Paul Frentrop: Don Corleone, accountants en D66 hebben helaas iets gemeen

Frentrop (2)
Marlon Brando als Don Vito Corleone in de film The Godfather (1972). Beeld: YouTube.

‘Nee, ik moet meteen vertrekken, want Don Corleone wil slecht nieuws altijd onmiddellijk horen.’ Dat zegt in de film The Godfather diens ‘consigliere’ tegen een filmproducent die hem nog een drankje aanbiedt, maar weigert om te voldoen aan een verzoek van de maffiabaas. De man zal niet veel later wakker worden met het hoofd van een paard in zijn bed.

Zelf gebruikte ik het motto van Don Corleone graag bij ondernemingen waar ik toezicht hield, maar dan ging het wel om interne communicatie. Als commissaris wil je immers dat de directie je direct op de hoogte stelt als er iets aan de hand is. Maar het is meestal onverstandig voor een bedrijf om slecht nieuws meteen met de buitenwereld te delen. Dat kan rampzalige gevolgen hebben, die voorkomen hadden kunnen worden door eerst in stilte orde op zaken te stellen. D66 vindt echter van niet. Bestuurders moeten niks onder de pet houden en alles wat mis dreigt te gaan meteen aan iedereen melden.

Cui bono? Wie heeft daar baat bij?

De linksliberalen lijken te hebben geluisterd naar een van de machtigste beroepsgroepen in Nederland; de accountantssector. Per 1 januari  wordt de ‘Verklaring Omtrent Risicobeheersing (VOR)’ een verplicht onderdeel van de verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen. Gaat er iets mis bij een groot project of loopt de logistiek binnen een divisie niet op rolletjes, dan moet de directie dat meteen aan de hele wereld melden. Wee de bestuurder die nog iets niet vertelt. En leve de accountant, want die heeft dan niks fout gedaan. Die wijst als er iets mis gaat naar de manager en zegt verwijtend: ‘Dat heeft hij niet verteld.’

Voor wie wil weten hoe de Nederlandse rechtstaat in elkaar steekt, is het leerzaam om te zien hoe zo’n nieuwe regel er komt. Democratie speelt slechts een kleine rol in dat proces. De meeste wetten en regels worden hier gemaakt door belanghebbenden.

Bij de VOR begon het met een crisis. Het begint altijd met een crisis. In dit geval een crisis rond het boekhoudschandaal bij Ahold in 2003. Lobbyorganisatie VNO-NCW was toen bereid zelfregulering in te voeren en daartoe kwam er een commissie. Er komt altijd een commissie.

De commissie kwam met een code om nieuwe wetgeving te voorkomen: de Nederlandse Corporate Governance Code. Die wetgeving kwam er toch. Er komt altijd nieuwe wetgeving. Maar de Code bleef bestaan. Want regels verdwijnen nooit.

Omdat de Code bleef bestaan kwam er weer een commissie. Er komt altijd een nieuwe commissie. In dit geval een Monitoring Commissie. Die keek elke vier jaar of de Code nog met nieuwe regeltjes moest worden aangevuld. Dat bleek iedere vier jaar het geval. Er kwamen steeds nieuwe regeltjes bij. Die aanvullingen werden ook wetgeving.

In 2022 leek deze volcontinue regelproduceermachine eindelijk tot stilstand te komen. Een idee van de accountants om een Verklaring Omtrent Risico’s op te nemen in de Code werd door de Monitoring Commissie afgewezen. Die vond dat overbodig.

Maar de accountants vonden dat wel nodig. Zij werden namelijk met strakkere aansprakelijkheid bedreigd door een andere commissie die nieuwe regels moest maken: de Commissie Toekomst Accountancy Sector. Die commissie had de prestaties en het verdienmodel van accountants onder de loep genomen en vond dat de accountants beter op risico’s moesten letten.

Entree D66

Toen stapte opeens D66 het proces binnen. Tweede Kamerleden Romke de Jong en Steven van Weyenberg dienden in april 2023 een motie in die de regering opriep haast te maken met de Verklaring Omtrent Risico’s. Die motie werd met brede steun aangenomen. Het bedrijfsleven schrok zich een hoedje. Een wettelijke verplichting zou nog erger zijn dan een regeltje in de Code. Toenmalig Minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) toonde zich welwillend tegenover de motie van haar partijgenoten. De accountants maakten via een eigen commissie een tekst voor hoe die Verklaring Omtrent Risico’s eruit moest zien.

Intussen werd Kamerlid Van Weyenberg minister van Financiën, aangezien Sigrid Kaag voortijdig aftrad om Gaza weer op te bouwen. Hij vond zijn eigen idee uitstekend en zo is de verplichte VOR toegevoegd aan de regeldruk die het bedrijfsleven torst en aan de activiteiten die accountants bij hun cliënten in rekening kunnen brengen. (Er moet alleen nog een nieuwe Monitoring Commissie worden benoemd om dit volgens de regels voor te stellen).

