Arnout Jaspers: Lokaal bestuur sjoemelt met normen om de slechtste uitkomst te krijgen want dan volgt subsidie

ArnoutJaspers 21-9-24
Het Veerse Meer. ‘In Zeeland welt fosforrijk zeewater op uit waterbodems, een volkomen natuurlijk proces.’ Beeld: Wikimedia

Over drie jaar zou ik een boek kunnen schrijven dat net zo’n succes wordt als de Stikstoffuik, want in 2027 krijgt Nederland de Watercrisis voor zijn kiezen. Onhaalbare en onzinnige doelen voor het terugdringen van de stikstofdepositie verlammen nu al sinds 2019 de politiek en belangrijke delen van de samenleving, maar in 2027 komen daar onhaalbare en onzinnige doelen bij voor de waterkwaliteit.

In 2027 moet al ons oppervlaktewater ‘schoon’ zijn, dat wil zeggen alle plassen, meren en rivieren moeten voldoen aan de verscherpte normen die dan gaan gelden voor een stuk of honderd stoffen. Zoals je kan verwachten zitten daar allerlei afval -en gifstoffen tussen, zoals bestrijdingsmiddelen, anticonceptiehormonen (‘de pil’) en PFAS, maar er komen ook nieuwe normen voor nutriënten, ofwel voedingsstoffen voor planten, namelijk fosfor en stikstof.

Nederland creëert zelf crises

Vroeger waren crises een act of God, zoals de Engelsen dat noemen: onverwachte, heftige externe gebeurtenissen waarover de mens geen controle heeft. Tegenwoordig zijn crises, althans in Europa, volledig door de mens zelf gecreëerd – en dat is iets waar Nederland echt koploper in is.

Op de watercrisis van 2027 wordt nu al voorgesorteerd door lokale overheden, ecologen, adviesbureaus en serieprocedeerders, want dit belooft nog groter en profijtelijker te worden dan de Stikstofcrisis. Eerste voorwaarde is natuurlijk, dat we, net als voor stikstofdepositie, veel strengere normen aanleggen dan onze buurlanden. Dit garandeert dat er vanaf 2027 vanuit de buurlanden heel veel vuil water binnenkomt, zodat we tenminste zeker weten dat Nederland dan een enorm probleem krijgt.

Bekend voorbeeld is de nitraat-norm voor oppervlaktewater. Nitraat is onder andere afkomstig van mest die op landbouwgrond wordt uitgereden. De EU stelt geen normen voor nitraat in oppervlaktewater, alleen in grondwater, en die norm is 50 milligram per liter. Saillant detail: Nederland voldoet nu aan die norm.

Duitsland houdt dat ook aan voor oppervlaktewater: 50 milligram per liter. Logisch: waarom zou de norm voor oppervlaktewater strenger moeten zijn dan voor grondwater? Dat zijn communicerende vaten. Toch is Vlaanderen veel strenger: 4 milligram per liter. En dan Nederland. Daar mogen de waterschappen hun eigen nitraatnormen bepalen, en die kiezen voor normen variërend van 1,3 tot 2,8 milligram. Dus niet alleen moet Nederland weer koploper zijn in de EU, maar de waterschappen doen onderling ook nog een wedstrijdje milieu-koploperschap.

Soms overschrijdt de natuur zelf de normen

Omdat er een stuk of zes rivieren en riviertjes vanuit Duitsland over de Nederlandse grens heen stromen, is dat vragen om moeilijkheden. Hoewel er dus geen Europese norm voor nitraat in oppervlaktewater is, moeten de lidstaten per 2027 wel zorgen dat al hun oppervlaktewateren aan de door henzelf gestelde normen voldoen. Dus in die zin – en dat gaan we nog heel vaak horen – ‘moet dit van Europa’. 

Het kan nog zotter. Sommige waterschappen stellen normen die door de natuur zelf al ruimschoots overschreden worden, waar de landbouw of enige andere menselijke activiteit geen enkele schuld aan heeft. Onlangs verkleurde de provincie Zeeland op de waterkaarten van groen naar rood: het oppervlaktewater aldaar voldeed opeens niet meer aan de norm voor fosfor. Wat bleek: het Waterschap Scheldestromen had deze norm afgelopen jaar verlaagd van 2,5 naar 0,11 milligram per liter, ruim twintig keer zo streng.

Perverse logica

Tot voor kort gold in Zeeland een hogere norm voor fosfor, omdat daar veel fosforrijke kwel voorkomt. Dit betekent dat er fosforrijk zeewater opwelt uit waterbodems, een volkomen natuurlijk proces. Ook als de mens Zeeland geheel evacueert, zal de natuur daar deze nieuwe fosfornorm dik overschrijden. Niet dat de natuur zelf daar last van heeft, maar regels zijn regels, nietwaar?    

Na deze onthulling door Stichting Agrifacts voelde het waterschap zich genoodzaakt te reageren. Ook die reactie staat nu op de website van Agrifacts. De overschrijding van de fosfornorm had niet in de landelijke rapportage van de waterkwaliteit moeten worden meegenomen, zo schrijven ze. De waterkaart van Zeeland had niet rood mogen kleuren.

Dan volgt in hun reactie een schoolvoorbeeld van de perverse logica van de natuurbescherming in dit land: ‘Een aantal jaar geleden is voor nutriënten het one-in-all-in principe ingevoerd. Dit betekent dat een waterlichaam voldoet voor (totaal) nutriënten, zoals dat aan de EU gerapporteerd wordt, wanneer één van de nutriënten (stikstof of fosfor) voldoet. Vanwege de hoge norm voor fosfor leken toen de brakke wateren onterecht te voldoen voor nutriënten, terwijl er wel een opgave is voor stikstof. De oplossing hiervoor was (cursivering aj) om de norm voor fosfor aan te passen naar de landelijke defaultnorm, zodat de score voor totaal nutriënten de praktijk beter weergeeft (namelijk de toestand voor stikstof).’

Dus de Zeeuwse wateren voldeden aan de Europese norm voor nutriënten, en zo had dat ook aan Brussel gerapporteerd moeten worden. Maar dat kon het waterschap natuurlijk niet laten gebeuren, dat het Zeeuwse water in orde was, ‘terwijl er wel een opgave is voor stikstof’. Dus is de ‘oplossing’  van het waterschap om de norm voor fosfor, in strijd met de natuurlijke toestand, zover te verlagen dat geen van beide nutriënten nog aan de norm voldoet. Missie geslaagd: Nederland kan toch aan Europa rapporteren dat het slecht gesteld is met de Zeeuwse wateren. Ondertussen moeten we voor de nationale rapportage over de Zeeuwse waterkwaliteit blijkbaar wel de hogere norm voor fosfor aanhouden.

Slecht voor de natuur is goed voor het bestuur

Dit shoppen en sjoemelen met normen om de slechtst mogelijke uitkomst te krijgen is schandalig, maar het is schering en inslag in wat hier te lande door moet gaan voor natuurbescherming (zie ook deze column over de Natuurdoelanalyses). Als het slecht gaat met de natuur, gaat het goed met het lokaal bestuur, want dan gaan de nationale en Europese subsidiepotten open.

Dan is het allermooiste uiteraard om normen te stellen die door geen enkele menselijke inspanning haalbaar zijn omdat de natuur zelf ze al overschrijdt. Want dan worden de doelen nooit bereikt en zullen de subsidiestromen nooit opdrogen.

Van wetenschapsjournalist Arnout Jaspers verscheen De Klimaatoptimist, over energietransitie in Nederland. Het boek is HIER te bestellen. Informatie voor media en boekhandel: info@blauwburgwal.nl

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!