Trump, het nationalisme (of liever supranationaal?)
President Trump sprak vorige week op de Amerikaanse erebegraafplaats in Normandië. Hij memoreerde de Britten die, trots op hun land, de nazi’s versloegen. De Canadezen, vanaf het eerste begin loyaal aan het moederland. De nobele Polen, de geharde Noren, de onvervaarde Australiers, de dappere Franse commandos en natuurlijk de Amerikanen: ‘Zij renden dwars door het hellevuur met het patriottisme van een vrij, trots en soeverein volk. Ze hielden vol uit liefde voor familie en hun vaderland’. De president eindigde met de belofte dat ‘al onze naties voor eeuwig sterk en verbonden zullen blijven’.
Nationalisme en patriottisme mogen weer. Trump was altijd een overtuigde patriot, maar de gunstige ontvangst van zijn rede, ook in Trump-vijandige media zoals de New York Times en de Washington Post, is een teken dat de elites hun misplaatste weerstand tegen het nationalisme gaan opgeven.
Gelukkig maar, want de afkeer van nationalisme bij de Democratische Partij in de VS en bij Links in Europa was a-historische fout. Laat links ten strijde trekken tegen ‘rechts’ en ‘conservatief’ met betere ideeën over ongelijkheid, gezondheidszorg en onderwijs, maar niet door nationalisme en patriottisme zwart te maken omdat dat positieve waarden zijn in rechtse kringen.
Eerst onder president Carter en meer recent met Obama ging Amerika zich gedragen als de Hamlet onder de naties: aarzeling, excuses, geen robuuste actie na de aanval in 1979 op de Amerikaanse ambassade in Teheran of na de chemische oorlogsvoering in Syrië, en een tandeloze diplomatie door het al bij voorbaat afzien van mogelijke aktie tegen Syrië, Noord-Korea en Iran.
Nationalisme moreel verkeerd?
Trump krijgt veel kritiek, maar niemand zal hem beschuldigen van de aarzelingen van Hamlet. Zijn woorden in Normandië benadrukten hoe Engelsen, Canadezen, Polen, Fransen, Australiërs en Amerikanen gedreven door vaderlandsliefde daar op 6 juni 1944 het strand op stormden om Hitler te verslaan. Een contrast met president Macron van Frankrijk die vorige jaar november bij de herdenking van het eind van de Eerste Wereldoorlog nog stelde dat nationalisme moreel helemaal verkeerd is – een foute vorm van eigenbelang – en dat we beter kunnen vertrouwen op supranationale organisaties. Trump was bij die toespraak aanwezig en keek volgens de aanwezige journalisten strak voor zich uit.
In dezelfde geest schreef de filosoof Martha Nussbaum dat patriottisme gevaarlijk en moreel verwerpelijk is omdat wij ons solidair moeten voelen met de gemeenschap van alle mensen op aarde.
Loyaal aan het vaderland of liever lid van een supranationale organisatie? Dat belangrijke debat moet doorgaan, maar het was vergiftigd door de elite die nationalisme en patriottisme afschilderde als een primitief en verwerpelijk sentiment aan de rechterkant van het politieke spectrum, in de buurt van autoritair-rechts of zelfs neo-fascistisch. De ‘World Values Survey’ laat inderdaad zien dat hoger opgeleide mensen in de meeste landen meer moeite hebben om uit te spreken dat ze ‘trots zijn op hun land’ dan ondervraagden met minder opleiding.
Maar er komt duidelijk een kentering bij de Amerikaanse Democraten en bij links in Europa. Critici van Trump roepen nog steeds dat de president grof en onbehouwen is, maar we horen heel weinig van de elite over concrete alternatieven voor zijn beleid jegens Noord-Korea, Mexico en Rusland. Hier in West-Europa zijn de kiezers duidelijk niet in de stemming om de nationale vlag maar te strijken en te vervangen door de kleuren van de EU of de Verenigde Naties.
Eindelijk weer realistisch?
Toen Trump twee jaar geleden startte met zijn actie om de Europese NATO-landen meer te laten bijdragen aan de alliantie werd luid geklaagd over zijn ruwe optreden en gebrek aan begrip voor diplomatie; nu is iedereen het wel eens dat Duitsland de afgesproken twee procent van de economie moet betalen en geen excuus heeft om het bij een schamele 1,2 procent te laten.
Is Trump een gevaarlijk voorbeeld van kortzichtig Amerikaans eigenbelang ten koste van de goede verhoudingen? Of heeft hij na de internationaal naïeve Obama gelukkig weer een realistische visie op samenwerking tussen soevereine naties die allen hun eigen belang nastreven?
Trump’s uitvoerige vermelding van de patriottische Britten, de onvervaarde Australiërs en de vaderlandslievende Amerikanen gaf uitdrukking aan zijn filosofie van soevereine naties die waar nuttig en nodig samenwerken, maar zonder hun burgers te vragen om op te geven wat speciaal is aan hun nationale cultuur en geschiedenis voor abstracte solidariteit op supranationale schaal.
Nationalisten of globalisten, patriotten of wereldburgers – laten we de discussie voeren zonder die in een links-rechts denkschema te dwingen. De helden van Normandie waren bereid om het hoogste offer te brengen omdat ze niet alleen hielden van familie en vrienden, maar ook van hun vaderland.
Trump’s ‘MAKE AMERICA GREAT AGAIN’ is een appèl aan dat patriottisme. We kunnen het grondig oneens zijn met zijn stijl en sommige acties, maar moeten niet de historische fout maken om vaderlandsliefde en patriottisme te denigreren tot sentimenten voor simpele zielen.