Cijfers liegen niet: vervangingsmigratie is geen complot, maar EU-beleid

WW Roodenburg 20 juli 2024
Ondanks groeiende weerstand onder de bevolking van de lidstaten, blijft de Europese Unie ongeremde immigratie faciliteren. Foto: Pexels

Met het aantreden van het kabinet-Schoof voegt Nederland zich in het rijtje West-Europese landen – Denemarken, Zweden, Italië – waar in ieder geval de intentie bestaat om paal en perk te stellen aan de uit de hand lopende immigratie. Of dit ook gaat lukken, is een ander verhaal. Als het aan de linkse oppositie ligt in ieder geval niet.

Die oppositie behaalde tijdens het debat over de regeringsverklaring een tactische overwinning door de premier en de regeringsgezinde fracties uit elkaar te spelen. Met behulp van afgezaagde verwijten van semantische aard met een hoog Godwin-gehalte én een hoofdrol voor het ‘o-woord’, daarbij geholpen door het knullige optreden van de fractieleider van de grootste regeringspartij en diens nummer één in het kabinet.

Het was een tactische, maar zeker geen strategische overwinning van de oppositie. Want deze etikettenplakkerij – bewindslieden werden, al dan niet impliciet, neergezet als ‘complotdenker’, ‘racist’, ‘antisemiet’ en ‘nazi’ – legde op pijnlijke wijze het gebrek aan argumenten bloot. En daar zal de kiezer, die in grote meerderheid wil dat er een einde komt aan de ongeremde immigratie, niet blij mee zijn.

Zoals bekend krijgen Nederlandse vrouwen minder kinderen dan nodig is om de bevolking op peil te houden. Dit geldt in het bijzonder binnen de bevolkingsgroep die voorheen werd aangeduid als ‘autochtonen’ en tegenwoordig als ‘personen met een Nederlandse achtergrond’. Gevolg van dit lage kindertal is dat deze bevolkingsgroep in omvang afneemt. Tegelijkertijd komen meer migranten binnen dan er vertrekken. Beide verschijnselen in combinatie hebben tot gevolg dat burgers met een Nederlandse achtergrond in toenemende mate wordt vervangen door personen met een migratieachtergrond.

In plaats van het ‘o-woord’, dat door de immigratielobby wordt aangegrepen om pleitbezorgers van immigratiebeperking in een kwaad daglicht te stellen, kunnen we beter spreken over ‘vervangingsmigratie’. Dit is de vertaling uit het Engels van Replacement Migration, een term afkomstig uit onverdachte hoek, te weten de Verenigde Naties, die een kwart eeuw geleden een gelijknamig rapport – waarover later meer – het licht deden zien.

De geschetste demografische transitie doet zich in meerdere of mindere mate ook voor in andere West-Europese landen. In Nederland is de netto-immigratie overigens veel hoger dan het niveau dat nodig zou zijn om de bevolkingsomvang te stabiliseren. Geen wonder dat – terwijl Nederland tijdens de millenniumwisseling nog een kleine 16 miljoen inwoners telde – de bevolkingsteller van het CBS binnen enkele weken de 18 miljoen zal aantikken.

Pensionado’s, grenspendelaars en arbeidsmigranten

Dat er te weinig kinderen worden geboren, is niet de enige oorzaak van de teruglopende oorspronkelijk Nederlandse bevolking. Al jaren emigreren meer mensen met een Nederlandse achtergrond dan er immigreren. In de jaren 1995-2022 vertrokken bij elkaar bijna een half miljoen personen en bedroeg het cumulatieve vertrekoverschot van deze bevolkingsgroep 270.000, wat neerkomt op een kleine 10.000 personen gemiddeld per jaar.

Wie zijn die mensen? Er zitten pensionado’s tussen en grenspendelaars, maar ook arbeidsmigranten en ondernemers waarvan een deel met bestemmingen als Australië, Canada en de Verenigde Staten. En wat beweegt hen? Kort samengevat gaat het om twee zaken: inkomensverbetering en ontevredenheid met het publieke domein in Nederland (onder andere bevolkingsdichtheid, criminaliteit en de multiculturele samenleving). Dat blijkt uit een in 2008 gepubliceerd onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).

Een onomstotelijk vaststaand feit

Dat de hiervoor beschreven vervangingsmigratie momenteel gaande is, kan niet ter discussie staan. Het is een onomstotelijk vaststaand feit. Wie hier de aandacht op vestigt kan echter, zoals ook bleek tijdens het Kamerdebat over de regeringsverklaring, vanuit het pro-immigratiekamp het verwijt krijgen te geloven in een complottheorie, te weten: vervangingsmigratie als uitvloeisel van een door een kwaadaardige elite opgezette samenzwering. Toch hoef je – als gezegd – geen complotdenker te zijn om vervangingsmigratie ter sprake te brengen. Maar als samenzweringen niet aan de orde zijn, wat is dan de drijvende kracht achter het verschijnsel?

