Is Viktor Orbán de baarlijke duivel die er in Brussel van wordt gemaakt?

FeikeReitsma 21-8-24
Viktor Orbán (links) met de Poolse premier Donald Tusk en de toenmalige Nederlandse premier Mark Rutte bij de Nuclear Energy Summit in Brussel, 21 maart van dit jaar. Beeld: Bart Maat, ANP Foto

Hongarije nam op 1 juli 2024 het roulerend voorzitterschap van de EU over van België. Het komende half jaar is het land voorzitter. De Hongaarse premier Orbán liet er geen gras over groeien. Al op de tweede dag van het Hongaarse voorzitterschap reisde hij naar Kiev.  Een paar dagen later ging hij naar Moskou om de Russische president Poetin te ontmoeten. 

Orbán zei na afloop op een persconferentie dat hij het komend half jaar ziet als ‘vredesmissie’, zolang Hongarije het roulerende EU-voorzitterschap in handen heeft. Hongarije is immers het enige  

Europese land dat met iedereen kan praten. De standpunten van Rusland en Oekraïne liggen zover uit elkaar dat ze er samen niet uitkomen. Ondanks enorme verliezen aan beide kanten zal het conflict in Oekraïne voortduren zolang er geen diplomatieke interventie van buitenaf plaatsvindt.  

Weer een paar dagen later ging hij naar Peking om de Chinese president Xi Jinping te ontmoeten. Vervolgens reisde Orbán door naar de NAVO-top in de Amerikaanse hoofdstad Washington. Daar ging hij iets eerder weg om oud-president Trump te ontmoeten. In een brief aan de leiders van de Europese Unie schreef Orbán over deze ontmoeting dat Trump ‘gedetailleerde en goed onderbouwde plannen’ heeft om de oorlog in Oekraïne te beëindigen.  

Moeizame relatie met Oekraïne 

Hongarije heeft een moeizame relatie met Oekraïne. Na de machtswisseling in Oekraïne in februari 2014, die volgde op de afzetting van president Janoekovitsj, heeft Oekraïne geprobeerd zijn banden met het Westen te versterken en de invloed van Rusland te verminderen. Dit leidde echter ook tot conflicten met andere minderheidsgroepen, waaronder de Hongaren in Oekraïne. Hongarije heeft de Oekraïense regering opgeroepen de rechten van de Hongaarse minderheid te respecteren.  

Hongarije heeft wel na de Russische inval in Oekraïne in februari 2022 de eerste opvang verzorgd van 1 miljoen Oekraïense vluchtelingen. De meeste daarvan zijn daarna doorgereisd naar andere Europese landen. 

In een artikel in Newsweek van 2 augustus stelt Orbán dat de NAVO zich weer moet beperken tot zijn verdedigende rol. Het gaat om de veiligheid van de lidstaten. Dat was voor Hongarije ook de reden om lid te worden van de NAVO. Het huidige NAVO-beleid is volgens Orbán te veel gericht op confrontatie met opkomende geopolitieke machten.  

Orbán heeft ook herhaaldelijk kritiek geuit op de rol van de Europese Unie in de oorlog in Oekraïne. Hij stelt dat de EU te sterk afhankelijk is van de Verenigde Staten en vooral van de Democratische partij, waardoor het beleid van de EU niet meer aansluit bij de belangen van de lidstaten.  

Opt-outregeling inzake Oekraïne 

De visie van Orbán op de oorlog in Oekraïne speelt ook een rol bij het lange tijd blokkeren van de kandidatuur van Rutte als opvolger van Jens Stoltenberg als secretaris-generaal van de NAVO. Rutte is een uitgesproken voorstander van intensivering van wapen- en munitieleveranties aan Oekraïne. Orbán vindt dat het Westen en de NAVO daarmee de oorlog blijven voeden. Daarom laat Orbán geen Westerse wapenleveringen over Hongaars gebied naar Oekraïne toe. 

Uiteindelijk heeft hij een opt-out regeling bedongen. Hij wil de toezegging dat Hongaren niet mee hoeven doen aan toekomstige NAVO-missies voor Oekraïne. Stoltenberg heeft daarmee tijdens een bezoek aan Boedapest ingestemd en beloofd dat er geen beroep op Hongarije zal worden gedaan als het gaat om Oekraïne. 

Nationale belangen 

Het is natuurlijk niet moeilijk om in te zien dat de vredesmissie verre van belangeloos was. Hongarije is in grote mate afhankelijk van Russische energiebronnen. Orbán heeft dus ook een pragmatisch belang bij een goede relatie met Rusland. Ook in Peking heeft hij goede zaken gedaan. Later in juli werd bekend dat Hongarije een nieuwe omvangrijke staatslening bij drie Chinese banken was aangegaan. Ook zijn er afspraken gemaakt over investeringen van Chinese bedrijven en financiële instellingen.  

