Supergelukkige Scandinaviërs? Dat is een fabeltje

Hansvan
Beeld: arcadia.frl.

Als we afgaan op de cijfers van het World Happiness Report en gelukkig-zijn onze diepste wens is, zouden we in theorie allemaal stante pede naar Finland moeten emigreren. Al zeven keer op rij scoort dit land volgens het vermaarde rapport het hoogste gelukscijfer ter wereld, dit jaar 7.74.

Drie feiten over het rapport staan als een paal boven water. Eén: geen land op aarde zal bezwaar maken als het op de nummer-1-positie prijkt. Twee: het grote bedrijfsleven en de journalistiek zullen altijd verhoogde interesse tonen in het land dat bovenaan eindigt, nieuwsgierig naar ‘het geheim’ achter het veronderstelde geluk. En drie: de gemiddelde nieuwsconsument vraagt zich telkens af waar in godsnaam het bewijs is dat de inwoners van het zogenaamd gelukkigste land inderdaad zo gelukkig zijn. Is het soms keiharde desinformatie dat Finnen (ook) bekend staan om hun somberheid, melancholie, drankzucht en soepele bereidheid tot zelfmoord?

Gelukkig en toch populistisch

Als we de filosofische vraag – is een land reduceren tot een enkel gelukscijfer niet sowieso bedrog? – even parkeren, valt op dat de hoog scorende landen in de westerse pers steevast ten voorbeeld worden gesteld. Zo zijn de verhalen over de successen van het Finse onderwijssysteem de afgelopen jaren niet aan te slepen geweest. En is er even zo vaak de vraag gesteld welke elementen uit dat systeem elders kunnen worden overgenomen.

Typerend voor de kritiekloosheid waarmee naar geluksonderzoeken wordt gekeken is dat het weekblad De Groene Amsterdammer zich er onlangs over verbaasde dat Finland, ondanks al dat in rapportcijfers gemeten geluk, toch last heeft van wat men bij dat blad ‘rechts-populisme’ noemt. Alsof bewezen gelukkige mensen, Finnen in dit geval, immuun zouden moeten zijn voor politiek onwenselijke gedachten of denkbeelden.

Een van de fundamentele zwaktes van geluksonderzoek is dat het moeilijk te achterhalen is of geënquêteerden wel of niet sociaal wenselijke antwoorden geven. Dat Scandinaviërs bijvoorbeeld veel waarde hechten aan een zachte, meelevende samenleving kan niet alleen de reden zijn dat ze hun best doen een dergelijk soort samenleving voor zichzelf in te richten, maar ook dat ze in een enquête extra hoog opgeven van juist die eigenschappen in zichzelf en in hun maatschappij. Tegelijk zijn ze wellicht terughoudender dan anderen om in hun enquête-antwoorden uiting te geven aan onvrede en zodoende medeburgers te verontrusten of de samenleving onnodig negatief te belichten.

Hiermee beland je bij de kern van een ander fundamentele zwakte: is geluk, als verschijnsel, niet grotendeels cultureel bepaald? En zit het niet in de Scandinavische mores verankerd om dankbaar te zijn jegens wat je in het leven toevalt en geluk niet te zien als een sensationele serie avonturen of ervaringen, maar als een duurzame staat van zijn die door de overheid wordt gefaciliteerd?

Wie de films van de beroemde, Finse filmregisseur Aki Kaurimäki kent, maakt onherroepelijk kennis met de keerzijde van al die zogenaamd perfecte overheidsvoorzieningen: de verveelde personages grijpen veelvuldig naar de drank en zien in hun resterende leven geen uitdagingen maar monotonie.

Minister van Geluk

Nog een andere zwakte van geluksonderzoek is dat de scheiding tussen wetenschap en commercie vloeibaar is. Zo installeerden de Verenigde Arabische Emiraten in 2016 de eerste minister van Geluk ter wereld. Ooit gaf professor Ruut Veenhoven, internationaal bekend als de ‘Godfather of Happiness Studies’, in een interview met ondergetekende toe dat dat ministerie, en die functie, onderdeel waren van een marketing-offensief. Gefortuneerde immigranten vestigen zich nu eenmaal graag in een land dat statistische garanties lijkt te bieden om er gelukkig te worden. En als je kunt wijzen op het bestaan van een ministerie dat zich alleen maar druk maakt om jouw geluk, helpt dat natuurlijk bij het lokken van de rijken der aarde.

