Jaag geen boeren weg met hoger waterpeil maar stop met het verbranden van bomen
Het Klimaatakkoord van Ed Nijpels uit 2019 eist een hoger waterpeil in grote delen van Friesland, in het Groene Hart en in de andere veenweidegebieden. Veel mensen die daar wonen en bijna alle boeren die er hun bedrijf hebben zijn daar tegen, maar officieel geldt de eis nog steeds. Onze nieuwe minister van Landbouw, Femke Wiersma (BBB), zal dat zeker willen schrappen, en misschien kan het Regeerakkoord zo een einde maken aan vijf jaar onzekerheid. Ik hoop het en daarom vandaag een steuntje in de rug voor de minister in haar onderhandelingen met VVD en NSC.
De eis kwam in 2019 uitsluitend vanwege CO2-doelen in het Klimaatakkoord. Niet dus om Nederland mooier te maken of om de vogels en de variatie in de begroeiing van de sloten te promoten. En dus moeten we de eis van een hoger waterpeil daarop beoordelen. Het kan een heel goed idee zijn om hier en daar het waterpeil te verhogen om andere redenen, en dan moeten de waterschappen daar een kosten-baten analyse van maken, maar in het Klimaatakkoord was de enige reden om hoger water te eisen in Friesland, het Groene Hart enz. dat de uitstoot van CO2 daardoor iets afneemt.
Parken en bomen zijn effectiever
De scheikunde en de biologie kloppen, zij het dat het effect heel gering is. Een representatief cijfer uit recent Nederlands onderzoek is dat de uitstoot van CO2 per hectare veengrond daalt met 4,5 ton per jaar als we de waterstand in de sloten verhogen. Een hoger cijfer van 6,5 ton CO2 per jaar is ook mogelijk, maar dan moeten extra pompen en buizen worden aangelegd om de waterstand met het seizoen te variëren. Dat kost niet alleen geld, maar ook extra CO2 want metaal is geen eco-vriendelijk product (1000 kilo staat eist al 2 ton CO2 in de staalfabriek). Dus reken ik verder met de 4,5 ton per hectare per jaar.
Om dat bedrag in perspectief te plaatsen: als we in een nieuwe woonwijk een klein park aanleggen levert dat per vierkante meter de dubbele CO2-reductie op, en dat houdt er dan rekening mee dat we het parkje niet alleen kunnen opvullen met CO2-opslurpende bomen, maar dat er ook wandelpaden, grasveldjes en speelplekken gewenst zijn. Parken en bomen zijn dus veel effectiever dan werken met het water.
In het Klimaatakkoord is niettemin afgesproken dat de veenweidegebieden voor 2030 de uitstoot met één megaton CO2 per jaar moeten terugbrengen. Dat kolossale cijfer is daar terecht gekomen volgens de aanpak van de slechte koningin in Alice in Wonderland: ‘Eerst het vonnis, daarna het onderzoek.’ Het totaal van de CO2-uitstoot door boerenland is ongeveer vier megaton CO2 per jaar, en het klonk de vergaderaars in 2019 wel redelijk in de oren om daarvan een kwart te elimineren in de periode tot 2030 en de rest daarna.
De tafelgenoten van Ed Nijpels hadden toen nog geen beschikking over de cijfers die pas dit jaar zijn gekomen, en konden dus niet weten dat daarvoor in elk van de elf jaar tussen 2019 en 2030 het water omhoog moet op 20.202 extra hectare grond, voor een totaal van bijna tweehonderdvijftigduizend hectare over de elf jaar. Een nachtmerrie, dus.
Eis en dreigement
Het Klimaatakkoord stipuleerde dat er binnen een jaar een goed plan zou komen om de waterstand te verhogen, en er is na 2019 zeker veel gepraat tussen waterschappen, provincies, gemeentes en (hopen we) boeren en tuinders, maar nog niets bereikt. Omdat er geen vorderingen waren, heeft het Rijk in een Kamerbrief van november 2022 de eis nog eens herhaald: ‘Voor laagveengebieden is de inzet een reductie van de CO2-uitstoot van 1 Megaton CO2-eq in 2030, [en] verdere reductie richting 2050…. Een peil van 20 cm onder maaiveld [is] optimum voor reductie van uitstoot van de broeikasgassen.’
En dan een dreigement, typerend voor de stijl van Rutte-3 en 4: ‘Wanneer het peil van 40 naar 20 cm onder maaiveld beweegt, zal de huidige landbouwpraktijk steeds meer beïnvloed worden en zullen extensivering en aangepaste teelten onderzocht moeten worden. Dit betekent uiteraard niet dat overal een peil van 20 cm onder maaiveld gehaald moet of kan worden.’
Beschermlaag verdwijnt
Existentiële onzekerheid dus voor boeren en tuinders. Ik woon er zelf midden tussen en kwam deze week de manager tegen van een grote plantenkwekerij in Boskoop. ‘Ik ben er niet nerveus over’, zei hij. ‘Het waterschap weet dat de waterstand niet met meer dan een paar centimeter mag stijgen.’
In de Nessepolder (tussen Rotterdam en Zevenhuizen) zien de boeren al wel wat er dreigt. Hun waterschap is namelijk al begonnen met het verhogen van het waterpeil. Een boer legt uit: ‘Een goed bemeste grasmat is in het veenweidegebied van oudsher de beschermlaag van de veenmassa. … Door het hoge waterpeil wordt die beschermlaag poreus en kalven de bloemrijke slootkanten sterk af. Als je die laag eenmaal kwijt bent, is het heel lastig om die weer terug te krijgen.’ En een schapenhouder voegt er aan toe: ‘Als de grond natter wordt, lopen [de] dieren het land sneller kapot.’
In de Nessepolder is het hogere water dus al controversieel. En dan beslist de provincie. ‘Eigenlijk voeren wij hier besluiten van provincie en gemeentes uit. Die bepalen welke functie er aan een gebied wordt toegekend’, verklaart Hoogheemraad Agnes van Zoelen. Dat wordt straks spannend in Boskoop, waar de tuinders rekenen op het waterschap, maar de gemeenteraad van Alphen a/d Rijn (waar Boskoop onder valt) en de provincie anders kunnen beslissen.
Boskoop adverteert zichzelf als ‘het grootste aaneengesloten sierteeltgebied ter wereld’, maar misschien blijft Links bij ‘alles opofferen voor minder CO2’, en dat is dan het einde van Boskoop zoals we dat kennen.
Een duidelijke instructie van minister Wiersma en de Tweede Kamer is daarom vereist om die onzekerheid op te lossen en officieel te bevestigen dat Nederland niet meer koploper wil zijn, en dat er nog meer is dan alleen minder CO2.
Sluit biomassacentrales
En intussen nog wat ammunitie voor de andere partijen in de Provinciale Staten (in NRC en Volkskrant bekend als ‘populistisch’ en ‘extreem rechts’). 4500 kilo CO2 valt inderdaad per hectare te verdienen door het grondwater van 40 cm tot 20 cm onder het maaiveld te laten stijgen en de ‘extensivering’ (ambtelijk eufemisme voor boeren wegjagen) op te leggen.
Maar er is nog een heel andere manier: door zo snel mogelijk te stoppen met de onzinnige verbranding van bomen in biomassacentrales. De stook van bomen spuit namelijk iedere twaalf minuten dat de verbranding aanstaat 4500 kilo CO2 in de atmosfeer – en doet daarmee dus waterwerk van een volle hectare te niet. En is ook nog heel slecht voor de natuur in de Baltische republieken, waar die bossen worden gekapt en verkocht.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER . Hartelijk dank!