Nieuw rapport van TNO en UvA: malle exercitie om het absurde ‘vogelpoepje’ goed te praten
In opdracht van de verzamelde Provincies (Bij12) hebben een onderzoeker van TNO (Ernst Meijer) en een van de UvA (Emiel van Loon) onderzocht of er een ‘wetenschappelijke onderbouwing’ is om een hogere ondergrens in te voeren voor de stikstofdepositie bij vergunningsverlening.
Die ondergrens is nu het beruchte vogelpoepje: een bedrijf, bouwproject of evenement dat een vergunning aanvraagt, mag maximaal 0,07 gram (0,005 mol) stikstof per hectare per jaar laten neerslaan in nabijgelegen Natura2000-gebieden. Berekent het verplichte Aerius-model dat de depositie onder die grens blijft, dan kan de vergunning gewoon verleend worden.
Komt Aerius op meer dan 0,07 gram uit, dan kan je als ondernemer nog proberen om een langdurige en kostbare procedure op te starten, de zogeheten ‘passende beoordeling’, die eventuele schade aan de omringende natuur inschat. Vaak zal de conclusie van de ingehuurde ecologen zijn dat schade ‘niet op voorhand valt uit te sluiten’, en dan kan die ondernemer naar zijn vergunning fluiten. Door schade en schande wijs geworden, gooien de meesten al bij voorbaat de handdoek in de ring, en dan is er weer een project gesneuveld door de hysterische stikstofwetgeving in Nederland.
In de praktijk: één hondendrol
Het nieuwe kabinet wil die ondergrens optrekken naar 14 gram (1 mol). Dat is, naar de praktijk vertaald, één hondendrol. Als we bedenken dat in Nederland gemiddeld 1500 mol stikstof per hectare per jaar neerslaat, met uitschieters naar ruim 2000 mol, dan zou je zeggen dat dit een heel bescheiden ambitie is. Duitsland hanteert een ondergrens van 20 mol, Denemarken een nog hogere ondergrens.
Niettemin zou met die ondergrens van 1 mol vrijwel geen enkel bouwproject meer hoeven te worden stopgezet, en de duizenden ‘PAS-melders’ zouden uit de brand geholpen zijn. PAS-melders zijn boeren die ooit te goeder trouw melding hebben gemaakt van hun stikstofdepositie lager dan 1 mol, waar tot 2019 vrijstelling voor gold, en die door de PAS-uitspraak van de Raad van State de facto met terugwerkende kracht illegaal verklaard zijn.
De media hebben zich door dit nieuwe rapport van TNO en UvA weer eens op het verkeerde been laten zetten: er zou ‘nieuw wetenschappelijk onderzoek’ gedaan zijn, waaruit blijkt dat het optrekken van die ondergrens naar 1 mol niet mogelijk is.
Welnee. Er zijn helemaal geen nieuwe experimenten of metingen gedaan. Meijer en Van Loon hebben slechts een literatuurstudie gedaan en hebben enkele experts naar hun mening gevraagd. En ze komen dan uit bij de conclusie dat er ‘geen wetenschappelijke onderbouwing gevonden is voor een specifieke ondergrens’. Anderzijds zeggen ze dat het aannemelijk is dat die ondergrens er wel is, maar hoe hoog die precies is, daarvoor zou nader onderzoek nodig zijn dat jaren gaat duren.
Of ze het zo bedoeld hebben of niet, het effect is dat iedereen die niet goed is ingevoerd in deze materie, nu denkt dat het vogelpoepje eigenlijk dus wel gerechtvaardigd is. In ieder geval zal dit door de ecolobby zo worden uitgevent. Als de wetenschap geen betrouwbare ondergrens kan aangeven, dan neem je maar het zekere voor het onzekere met een extreem lage ondergrens, toch?