Wanneer je echter niet al te goedgelovig bent gaan al je voelsprieten overeind staan als je verneemt dat een Golfstaat als de VAE gaat pronken met menselijk geluk. En niet zomaar geluk, maar geluk dat door een heus ministerie met heus beleid min of meer wordt bevorderd annex in scène gezet. Heb je het dan niet over een wel erg plastieke invulling van de term ‘geluk’? Niet voor niets zwakt de Finse geluksonderzoeker Frank Martela, die in het Groene-artikel wordt opgevoerd en internationale delegaties rondleidt in zijn land, de term ‘geluk’ graag wat af. Hij wil het omzetten in de meer realistische term ‘tevredenheid’.

Martela: ‘Als je mensen vraagt hoe vaak ze op een dag lachen, scoren Zuid-Amerikaanse landen uitstekend. Dan eindigt Finland ergens rond de dertigste plaats. Net als de andere Scandinavische landen hebben wij niet zozeer méér heel blije inwoners, maar vooral mínder ongelukkige mensen.’ Oké, dus geluksonderzoek leunt eigenlijk tegen tevredenheidsonderzoek aan. En geluksonderzoek meet niet oprechte en spontane vreugde of blijheid, maar het jaar in jaar uit succesvol voorkomen dat er ontevreden mensen ontstaan.

Met andere woorden: geluksonderzoek geeft helemaal niet het werkelijke humeur of de reëel bestaande euforie van burgers weer, maar brengt veeleer de factoren in kaart waar burgers ongelukkig van worden. (En dat aantal factoren zou dan in Scandinavië het geringst zijn.)

Zit geluk vast aan een levensverhaal?

Een van de wezenskenmerken van gelukkige mensen is dat ze onzichtbaar zijn, vertelde Ruut Veenhoven mij enkele jaren terug. ‘Ze zweven meestal losjes rond. Je hoort ze niet. Ze hebben geen verhaal.’ Volgens de positieve psychologie, die de individuele mens graag een doel voor zichzelf ziet formuleren en er vanuit gaat dat een zekere Bildung zowat voorwaarde is voor het ervaren van levensgeluk, heeft geluksonderzoek de diepgang van een surfplank.

Waar Veenhoven lacherig vertelt dat aanhangers van de positieve psychologie zich neerbuigend opstellen jegens de geënquêteerde medemens en het moeilijk verteerbaar vinden ‘dat burgers die in lelijke flats wonen en een weinig uitdagend baantje hebben regelmatig beweren toch gelukkig te zijn’, hekelt de positieve psychologie het juist dat iedereen zomaar bevoegd wordt verklaard een oordeel te geven over het eigen leven (wat bij geluksonderzoek nu eenmaal het geval is, elke geënquêteerde keurt het eigen vlees). Het leidt volgens deze denkschool tot de verheerlijking van oppervlakkige feel good. En tot een niet-bevlogen, richtingloze samenleving.     

Wie de statistieken van het World Happiness Report van de afgelopen jaren doorbladert, kan het onmogelijk ontgaan dat de Verenigde Staten, afgezet tegen hun macht en rijkdom, nogal laag scoren. Dit jaar staan ze met een 6,7 op de 23ste plek (Nederland op plek 6 met 7,3), hetgeen erop neerkomt dat de kans om een ontevreden mens te worden, volgens dit rapport, in Amerika een stuk groter is dan in top-10 landen als Nederland en Finland.

Op het eerste gezicht lijkt dit een diskwalificatie van de VS, maar de positieve psychologie zal zeggen dat als een samenleving je niet stimuleert een levensverhaal of een persoonlijke ambitie te formuleren je je afsluit voor zowel teleurstelling als succes. En dat geluksonderzoek vooral een middelmaat bewierokende pseudowetenschap is; een ideologie die de verzorgingsstaat propageert en de burgers in die verzorgingsstaat wil bevestigen in hun (valse?) bewustzijn dat ze gelukkig zijn.   

Aan de Prozac     

Misschien moet de conclusie luiden dat bijna niemand acuut blij wordt van een verzorgingsstaat, maar dat het vele inwoners wel een diep gevoel van tevredenheid oplevert. Al is die diepe tevredenheid, die anderen ‘geluk’ noemen, dan weer zo gelijkmatig van aard dat de lokroep van het antidepressivum nooit ver weg is.   

Zo bezien is het geen wonder dat uitgerekend de Finnen, die volgens het World Happiness Report zowat kansloos zijn om ongelukkig te worden, bovengemiddeld aan de Prozac en andere gelukspilletjes hangen.    

Hans van Willigenburg (1963) is journalist, schrijver, dichter en podcastmaker. Zijn laatste boek is de interviewbundel ‘Vrijheidsvuur’

Wynia’s Week ligt iedere woensdag- en zaterdagmorgen bij u op de mat. De donateurs maken dat mogelijk. Wordt u ook donateur? Dat kan HIER. Hartelijk dank!