Max Weber zag in dat in een noodsituatie het parlement gepasseerd mag worden

FeikeReitsma 1-10-24
Premier Schoof vindt het ‘werkelijk niet te geloven’ dat de Kamer de ambtelijke adviezen over een asielnoodwet wil inzien. Beeld: YouTube

De kabinetsformatie, het aantreden van het kabinet-Schoof en de algemene beschouwingen lenen zich goed voor een analyse vanuit het perspectief van Max Weber (1864-1920), een van de grondleggers van de moderne sociologie en bestuurskunde. Aan de hand van Webers inzichten behandel ik hier politiek leiderschap, de rol van ambtenaren in de bureaucratie en het gezag van politici.

Politiek als beroep

Max Weber (1864-1920) groeide op in een gegoede familie in het Duitse Erfurt. Hij is vooral bekend geworden door zijn boek De protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme (1905), waarin hij uitlegt hoe het protestantse, ascetische arbeidsethos de voedingsbodem werd van het moderne kapitalisme.

Daarnaast ontwikkelde Weber het ‘ideaaltype’ van een bureaucratie: een gestructureerde en gereguleerde organisatievorm die gekenmerkt wordt door regels en hiërarchie.

In zijn lezing ‘Politiek als beroep’ (1919) analyseert Weber de aard van de politiek en de rol van de politiek in de samenleving. Weber definieert politiek als de activiteit die gericht is op het verkrijgen en uitoefenen van macht binnen een organisatie of gemeenschap. Hij maakt onderscheid tussen verschillende soorten politiek en leiderschap, en legt de basis voor een theoretisch kader om de dynamiek van politieke acties en instituties te begrijpen.

Weber benadrukt dat politiek beroepsmatig kan zijn, maar ook een roeping vereist. Politici moeten een zekere ethische verantwoordelijkheid hebben, vooral als het gaat om geweld en macht. Politici dienen te balanceren tussen ‘de ethiek van overtuiging’ en ‘de ethiek van verantwoordelijkheid’. De ethiek van overtuiging is gericht op principes en idealen, terwijl de ethiek van verantwoordelijkheid zich richt op de gevolgen van politieke acties.

Verder bespreekt Weber de verschillende soorten autoriteit die politieke leiders en instellingen legitimeren, namelijk traditionele, charismatische en rationeel-legale autoriteit. Moderne politieke systemen zijn voornamelijk gebaseerd op rationele en juridische principes.

Spaanse griep

Weber waarschuwt ook voor de gevaren van bureaucratisering in de politiek en hoe bureaucratische instellingen de democratie kunnen ondermijnen. Hij benadrukt de noodzaak van betrokkenheid van burgers en de verantwoordelijkheid van politieke leiders, vooral in tijden van crisis.

Veel artikelen en essays van Weber zijn postuum gepubliceerd in Wirtschaft und Gesellschaft (1922) en in zijn verzamelde politieke geschriften. Weber overleed in 1920 op 56-jarige leeftijd aan de gevolgen van een longontsteking. Hij kreeg die longontsteking nadat hij besmet was geraakt met de Spaanse griep, een pandemie die in die tijd wereldwijd veel slachtoffers maakte.

Willem-Alexander en Marjolien Faber

Op een persconferentie van 14 juni sprak koning Willem-Alexander over de aanstaande beëdiging van het nieuwe kabinet. De koning benadrukte dat verandering onvermijdelijk is, vooral na veertien jaar met dezelfde minister-president. Hij zei naar aanleiding van mogelijke bezwaren bij ambtenaren dat Nederland ‘een uniek ambtenarensysteem heeft. Het feit dat een ambtenaar loyaal is aan wie dan ook de politieke baas is, is een fantastisch systeem dat ik ook zeer steun’.

