De oneindige domheid van de term ‘domrechts’

hans
Dat de explosieve groei van de PVV grotendeels gelijk op is gegaan met de opkomst van de door Volkskrant-colmunist Sander Schimmelpenninck frequent gebezigde term ‘domrechts’ valt moeilijk te ontkennen. Beeld: YouTube.

De realiteit van mensen die gedrag analyseren, ligt tegenwoordig mijlenver af van mensen die gedrag vertonen. De eerste groep zit veelal in de vergaderruimtes van grote kantoren naar een modelwerkelijkheid te staren en probeert uit commerciële of beleidstechnische overwegingen (duurzaamheid, efficiency, betere service, meer bereik) inzicht te krijgen in de binnenkomende gedragsdata. Terwijl de tweede groep in de reële werkelijkheid rondloopt en zich een weg probeert te banen in een bureaucratische samenleving die hoofdzakelijk door de eerste groep is volgepropt met allerlei regels en regelingen. Grofweg kun je stellen dat de eerste groep, mede dankzij voortschrijdende technologie, steeds machtiger wordt en steeds meer controle kan en wil uitoefenen ten koste van de bewegingsvrijheid van de tweede groep.

Wie een onderbouwing wil van het voorgaande hoeft alleen maar de electorale kaart van Nederland erbij te pakken. De wingewesten van GroenLinks-PvdA liggen tegenwoordig uitsluitend nog in de stedelijke agglomeraties, met de enclave Bloemendaal als even veelzeggende als pikante uitschieter. Daar zitten de mensen die zich dagelijks, met een riant witteboordensalaris, afvragen ‘hoe het verder moet’ en ‘wat de planeet nog aankan’. En met hun gevulde portemonnee hebben zij de mogelijkheden om de zelf opgeworpen vragen te beantwoorden door zonnepanelen aan te schaffen, elektrische auto’s te kopen en bij de supermarkt of alternatieve bio-winkels verantwoord voedsel in te slaan.

Hoewel daar op zichzelf niks tegen is, leidt het tot zelfgenoegzame claims op alwetendheid en naakte bemoeizucht die voor mensen buiten die groep, veelal in de provincie wonend, niet meer te harden zijn. Zeker niet als blijkt dat de Bloemendalers en aanverwante lui de weg naar Schiphol nog net zo goed weten te vinden als tien of twintig jaar geleden. Hashtag #hypocrisie.

Hoe ‘dom’ het politieke discours binnentrad

Tegen deze achtergrond hoeft het totaal niet te verbazen dat de term ‘dom’ het politieke discours binnen is getreden. De eerste groep, die ook in de privéomgeving (relatie, opvoeding, genderrollen) hartstochtelijk analyseert en moraliseert, begint het langzaam beu te worden dat de tweede groep, die de handen vol heeft binnen de wettelijke kaders te overleven en hier en daar nog een pleziertje te scoren, niet hartstochtelijk intekent voor een politiek-correcte, multiculturele, genivelleerde, preutse, vuurwerkloze en van elke andere opwinding verstoken maatschappij. (Bekertje op de grasmat? Staken die Eredivisiewedstrijd!). En, tja, als je zo’n vlak geschuurde toekomst dus niet ziet zitten, dan ben je in de ogen van de eerste groep, en zeker in de ogen van hun briesende aanvoerder die wekelijks een column afscheidt in de Volkskrant, ‘domrechts’.

De Franse bestsellerschrijver Michel Houellebecq, die eerder moslimaanslagen en de opkomst van de gele hesjes correct voorspelde en al tijden geroemd wordt om het aanvoelen van maatschappelijke onderstromen, heeft altijd een scherp oog gehad voor de kilte in de westerse samenleving. In zijn laatste interview (hier gepubliceerd in Het Financieele Dagblad) hekelt hij de machtsuitoefening van de theoretisch geschoolden, die zijns inziens een veel taaiere en arrogantere greep op de macht hebben dan, bijvoorbeeld, de adel zoveel eeuwen geleden. Behalve hun geboorte had de adel niets in handen om hun machtsbehoud te rechtvaardigen, meent Houellebecq. ‘Hedendaagse elites daarentegen,’ constateert hij, ‘claimen intellectuele en morele superioriteit.’ In het licht van dit citaat is de term ‘domrechts’ niets meer of minder dan een instrument om die eigen moraliteit boven elke discussie te verheffen en de bevolking te delegitimeren daar iets tegenover te zetten.

Houellebecq geeft op zijn beurt openlijk toe schatplichtig te zijn aan de Amerikaanse historicus Christopher Lasch (1932-1994), die hij in hetzelfde interview omschrijft als iemand ‘die zijn tijd ver vooruit was’ en onlangs ook door Ronald Plasterk enthousiast werd geciteerd. Begin jaren negentig was Lasch een van de weinigen die niet een ontevreden bevolking aanwees als toekomstige aanjager van sociale onrust, maar een ontevreden bovenlaag die niet kan verkroppen dat gewone mensen hun door rein- en zuiverheid gedomineerde levensstijl niet willen kopiëren. En al zeker niet om die reden uitgescholden willen worden voor ‘domrechts’.

Ook te midden van de huidige migratieperikelen vliegt de term ‘domrechts’ weer veelvuldig in de rondte. Waar grote delen van de bevolking, in merendeel praktisch geschoolden, het druk zat heeft om hun reguliere verplichtingen te voldoen en van migranten grosso modo verwacht dat ze meedoen aan onze westerse maatschappij, blijven de theoretisch geschoolden en hun geestverwanten de migrant op voorhand presenteren als een ‘verrijking’ die ons allen noopt, vinden zij, in de spiegel te kijken en onze westerse waarden te heroverwegen.