Opvallend is dat ook de Italiaanse premier Meloni eind juli een bezoek aan Peking bracht. In december 2023 is Italië uit de Nieuwe Zijderoute ‘het Belt and Road Initiative’ van China gestapt, maar tijdens haar bezoek in juli 2024 kondigde Meloni aan dat Italië de samenwerking tussen beide landen nieuw leven wil inblazen.  Mogelijk speelt daarbij een rol dat Meloni tot voor kort braaf aan de leiband van Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft gelopen, maar daar onvoldoende voor is beloond.  

In de visie van Orbán is opkomen voor je nationale belangen de kerntaak van een regeringsleider. Dat staat ook centraal in zijn geopolitieke visie. Hoe kan hij de belangen van Hongarije het best behartigen in een veranderd geopolitiek landschap? In een lezing op 27 juli voor Roemeense studenten spreekt hij over een wereldwijde systeemverandering. Het dominante centrum van de wereld verschuift richting Azië, naar landen zoals China, India, Pakistan en Indonesië.  Die landen hebben al verschillende economische samenwerkingsverbanden gecreëerd, zoals de BRICS en de Shanghai Cooperation Organisation.  

Deze mondiale verandering is al begonnen en zal nog eens twintig tot vijfentwintig jaar duren. Dit proces is onomkeerbaar.  De wereldeconomie zal niet uitsluitend westers of oosters zijn. Hongarije moet in beide zitten, in het westen en in het oosten. 

Nationale soevereiniteit 

Het grootste verschil tussen het wereldbeeld van de westelijke helft van Europa en de landen van Centraal-Europa is de waardering van de natiestaat. De West-Europese leiders leven in een post-nationale wereld, waarin het logisch is dat de bevoegdheden en de soevereiniteit van de natiestaten naar Brussel worden overgedragen.  

Het wereldbeeld van Midden-Europeanen is juist gebaseerd op natiestaten. In zijn relaties met andere staten is de natiestaat soeverein en heeft de capaciteit om onafhankelijk zijn buitenlandse en binnenlandse beleid te bepalen. In die opvatting is de natiestaat geen juridische abstractie, want de natiestaat is geworteld in een bepaalde cultuur en een gedeelde set van waarden, waarover een bepaalde consensus is ontstaan. 

Staatsvijand nummer 1: die andere Hongaar 

In april 2018 won de regerende Fidesz-partij van premier Orbán de parlementsverkiezingen met een ruime meerderheid. In de verkiezingscampagne van 2018 was een hoofdrol weggelegd voor de Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros. De Open Society Foundation van Soros steunt wereldwijd non-gouvernementele organisaties die opkomen voor minderheden, open grenzen en het bevorderen van de liberale democratie. In Nederland werd de Open Society Foundation (OSF) bekend door prinses Mabel. In 1997 kreeg zij de leiding over het OSF Instituut in Brussel, in 2003 over de vestiging in London en sinds december 2012 is ze lid van het bestuur van de OSF. 

Soros staat symbool voor alles waar Orbán tegen is. Soros pleit voor open grenzen en vindt dat Europa de plicht heeft grote aantallen migranten en vluchtelingen op te nemen. Daarbij zou hij zijn geld gebruiken om de besluitvorming in Brussel te beïnvloeden. Orbán vindt juist het tegenovergestelde. In 2015, op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis, reageerde Orbán met harde maatregelen en de bouw van een dubbel grenshek aan de zuidgrens.  

Tijdens de verkiezingscampagne in 2018 stonden in Hongarije overal borden langs de weg waarop Soros te zien was met linkse oppositieleiders die met heggenscharen en prikkeldraad op het punt stonden om het door Orbán geplaatste hek langs de grens door te knippen. Halverwege 2018 voert Orbán zelfs de Stop Soros-wet in, die het strafbaar maakt illegale immigranten te helpen. 

Over het Europa zonder grenzen zegt Orbán dat als er meer gasten dan gastheren zijn, thuis niet langer thuis is. Bovendien waarschuwt hij dat er in het kielzog van de vluchtelingenstroom ook terroristen (IS) en criminelen Europa binnenkwamen.  

Tijdens een conservatieve conferentie in Texas in 2022 stelt Orbán dat Hongarije het veiligste land van Europa is en dat Boedapest een van de weinige Europese hoofdsteden is waar je zelfs ‘s nachts veilig kunt rondlopen. 