Tegelijkertijd benadrukte de vorst dat het aan betrokkenen zelf is om een keus te maken of ze op een ministerie willen blijven werken of ontslag nemen. ‘Maar het staat iedereen vrij om, als dat niet met zijn of haar geweten overeenkomt, een andere baan te zoeken. En ergens anders zijn of haar kwaliteiten in te zetten.’

Op een vraag uit de Tweede Kamer zei de minister van Asiel en Migratie, Marjolein Faber (PVV), dat ze bij de uitvoering van het ‘strengste asielbeleid ooit’ vertrouwde op de medewerking van haar ambtenaren. Verder verwees ze naar bovengenoemde uitspraken van de koning.

Weber definieerde bureaucratie als een organisatievorm waarbij taken en verantwoordelijkheden op een systematische en hiërarchische manier zijn verdeeld. Hierin vervullen ambtenaren een cruciale rol. Ze zijn de schakel tussen de politieke besluiten en de uitvoering van beleid.

In de huidige situatie, zoals geschetst in de persconferentie van koning Willem-Alexander en het antwoord van Marjolein Faber op een Kamervraag, wordt duidelijk dat ambtenaren onder druk staan om zich aan te passen aan politieke veranderingen. Volgens Weber moeten ambtenaren loyaal zijn aan de politiek, ongeacht hun persoonlijke opvattingen.

PVV heeft geen solide bureaucratische basis

Voor Max Weber is rol van de politieke partij essentieel in een democratische samenleving. Politieke partijen vertegenwoordigen de belangen van verschillende sociale groepen en bieden een platform voor politieke participatie. Bewindsleden van de PVV worden echter niet ondersteund door hun partij, omdat de PVV als eenmanspartij geen partijorganisatie of ledennetwerk heeft, zoals de meer gevestigde partijen.

PVV-leider Geert Wilders kan worden gezien als een charismatisch leider die de partij rondom zijn eigen persoon en ideologie heeft gebouwd. Dit kan sterke mobilisatie creëren, maar leidt ook tot een afhankelijkheid van de persoonlijke aantrekkingskracht van Wilders. Het ontbreken van een breder lidmaatschap kan de duurzaamheid van de partij op de lange termijn in gevaar brengen, omdat ze niet kan rekenen op een diverse basis van expertise en ervaring.

Volgens Weber functioneren politieke partijen het effectiefst wanneer ze een zekere mate van bureaucratische structuur hebben, met verschillende functies en verantwoordelijkheden. De structuur van de PVV, waarin er maar één prominent lid is en de rest bestaat uit donateurs en vrijwilligers, kan wijzen op een gebrek aan een solide bureaucratische basis. Dit maakt het moeilijker om beleid te ontwikkelen dat is gestoeld op een breed scala aan kennis en ervaring.

Ambtelijke adviezen

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 18 en 19 september komt de asielnoodwet ter sprake. Van Vroonhoven, plaatsvervangend fractievoorzitter van NSC, verdedigt een plan dat het mogelijk maakt om een deel van de Vreemdelingenwet tijdelijk buiten werking te stellen. Dit leidt tot stevige kritiek van de oppositie, die beweert dat het kabinet de Kamer buitenspel zet.

Premier Schoof weigert aanvankelijk om de ambtelijke adviezen over de noodmaatregelen naar de Kamer te sturen, wat leidt tot frustratie bij de oppositie. Uiteindelijk, onder druk van de Tweede Kamer, komt hij terug op zijn beslissing en worden de stukken openbaar gemaakt.

Ondermijning gezag kabinet-Schoof

Opvallend genoeg gaf Van Vroonhoven van NSC het laatste duwtje. Ze liep naar de microfoon en zei: ‘Ik heb twee woorden. Artikel 68 van de Grondwet.’ Afgezien van het feit dat dit negen woorden zijn, heeft het recht op informatie van de Kamer geen betrekking op ambtelijke adviezen waarover nog geen kabinetsbesluit is genomen. 

