Derk Jan Eppink: Schreef doctor Thierry Baudet zijn proefschrift wel (helemaal) zelf?
Op 11 maart 2022 verscheen een opmerkelijke video van FVD op sociale media. Partijleider Thierry Baudet omschreef zijn leermeester, de Britse academicus dr. John Laughland, als een ‘unieke figuur’ en ‘een visionaire man’ die ‘briljante boeken’ schrijft. Vervolgens zei hij: ‘Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik hem heb leren kennen in mijn leven. Dat ik een deel van mijn proefschrift met hem heb kunnen schrijven, en bij hem’.
Op 21 juni 2012 promoveerde Baudet aan de Universiteit Leiden op een proefschrift met de titel The Significance of Borders: Why Representative Government and the Rule of Law Require Nation States. Zijn promotor was Paul Cliteur, hoogleraar encyclopedie van het recht. In het dankwoord vermeldt Baudet Laughland tussen 39 anderen.
Laughlands bekendste boek dateert uit 1997: The Tainted Source: undemocratic origins of the European idea. In 2007 publiceerde hij het boek Travesty over de Servische leider Slobodan Milošević. Laughland bepleit volledige soevereiniteit van natiestaten en volgens hem passen de Europese Unie, tribunalen zoals die van Tokio en Neurenberg niet in die visie, evenmin als de internationale berechting van Milošević en Saddam Hoessein.
Duidelijke stijlbreuken
Daarin volgt Baudet Laughland volledig. Ze hebben zeer geregeld contact, bellen elkaar om de haverklap. Maar uiteraard moet een promovendus zijn proefschrift zélf schrijven. Het is geen coproductie met geleerden, buren of vrienden. Advies is altijd welkom maar de promovendus moet de uiteindelijke auteur zijn, in alle opzichten.
Een Engelstalig proefschrift is vreemd voor een promotie aan een Nederlandse universiteit. Laughland is ‘native speaker’, schrijft een mooi ‘Oxford English’: kort, compact, accuraat. Het is een Engels dat Baudet niet beheerst.
In het proefschrift zitten duidelijke stijlbreuken tussen Oxford-Engels en het Neder-Engels van een niet-‘native speaker’. Het eerste is academisch hoogstaand; het tweede is grammaticaal correct maar vaak met een Nederlandse manier van zinsopbouw. Op basis van die stijlbreuken (Oxford-Engels versus Neder-Engels) kun je met een fijne kam door het proefschrift gaan en zien welk ‘deel’ Baudet schreef mét Laughland, dan wel werd geschreven dóór Laughland.
Opvallend is dat deel I (‘The rise of borders’) van pagina 7 tot 77 alle kenmerken heeft van de stijl van Laughland: helder, academisch Engels. Alle delen die te maken hebben met tribunalen (Neurenberg, Tokio, Joegoslavië) maar ook het Internationaal Strafhof in Den Haag zijn vrijwel bloemlezingen uit de werken van Laughland.
Er is sprake van een stijlbreuk met andere hoofdstukken. Zo lezen we op pagina 109: ‘Nevertheless, as I said above, all such use of the term human rights is metaphorical’. Dit is een vorm van Neder-Engels. Bovendien gebruikt Laughland het woord ‘I’ niet in zijn redeneringen. ‘As I said above’ zou worden ‘aforementioned’. De stijlbreuken laten zien dat meerdere pennen hun bijdrage hebben geleverd, in plaats van de ene pen van de promovendus. Ook het deel ‘multiculturalisme’ toont vormen van Neder-Engels: ‘Nevertheless, the debate goes on’.
Ik kende zowel Baudet als Laughland en ook hun verschillende schrijfstijlen. Mijn conclusie is dat circa 130 van de 245 pagina’s waaruit het proefschrift bestaat, voortvloeiden uit de pen van Laughland. Dat is wellicht niemand opgevallen want niemand kende Laughland. Hij was echter de ‘missing link’.
‘Opinies in plaats van feiten’
De promotie in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden ging in 2012 niet van een leien dakje. Hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging noemde de dissertatie ‘te journalistiek’. Hij zei: ‘Sinds wanneer kun je promoveren op opinies in plaats van feiten’. Baudet deed sommige vragen af met één zin of een simpel ‘ja’ of ‘nee’. Hoogleraar Tom Eijsbouts verweet Baudet ‘een gebrek aan kennis’ en een ‘wezenlijke schending van de procedure van zijn promotie’. In zijn column in NRC Handelsblad had Baudet geschreven dat zijn promotie ‘een formaliteit’ was.
Baudets video van 11 maart 2022 roept derhalve vragen op.
- Wat betekenen de termen ‘met hem’ en ‘bij hem’ inzake het schrijven van een proefschrift?
- Welk ‘deel’ is geoorloofd? Of moet je zeggen: geen enkel deel?
- Wat was de rol van Laughland en was er bij zijn bijdrage niet eerder sprake van ‘delen’ geschreven dóór Laughland, gelet op het Oxford-Engels in de dissertatie?
- Welke rol speelde Cliteur? Baudet hield zowel Laughland als Cliteur binnen FVD dicht aan de borst. Waarom?
Deze vragen destilleer ik uit een analyse van de tekst van het proefschrift, van het gebruik van de Engelse taal en ook met het oog op de intensieve band tussen Baudet en Laughland. Het betreft echter een academische aangelegenheid waarover ik niet moet oordelen. Het is aan de Universiteit Leiden licht te werpen op deze kwestie.
Op 9 oktober 2024 verschijnt van Derk Jan Eppink zijn nieuwe boek ‘Rechtsomkeert’, waarin hij in heldere taal schetst wat er zich afspeelt in de achterkamers van de actuele rechtse ommekeer in Europa, de VS en vooral in Nederland. ‘Rechtsomkeert’ verschijnt bij Uitgeverij Blauwburgwal. Het boek kost 22,95 en is nu al HIER voor te bestellen. Informatie voor media en de boekhandel: info@blauwburgwal.nl
Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!