Formalistische terugtrekbeweging
Om in te zien hoe misplaatst dit is, moet je wel het hele rapport lezen. Meijer en Van Loon lopen daarin gedetailleerd alle interne en externe onzekerheden in het atmosferische stikstofverspreidingsmodel en in Aerius na. Op diverse punten schatten ze ook tot hoeveel onzekerheid in de berekende stikstofdepositie dit leidt. Er is een deel dat een foutmarge van ongeveer 6 mol oplevert, een ander deel levert 20 à 30 mol foutmarge op. Dat is ook de reden dat Duitsland een ondergrens van 20 mol hanteert. In Denemarken is onderzoek gedaan dat een ondergrens van 25 mol wetenschappelijk onderbouwde. Hoe dan ook is de modelonzekerheid, dus de ruis in de resultaten van Aerius, duizenden malen groter dan de huidige ondergrens van 0,005 mol.
Dan mag je toch verwachten dat Meijer en Van Loon als wetenschappers die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, duidelijk maken dat deze ondergrens volstrekt onzinnig is. Maar nee, op dat punt maken ze een formalistische terugtrekbeweging: omdat ze op grond van de huidige onderzoeksgegevens voor Nederland niet nauwkeurig een wetenschappelijk onderbouwde ondergrens kunnen vaststellen, moeten we het maar blijven doen met de juridische werkelijkheid van het vogelpoepje. Daar kunnen we pas vanaf nadat nader onderzoek is gedaan dat wel een nauwkeurige ondergrens oplevert. Reken maar op een jaartje of vier, vijf.
Hier heeft de ambtenaar het duidelijk gewonnen van de onderzoeker. Het is namelijk ondenkbaar, dat zulk nader onderzoek een ondergrens van 0,005 mol oplevert, of iets wat daar in de buurt ligt. Die wetenschappelijk onderbouwde ondergrens wordt geen 0,005 mol, geen 0,05 mol, ook geen 0,5 mol, maar minstens meerdere mollen, wellicht enige tientallen mollen. Hoe kun je dan goedpraten dat we nog jaren aan dat vogelpoepje vast zitten?
Het is ook saillant dat de enige niet-Nederlandse deskundige die geraadpleegd is, Arthur Petersen, de hoofdconclusie van het rapport niet volgt en zegt dat 1 mol wel een verantwoorde ondergrens is.
Als het nieuwe kabinet toch een ondergrens van 1 mol in de natuurbeschermingswet zet, wordt dit rapport vast weer koren op de molen van Johan Vollenbroek en geestverwanten die gaan procederen tegen vergunningen die worden afgegeven. Terwijl dat rapport geen enkele steun levert voor een ondergrens van 0,005 mol. Integendeel, ook Meijer en Van Loon zeggen letterlijk dat die ondergrens niet wetenschappelijk onderbouwd is. En toch produceren ze een rapport dat er voor gemaakt lijkt om te spinnen als een stevige waarschuwing aan het kabinet dat het verhogen van de ondergrens naar 1 mol wetenschappelijk niet te verantwoorden is.
Buitenlandse deskundigen
Het verhogen van de ondergrens naar 1 mol is bedoeld als een snel te realiseren wetswijziging binnen het bestaande beleid, dat gebaseerd is op stikstofdepositie in Natura2000-gebieden. Op de wat langere termijn zou dit hele systeem van tafel moeten, en zou stikstofbeleid moeten gaan sturen op stikstofemissie. Als je maar zorgt dat de totale emissie daalt, moet de stikstofgevoelige natuur daar ook van profiteren, zonder dat je met modelmatige luchtfietserij doet alsof je precies weet waar elke molecuul reactieve stikstof neerkomt.
Het lijkt raadzaam, om vóór die klus alvast een adviescommissie van buitenlandse deskundigen te vormen. Die zijn er namelijk wel van doordrongen, dat in Nederland geen speciale natuurwetten voor stikstof gelden.
Van wetenschapsjournalist Arnout Jaspers verscheen De Klimaatoptimist, over energietransitie in Nederland. Het boek is HIER te bestellen. Informatie voor media en boekhandel: info@blauwburgwal.nl
WYNIA’S WEEK ligt iedere woensdag- en zaterdagmorgen bij u op de mat. De donateurs maken dat mogelijk. Wordt u ook donateur? Dat kan HIER. Hartelijk dank!