Harris versus Trump is als VVD versus PVV, maar wel met Amerika op 1

MennoTamminga 21-8-24
Donald Trump en Kamala Harris. Beeld: news18.com.

Kiezen de Amerikanen op 5 november voor het Make America Great Again (MAGA) programma van oud-president Donald Trump, de Republikeinse uitdager? Of toch liever MALA: Make America Laugh Again, de slogan van Kamala Harris, de zittende Democratische vice-president. 

De Amerikanen kiezen, maar aan de uitslag kunnen Nederland en Europa zich niet onttrekken. In de eerste plaats omdat Amerikaanse verkiezingen een kraamkamer zijn van vernieuwing. Liberalisering en deregulering? Ronald Reagan, de Republikeinse president (1981-1989), maakte er furore mee, het links-liberale kabinet Kok nam delen daarvan gretig over.  

Kom bij ons! 

De uitslag op 5 november kan tevens merkbare invloed hebben op de concurrentiepositie van het Amerikaanse bedrijfsleven ten opzichte van hun Europese rivalen. President Joe Biden zette twee jaar geleden zijn handtekening onder de Inflation Reduction Act (IRA), een wet die (groene) investeringen in de Amerikaanse industrie aanmoedigt met belastingvoordelen. Daarmee gaven de VS hun eigen industrie een impuls. Zij lokken tevens energie-intensieve Europése bedrijven. Kom bij ons! Europese politici hadden moeite om een coherent antwoord te vinden.  

Met de naam van zijn anti-inflatiewet voelde Biden de stemming goed aan. Maar het is hem niet gelukt het sentiment te keren. In hun lijstje van prioriteiten zetten Amerikaanse kiezers twee brood-en-boter onderwerpen bovenaan. De meest recente peiling van onderzoeksbureau YouGov en weekblad The Economist zet inflatie (topprioriteit bij 24 procent van de kiezers) en de economie/banen (13 procent) bovenaan. Op 3 staat immigratie (12 procent), op 4 gezondheidszorg (10 procent).  

De prioriteiten spelen Trump in de kaart. Kiezers zien de Republikeinen als de betere keus bij economische onderwerpen en immigratie.  

Tegelijkertijd valt me bij de economische programma’s van Harris én van Trump op dat zij een hoofdrol geven aan de maakbaarheid van de economie. Dat klinkt niet liberaal, eerder dirigistisch links.  

Trump lanceerde vier weken geleden drie troeven tegen inflatie. Dat zijn, in kort bestek: minder regels voor boringen en exploratie van olie en gas. Meer aanbod moet de energieprijzen drukken. Bedenk wel: de VS is een immens land, zonder fijnmazig openbaar vervoer. Zelf autorijden is de norm. Hogere prijzen aan de pomp zijn een recept voor verloren verkiezingen, zoals de Democraat Jimmy Carter in 1980 ondervond.  

Brede belastingverlaging 

Verder wil Trump een importheffing op alle goederen van 10 procent en op invoer uit China van 60 procent. Dat is de maakbare economie. Buitenlandse spullen worden duurder en dat drijft de inflatie op. Maar de heffingen moeten Amerikaanse concurrenten stimuleren tot meer productie én banen. Hij wil ook een brede belastingverlaging om de koopkracht op te krikken. 

Harris zit als regerend vice-president in een lastig parket. Ze erkende vorige week bij haar economische voorstellen dat prijsstijgingen de afgelopen jaren soms wel 50 procent waren. Niet slim. Dat is precies de klacht van de Republikeinen. Harris wil de inflatie terugdringen door prijsopdrijving (price gouging) in winkels te bestrijden. Dat is haar maakbare economie. 

Lege schappen 

Hoe wil ze dat doen? Onduidelijk.   

Als ze kiest voor prijslimieten voor bijvoorbeeld dagelijkse boodschappen kan dat desastreus uitpakken. Producenten investeren niet meer omdat de prijzen vastliggen. Daardoor stagneert of daalt het aanbod. Resultaat: lege schappen, schaarste en hamsteren. Het kan ook zijn dat Harris prijsopdrijving wil bestrijden met meer concurrentie tussen leveranciers en supermarkten. Beide oplossingen vereisen stringenter overheidsingrijpen. En, ironie: de laatste president die loon- en prijslimieten gebruikte was Richard Nixon, een Republikein. Het werkte niet.  

VVD-program 

Verder hamert Harris op belastingverlaging voor lage en middeninkomens. Ze kruist de voor Democraten gebruikelijke hokjes aan, zoals geld voor onderwijs en stimulansen voor starterswoningen. 

Naar Nederlandse politieke begrippen vertaald: eerder VVD met een snuifje D66 dan GroenLinks-PvdA. En Trump? Je ziet raakvlakken met de PVV op onderwerpen als immigratiebeperking en nationalisme (anti-Brussel).  

De Amerikaanse verkiezingsstrijd borrelt echter ook van unieke kenmerken die de meeste Nederlandse politici vreemd zijn. Het eerste is dat weinig mensen zich zorgen lijken te maken over het groeiende overheidstekort of de oplopende staatsschuld. Het tekort op de federale begroting is dit jaar volgens het Budget Office 5,6 procent van de productie van goederen en diensten (bbp). Ter vergelijking: Nederland 2,2 procent. Zoals Dick Cheney, oud-minister, Republikeinse veteraan profeteerde: deficits don’t matter. Tekorten doen er niet toe.   

Het tweede kenmerk is protectionisme. Trump en zijn running mate J.D. Vance propageren economisch nationalisme. Dat deed Biden ook: zijn industriepolitiek zet Amerika op 1. De VS willen zelfvoorzienend zijn en dat lukt: hightech, defensie en energie. Tegenover dit robuuste blok is Europa een afhankelijk allegaartje. 

Democratische kandidaat lijkt het meest op ‘ons’ 

Het derde kenmerk is de ‘populistische’ onderstroom. De weerzin tegen Wall Street, economische giganten en ongekozen functionarissen is een politiek feit. Harris wil bedrijven straffen vanwege prijsopdrijving. Vance hekelt de macht van Big Tech. Trump wil als president invloed hebben op de rentepolitiek van de (politiek onafhankelijke) Amerikaanse centrale bank. Renteverhogingen in een miserabele tijd voor de gewone man zijn ‘on-Amerikaans’, is de gedachte. 

Deze en andere unieke kenmerken vinden Europeanen, van politici tot media, lastig te begrijpen. Nationalisme en protectionisme – daar staat Europa graag boven. Vandaar dat een Democratische kandidaat steevast bij voorbaat de zegen krijgt. Die lijkt het meest op ‘ons’. Maar daar heeft de Amerikaanse kiezer geen boodschap aan. Wie de Amerikaanse realiteit weigert te zien, kan het lachen wel eens vergaan op 6 november. 

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!