aan afgegeven bouwvergunningen. ‘Als er niet meer dan 66.000 vergunningen worden afgegeven, al twee jaar achterelkaar, is het streven om iedere twaalf maanden honderdduizend woningen te bouwen heel ver weg.’

Daadkrachtige bestuurders

Om het vergunningeninfarct als het ware te dotteren, pleit de Rotterdamse haven voor een Transitiewet. Het uitgangspunt daarbij is om meer vaart te brengen in planontwikkeling. Dat werd eerder gepoogd met de Crisis- en Herstelwet uit 2010 met als doel versnelling van infrastructurele bouwprojecten en projecten op het gebied van duurzaamheid, energie en innovatie.

Het daarbij afwijken van bestaande wet- en regelgeving ligt bij sommigen in politiek en maatschappij gevoelig uit vrees dat rechtsbescherming onvoldoende is gegarandeerd, wat de invoering ervan kan bemoeilijken.

Bouwend Nederland vindt een Crisiswet niet nodig en ziet liever daadkrachtig bestuurders die het simpel houden. ‘Het is geen wetgevings-, maar een uitvoeringsprobleem. Geef gewoon die vergunningen af.’

Theo Jongedijk is journalist.   

Wynia’s Week  verschijnt altijd, drie keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!