Voor Weber is het gezag van een politicus van groot belang. Het gezag van premier Schoof wordt voortdurend ondermijnd vanuit de eigen coalitiepartijen. Bij de Algemene Beschouwingen was het NSC,  eerder was het de PVV: Wilders vond de regeringsverklaring maar ‘slappe hap’ en afgelopen week was het staatssecretaris Chris Jansen van de PVV, die de ‘minder Marokkanen’-uitspraak van Wilders verdedigde, maar dit later onder druk van premier Schoof weer moest terugnemen.

Wim Voermans: geen noodsituatie

De politieke discussie over de inzet van noodwetgeving in het kader van de asielcrisis benadrukt de spanningen tussen juridische verplichtingen en de noodzaak van politiek leiderschap. Terwijl ambtenaren wijzen op de juridische onmogelijkheid van de inzet van noodwetgeving, stelt het kabinet dat zich wel degelijk een asielcrisis voordoet. Weber wijst op de noodzaak voor politici om controversiële besluiten te nemen, zelfs als dit juridisch ingewikkeld kan zijn.

In de discussies over de juridische basis van noodwetgeving werden verschillende standpunten naar voren gebracht. Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht zei bij Buitenhof (22 september) dat er weliswaar een noodprocedure in de Vreemdelingenwet staat, maar dat die is bedoeld voor een oorlog of een epidemie of een natuurramp. Dan kun je niet meteen alle mensen opnemen. Je kunt dan voor korte tijd vervangende regels invoeren, maar in juridische zin is de huidige situatie geen noodsituatie. Hij voegde daaraan toe: ‘Er is geen begin van een motivering te vinden om een noodprocedure toe te passen, we weten nu al dat die motivering er niet is.’

Ad Verbrugge: nood breekt wet

Ad Verbrugge, hoofddocent wijsbegeerte aan de VU, zei op het YouTube-kanaal De Nieuwe Wereld, dat er voortdurend wordt geschermd met juridische adviezen alsof juridische adviseurs voor alle eeuwigheid en onfeilbaar kunnen beoordelen wat goed en slecht is. Dat is helemaal niet aan de orde als een maatschappij in een volledige kramp zit. Ondanks het wettelijke kader is er soms een ‘nood breekt wet’-mentaliteit nodig om maatschappelijke problemen effectief aan te pakken. Een parlement is niet bedoeld om juristen te laten beslissen wat wel en niet kan, maar om met morele en pragmatische argumenten de zaak op een rij zetten en tot een oplossing te komen.

Ook Weber stelde dat politiek leiderschap, vooral in tijden van crisis, moet worden geleid door de noodzaak om maatschappelijke stabiliteit en rechtvaardigheid te waarborgen. In 1918 was Weber betrokken bij de totstandkoming van de grondwet van de Weimar-republiek. Artikel 48 bood de mogelijkheid voor de president om in dringende gevallen noodmaatregelen te nemen zonder voorafgaande goedkeuring van de Reichstag. De Weimar-republiek werd met onzekerheid en dreigingen geconfronteerd, zoals economische instabiliteit en politiek extremisme. Weber zag de noodzaak om de democratie te beschermen, zelfs als dat betekende dat buitengewone maatregelen moesten worden genomen.

Effectief leiderschap moet ook innovatief zijn

De analyse van het kabinet-Schoof door de lens van Max Weber biedt inzicht in de spanningen tussen politieke macht, bureaucratische structuren en juridische restricties. De huidige situatie, waarin de autoriteit van premier Schoof voortdurend op de proef wordt gesteld, onderstreept Webers punt dat effectief politiek leiderschap ook innovatief en besluitvaardig moet zijn. Het is aan het kabinet om de balans te vinden tussen regelgeving en de realiteit van urgente maatschappelijke kwesties.

Feike Reitsma is meer dan veertig jaar werkzaam geweest op het gebied van overheidspersoneelsbeleid, arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktonderzoek. 

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!