Staatsvijand nummer 2: de vrouw die Hongarije wilde straffen 

In september 2018 stemde een meerderheid van het Europarlement in met strafmaatregelen tegen Hongarije. Aanleiding was een kritisch rapport van de Nederlandse Europarlementariër Judith Sargentini (GroenLinks), waarin zij stelt dat in Hongarije sprake is van een systematische bedreiging van de democratie en de rechtstaat. Er is grootschalige corruptie, geen onafhankelijke rechtspraak en de rechten van migranten worden met voeten getreden. Daarnaast komt de persvrijheid in de knel doordat Orbán samen met bevriende rijke zakenlui vrijwel alle onafhankelijke media opkoopt.  

Als reactie op het rapport kwam de Hongaarse regering met televisiespotjes tegen Sargentini, waarin zij samen te zien is met George Soros. De boodschap: ‘Laat ze ons niet chanteren. Laten we Hongarije verdedigen!’  

Inmiddels heeft Orbán er een geduchte concurrent bij gekregen. Peter Magyar, een voormalige partijgenoot, richtte een rivaliserende partij op, de Partij voor Respect en Vrijheid. Hoewel Magyar in grote lijnen het conservatief christelijke gedachtegoed van Orbán deelt, wil hij de corruptie bestrijden en de rechtsstaat herstellen. De partij van Magyar behaalde bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni 31 procent van de stemmen en werd daarmee vanuit niets de tweede partij na Fidesz, die met 44 procent de grootste bleef. 

Staatsvijand nummer 3: de man die Hongarije op de knieën wilde krijgen 

Volgens Orbán heeft het Westen zijn spirituele fundament verloren. Het christelijk geloof is door de politieke elite overboord gezet, evenals de natiestaat, de familiebanden en het gezin. In de plaats daarvan is de genderideologie gekomen, waarin het gezin gezien wordt als een onderdrukkend patriarchaat, liefde is losgekoppeld van het huwelijk en er meer dan twee geslachten bestaan. 

In 2021 nam de Hongaarse conservatieve regering in 2021 een wet aan om kinderen onder de 18 jaar te beschermen tegen boeken, films en andere media met een seksuele inhoud die niet heteroseksueel is. Ook reclame-uitingen waarin homo- of transseksualiteit als normaal wordt voorgesteld mogen niet meer worden getoond. De wet was eerst per referendum voorgelegd aan de Hongaarse bevolking, die er met een grote meerderheid mee instemde. 

‘Kolonisator Rutte’ 

Volgens Orbán is de nieuwe wetgeving helemaal niet gericht tegen homo’s, maar wordt ouders de mogelijkheid gegeven hun kinderen te beschermen tegen seksueel getinte media. Bovendien is hij naar eigen zeggen niet anti-homo. ‘Ik ben vrijheidsstrijder en tijdens het communisme heb ik gestreden voor de homorechten.’ 

De gemoederen liepen hoog op in Europa. Het felst was de Nederlandse premier Rutte: ‘Mijn doel is Hongarije op dit punt op de knieën te krijgen. Ze moeten zich realiseren dat ze lid zijn van de Europese Unie en zich moeten houden aan de Europese waarden. Voor Hongarije is geen plek meer aan de Europese tafel als het land de wet niet intrekt.’  

Volgens de Hongaarse minister Varga sprak Rutte ‘met de stem van oude koloniale arrogantie’. ‘Zolang ik leef, zal ik vechten zodat Hongaren nooit hoeven te knielen voor Rutte of een andere kolonisator.’ 

Hongarije eerst 

Opmerkelijk is dat het Bulgaarse parlement begin augustus 2024 een vrijwel identieke wet heeft aangenomen. Net zoals volgens de in Brussel sterk bekritiseerde Hongaarse wet, is het nu ook in Bulgarije illegaal om ‘niet traditionele seksuele geaardheid’ aan te moedigen op school. Daarover is echter geen storm van verontwaardiging uitgebroken, noch in de EU noch in de West-Europese media. 

Hoe je ook over Viktor Orbán denkt, hij is niet de baarlijke duivel die de EU en de westerse media vaak van hem maken. Hij denkt inderdaad anders over het belang van het gezin, van seksualiteit en, vooral, over het belang van de natiestaat. Voor hem staat het belang van Hongarije en de Hongaren voorop. En hij heeft zich tot taak gesteld dat belang ten koste van alles te waarborgen. Ook in West-Europa, in Nederland incluis, zullen er heel wat kiezers zijn die zouden willen dat hun politici in dat opzicht wat van Orbáns mentaliteit zouden hebben. 

Feike Reitsma is meer dan veertig jaar werkzaam geweest op het gebied van overheidspersoneelsbeleid, arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktonderzoek. 

Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!