Regeldruk knaagt aan het fundament van ons systeem van ondernemingswijze productie. Dat systeem is namelijk gebaseerd op vertrouwen, niet op regeltjes. Bestuurders van bedrijven kunnen alleen werken als ze dat vertrouwen krijgen. Natuurlijk moeten ze verantwoording afleggen. Maar dat gebeurt altijd achteraf. Meestal eens per jaar. Wie in de tussentijd continu wil controleren wat bestuurders doen, verlamt het ondernemen. In economische termen: regeldruk en te veel controle verhogen de transactiekosten in een economie.

Dat is niet zomaar een aantasting van het ondernemingsklimaat. De constant neer druppelende regeltjesregen verandert Nederland stapje voor stapje van een ‘high-trust’ samenleving in een primitiever soort samenleving. In de woorden van Francis Fukuyama (1995): Of een land welvaart kan scheppen hangt ervan af of mensen zich effectief voor commerciële doeleinden kunnen organiseren zonder daartoe familiebanden of overheidsinterventie nodig te hebben.

Informatiehonger van de semi-overheid

De Verklaring Omtrent Risico’s is slechts één van de vele regeltjes die worden bedacht door belangengroepen en worden ingevoerd via Kamerleden. Ook semi-overheidsorganen belast met toezicht zijn grote regelproducenten met onstilbare honger naar informatie die onder-toezicht-gestelden slaafs moeten aandragen. Neem bijvoorbeeld de onlangs ingevoerde regel dat alle pensioenfondsen jaarlijks aan De Nederlandsche Bank (DNB) moeten rapporteren over ‘de voortgang van hun CO2-reductiedoelen per beleggingscategorie’.

Ik zal uitleggen wat dat inhoudt. Pensioenfondsen beleggen in aandelen van bedrijven. Veel van die bedrijven hebben een plan om minder CO2 uit te stoten. Daarover moeten ze sinds kort rapporteren in hun jaarverslag. Die cijfers worden daartoe gecontroleerd door de accountants van die bedrijven. Pensioenfondsen moeten die cijfers opzoeken en die dan nog een keer rapporteren aan DNB. Die kan dan bijhouden… Tja, wat kan die dan eigenlijk bijhouden? Niet of pensioengerechtigden het pensioen krijgen dat hen is beloofd. Hoewel de enige reden dat DNB ooit is aangesteld als toezichthouder op de pensioenfondsen was op te letten dat die hun geld niet te lichthartig investeren. Draagt de nieuw aan onder toezicht gestelde instellingen opgelegde verplichting daaraan bij? En waarom verzamelt DNB die informatie eigenlijk niet zelf bij de bron in plaats van pensioenfondsen met die kosten op te zadelen?

Opnieuw heeft niemand de vraag gesteld: Cui bono? Wat voegt deze regel toe? Al jaren is de snelst groeiende beroepsgroep in Nederland die van de ‘compliance officers’, de mensen die moeten afvinken of alle regels zijn nageleefd. En iedereen maar denken dat het goed gaat met de economie. Vroeger wist men wel beter.

Oude wijsheid

In de oudheid had je in Zuid-Italië welvarende Griekse steden, die met elkaar wedijverden op het gebied van kunst, cultuur, filosofie, sport en wetgeving. De beste (volgens Plato) en in ieder geval de eerste geschreven wetten had de stad Locri, gelegen op de voorvoet van het schiereiland. Locri werd bestuurd door een volksvergadering van zo’n duizend personen. Die burgers waren zeer trots op hun rechtsstaat. Onderdeel ervan was dat iedereen in de volksvergadering een wetsvoorstel mocht indienen. Maar dat moest hij wel doen met een strop om zijn nek. Want als zijn voorstel werd afgestemd, werd hij opgehangen.

Nederlands ontbeert een dergelijk correctiemechanisme bij het invoeren van nieuwe regels. Wij kennen een tegengestelde traditie. Wanneer hier een initiatief wetsvoorstel wordt aangenomen, worden de indieners gefeliciteerd. Er zijn bloemen van de fractie. Mij dunkt dat ongepast. Juist dan is bezinning op zijn plaats. Iedere keer als een nieuwe wet of regel wordt ingevoerd, zouden alle Kamerleden vijf minuten stilte in acht moeten nemen om zich te herinneren dat democratie er is voor de vrijheid. En dat vrijheid betekent dat mensen aan zo min mogelijk regels worden onderworpen.

Paul Frentrop was achtereenvolgens journalist, bankier, ondernemer, pensioenbeheerder, hoogleraar en lid van de Eerste Kamer.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!