Buitengewoon ineffectief

Heb je daar geen tijd voor of geen zin in, of zie je intellectueel geen reden tot die heroverweging, dan val je wederom in het pulletje ‘domrechts’. En o wee als je al of niet openlijk verdrietig wordt of in verzet komt wanneer je jouw buurt door die ‘verrijkende’ influx ziet veranderen, dan weten de theoretisch geschoolden niet hoe snel ze je, vanuit hun keurig aangeharkte bakfietswijken, in het kamp ‘racistisch’ en ‘xenofoob’ moeten stoppen en daarmee voorgoed brandmerken als kwaadaardig, niet serieus te nemen (soms lijkt het wegzetten van andersdenkenden hun laatste pleziertje).           

Tot zover de voedingsbodem waarop een term als ‘domrechts’ bon ton heeft kunnen worden. Nu aandacht voor de gevolgen. Schrijver Arnon Grunberg had daar laatst in het tv-programma Buitenhof behartigenswaardige dingen over te melden. ‘Het gevaar van seculier moralisme,’ zei hij, ‘is dat je pas toegelaten wordt tot een gesprek of discussie als je de juiste mening hebt. Dat is niet alleen funest. Het is ook zeer onverdraagzaam.’ Toch is dát precies wat we dag in dag uit zien gebeuren: het open gesprek wordt bewust gefrustreerd door mensen met het correcte standpunt die zich superieur voelen ten opzichte van de mensen met het incorrecte standpunt; het beste gesymboliseerd in Hillary Clinton die Trump-stemmers in 2015 uitmaakte voor ‘deplorables’. Grunberg: ‘Trump- of PVV-kiezers gaan vernederen is het echt het laatste wat je moet doen. Het is buitengewoon ineffectief.’

Niet om Grunberg gelijk te willen geven of te zwichten voor de verleiding van een makkelijke conclusie, maar dat de explosieve groei van de PVV grotendeels gelijk op is gegaan met de opkomst van de term ‘domrechts’ valt moeilijk te ontkennen. En suggereert op z’n minst dat de onverdroten door scheldende Volkskrant-columnist eens bij zichzelf te rade zou moeten gaan of hij alleen zijn columns en podcasts aan het pluggen is of werkelijk iets ten goede wil veranderen.

Kijkend naar progressieve successen van recente datum – denk bijvoorbeeld aan de legalisering van het homohuwelijk, het liberale drugsbeleid en de inmiddels bijna totale dominantie van rookvrije ruimtes – valt een ding op: tegenstanders van het homohuwelijk, van liberaal drugsbeleid en van strenge anti-rookmaatregelen zijn nooit onderwerp geweest van grootscheepse cancel-zucht of eensgezinde haatcampagnes; ze hebben zich geruisloos aangepast aan de nieuwe realiteit. Dus, in hemelsnaam, waarom andersdenkenden verrot schelden als je vindt dat je prachtige, vooruitstrevende ideeën voor Nederland en de wereld in petto hebt?

In de minderheid

Over een ding hebben de theoretisch geschoolden, in al hun veronderstelde wijsheid, heen gekeken, en dat is dat ze weliswaar, zoals Houellebecq aangeeft, op belangrijke posities zitten en er rotsvast van overtuigd zijn dat ze aan de goede kant van de geschiedenis staan, maar dat ze getalsmatig wél in de minderheid zijn. De electorale opmars in de steden is niet voldoende om de dramatische afkalving in de periferie te compenseren (in zetelaantal was links nog nooit zo klein).

En dat doet pijn. Je hoeft de NPO maar aan te zetten of de kwaliteitskranten maar open te slaan of je ziet het machtsbolwerk kreunen in de vorm van ach-en-wee roepen over de staat van onze democratie. Terwijl de totstandkoming van het kabinet-Schoof nota bene een overwinning van diezelfde democratie is! De stembusuitslag is na een moeizaam formatieproces keurig vertaald naar een nieuwe regering die, conform de kiezerswens, een rechtsere koers wil varen, in de wetenschap dat ze de door theoretisch geschoolden gedomineerde instituties tegenover zich zullen vinden, of, zoals Grunberg onthulde dat de ambtenarij in de wedstrijd zit: men zal aan die kant proberen ‘zoveel mogelijk zand in de machine te strooien.’    

Wat je politieke voorkeur uiteindelijk ook is en met welke idealen je jezelf ook identificeert, uiteindelijk is democratie, zoals de internationaal gerespecteerde Israëlische historicus, schrijver en futuroloog Yuval Noah Harari onlangs nog eens benadrukte ‘in essentie een gesprek’. Dat gesprek dag in dag uit proberen in te perken dan wel verzieken met de term ‘domrechts’ gaat niets of niemand helpen.

‘Domrechts’ in stelling brengen getuigt vooral zelf van oneindige domheid.

Hans van Willigenburg (1963) is journalist, schrijver, dichter en podcastmaker. Zijn laatste boek is de interviewbundel ‘Vrijheidsvuur’

Wynia’s Week ligt iedere dinsdag, donderdag en zaterdag bij u op de mat. De donateurs maken dat mogelijk. Wordt u ook donateur? Dat kan HIER. Hartelijk dank!