Amsterdammers wonen op een dure vuilnisbelt. W.F. Hermans wist waarom
Amsterdam is in veel opzichten een merkwaardig oord. Zo is het weliswaar de hoofdstad van ons land, maar niet de residentie. Nederlanders weten niet beter, maar veel buitenlandse bezoekers vinden het maar wonderlijk. Wat zou er toch met Amsterdam loos zijn, dat de Nederlandse ministers en ook ons staatshoofd liever zestig kilometer verderop hun werkzaamheden verrichten, in Den Haag?
Buitenlandse architectuurliefhebbers staan bij hun eerste bezoek aan Amsterdam vaak van iets heel anders te kijken. Het gebeurt wanneer ze zien welk gebouw wordt gebruikt als stadhuis. Dat is, zoals bekend, de in 1986 geopende Stopera, bijgenaamd ‘het kunstgebit’. Geen enkele andere Europese hoofdstad heeft zo’n foeilelijk visitekaartje.
De kwestie is extra gênant omdat een paar steenworpen verderop, op de Dam, het misschien wel mooiste stadhuis ter wereld staat. Het betreft de befaamde schepping van architect Jacob van Campen, voltooid in 1655 en met als belangrijkste ruimte de weelderig gedecoreerde burgerzaal. Helaas kreeg het prestigieuze bouwwerk in 1808, onder koning Lodewijk Napoleon, de functie van koninklijk paleis. Dat is sindsdien zo gebleven.
Linkse dominantie
Doorgewinterde sportliefhebbers kost het doorgaans weinig moeite om nóg een merkwaardigheid van onze hoofdstad te noemen: er is – sinds de ondergang van FC Amsterdam, in 1982 – maar één betaaldvoetbalclub. Dat is niet alleen een opvallend verschil met Rotterdam (drie betaaldvoetbalclubs) en ‘zelfs’ Eindhoven (twee), maar ook met de meeste collega-hoofdsteden in Europa.
Niet direct zichtbaar, maar wel zeer frappant zijn de politieke eigenaardigheden van Amsterdam. Zo is het de enige hoofdstad in Europa waar sociaaldemocraten – eerst de SDAP, na de oorlog de PvdA – tussen 1919 en 2014 voortdurend de grootste fractie vormden in de gemeenteraad, hoewel dat voorrecht tussen 1946 en 1949 moest worden gedeeld met de communisten van de CPN. Na 2014 werden D66 en GroenLinks dominant, maar sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 is de PvdA opnieuw nummer één. Van grote rechtse partijen, naar voorbeeld van Leefbaar Rotterdam of de Haagse stadspartij van Richard de Mos, hebben ze in Amsterdam nog nooit gehoord. Nergens anders is gemeentepolitiek zo voorspelbaar. Al meer dan een eeuw waait de wind in onze hoofdstad onophoudelijk uit de linkse hoek.
Amsterdam is ook het decor van het wereldberoemde oorlogsdagboek van Anne Frank. Antisemitisme, zo zou je kunnen vermoeden, zal in de stad dus wel op een heel laag pitje staan.
Vooral voor bezoekers met een joodse achtergrond is het vaak een schok om te merken dat de werkelijkheid totaal anders is. Voor het Anne Frank Huis aan de Prinsengracht staan palen om terreuraanslagen te voorkomen en bij het standbeeld van Anne Frank op het Merwedeplein is veiligheidshalve cameratoezicht ingesteld. Sinds de slacht- en verkrachtpartij van Hamas op 7 oktober 2023 en de Israëlische reactie daarop is de jodenhaat in de stad in een nog hogere versnelling gekomen. Antisemitische demonstraties en bezettingsacties zijn schering en inslag en joodse en Israëlische studenten voelen zich op de UvA en de VU vaak niet meer veilig.
Nergens zoveel ambtenaren
Een boze open brief van Adriaan van Dis en 38 andere Amsterdammers aan stadskrant Het Parool attendeerde ons onlangs op nóg een eigenaardigheid van de hoofdstad. ‘We leven in Amsterdam op een vuilnisbelt. De stad is verworden tot een van de smerigste in de wereld,’ zo heette het. ‘Het is heel duidelijk dat de urgentie van dit probleem bij de gemeente ontbreekt. We betalen jaarlijks voor de reinigingskosten van de stad, maar zien er niets voor terug. De ratten en meeuwen tieren welig op deze vuilnisbelt, een gevaar voor de volksgezondheid. Ongediertebestrijders beleven een gouden tijd.’
Voor de volledigheid: voor het ophalen en verwerken van het huisafval betaalt een huishouden van twee personen in Amsterdam jaarlijks €469 afvalstoffenheffing. Dat is meer dan in Rotterdam (€403,90) en Den Haag (€438,48) en aanzienlijk meer dan in Utrecht (€387,35).
Van Dis kreeg bijval van Jort Kelder. ‘Ziet Amsterdam een basale overheidstaak als stoepjes vegen soms als een rechtse hobby?’, vroeg hij zich af in Het Financieele Dagblad. ‘Van de €7,1 miljard die de stad dit jaar uitgeeft, gaat slechts €84,5 miljoen naar vuil. Ter vergelijking: dat is 1,2 procent van de uitgaven, slechts een kwart van de €322 miljoen die ze aan die verfoeilijke parkeerders verdienen. Is het een idee om de bijna 20.000 gemeenteambtenaren – geen stad telt er relatief zoveel – een prikker in de hand te duwen? Burgers zullen dat vast waarderen.’
Geknakt normbesef
Hoewel er geen enkele reden is om burgemeester Femke Halsema en haar wethouders uit de wind te houden, moet toch gezegd dat de reputatie van de stad als vuilnisbelt een lange baard heeft. ‘Waar ter wereld ik ook kwam, nimmer trof ik zo een bende als in ‘t oude Amsterdam,’ zong Tol Hanse al in 1978.
Ook Willem Frederik Hermans, geboren en getogen in Oud-West en woonachtig in de stad tot 1950, kaartte de kwestie vaak aan. ‘In het Amsterdam van voor 1940 waren mooie dingen te zien. Toch kwam je er nooit een toerist tegen,’ zei hij in 1991 in een interview met Het Vrije Volk. ‘Nu het een heleboel lelijker is geworden, krioelt het er van de autobussen met vieze mensen die naar de hoeren komen kijken. Vreselijk! De stad is nooit over de oorlog heen gekomen. In de hongerwinter is er veel afgebroken. Toen is men gewend geraakt aan smerigheid, die voor die die tijd niet voorkwam. Vuilnis op straat dat niet wordt opgehaald, huizen volgeklad. Het normbesef kreek een krak.’
Wat als de analyse van Hermans klopt? Dan is er – het hoeft nauwelijks betoog – sprake van een structureel probleem met vérstrekkende consequenties, zowel voor Adriaan van Dis en Jort Kelder als voor Amsterdamse ratten en meeuwen.
Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.
Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Doneren kan op verschillende manieren. Hartelijk dank!