Alvorens hier nader op in te gaan, eerst een kleine anekdote uit mijn tijd als onderzoeker bij het Centraal Planbureau (CPB). Rond de millenniumwisseling zocht de toenmalige president van De Nederlandsche Bank (DNB) Nout Wellink de publiciteit met een betoog voor méér immigratie om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. In 2003 verscheen vervolgens de CPB-studie Immigration and the Dutch Economy, waarin immigratie als medicijn tegen de vergrijzing veel minder gunstig werd beoordeeld. Ik kreeg als projectleider van die studie daarom de opdracht contact op te nemen met DNB met het doel de klokken gelijk te zetten.

Nadat wij onze studie in Amsterdam nader hadden toegelicht, bleek dat DNB niet contrair zou gaan. In de marge van de bespreking kreeg ik desgevraagd nog te horen dat het initiatief van Wellink meer op persoonlijke titel was geweest en was ingegeven door ‘internationale gremia’ waarin hij zitting had.

Pas veel later viel bij mij het kwartje toen ik las dat Wellink in 2000 lid was geworden van de zogenoemde Trilaterale Commissie, waarin (oud-)politici, zakenlieden en academici uit de Verenigde Staten, Europa en Azië elkaar treffen. De afdeling Europa van dit gremium stond vanaf 2001 onder voorzitterschap van Peter Sutherland.

Deze Peter Sutherland was een geval apart: hij was eurocommissaris, bekleedde topfuncties bij de Wereldhandelsorganisatie, olieconcern BP en Goldman Sachs, en was vanaf 2006 Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor Internationale Migratie. Hij was een fanatiek pleitbezorger van immigratie en van de multiculturele samenleving.

Sutherland is in 2018 overleden, maar zijn geest is in kringen van de VN en de EU nog springlevend. Zijn bekendste en tevens meest cynische uitspraak deed hij in 2012 voor een commissie van het Britse House of Lords: ‘The EU should do its best to undermine the homogeneity of its member states’. De bestaande sociale samenhang moet kapot teneinde van de vermeende zegeningen van immigratie te kunnen profiteren. Aldus zou ook de Europese superstaat dichterbij kunnen komen.

Demografisch piramidespel

Sutherland ging hiermee verder dan het eerdergenoemde VN-rapport Replacement Migration. Dat rapport beperkte zich tot een pleidooi voor vervangingsmigratie naar landen, met name in Europa, die te kampen hebben met een vergrijzende en krimpende bevolking. Het rapport concludeert:

The new challenges being brought about by declining and ageing populations will require objective, thorough and comprehensive reassessments of many established economic, social and political policies and programmes. Such reassessments will need to incorporate a long-term perspective. Critical issues to be addressed in those reassessments would include: […] policies and programmes relating to international migration, in particular replacement migration, and the integration of large numbers of recent migrants and their descendants.

Op die laatste aanbeveling valt, zeker in de Nederlandse situatie, het nodige af te dingen. Het kan leiden tot een uit de hand lopend demografisch piramidespel, ondermijning van de verzorgingsstaat en van de sociale samenhang.

Diversity als bestemming van de mensheid

Het VN-rapport Replacement Migration over de vermeende wenselijkheid van vervangingsmigratie, en ook de perfide versie van Peter Sutherland en de implementatie van deze ideeën door de EU: het bereikte ons in alle openheid. Denk bijvoorbeeld ook aan het geroep van voormalige eurocommissaris Frans Timmermans over diversity als bestemming van de mensheid.

In weerwil van de groeiende weerstand onder de bevolking van de lidstaten wordt het bestaande beleid, dat de nagenoeg ongeremde immigratie faciliteert, door de EU in stand gehouden. Natuurlijk spelen internationale netwerken daarbij een rol, maar van een complot, dat immers geheimhouding veronderstelt, is geen sprake.

Gezien de opstelling van de EU is het geen overbodige luxe dat premier Schoof en zijn team de door de Tweede Kamer aangenomen motie van Casper Veldkamp – inmiddels minister van Buitenlandse Zaken – achter de hand houden. De strekking van deze motie is dat als de EU blijft volharden in het de facto beleid van open grenzen, Nederland de overgedragen bevoegdheden moet terughalen uit Brussel.

Hans Roodenburg is econoom en gaf bij het Centraal Planbureau leiding aan onderzoek naar de economische gevolgen van immigratie. Hij publiceert sinds 2021 in Wynia’s Week over het Nederlandse immigratiebeleid. 

Wynia’s Week is er diverse keren per week, als video, als podcast en als internetkrant. Wynia’s Week bestaat nu 5 jaar. Op naar het volgende lustrum! Doet u mee, als donateur? Hartelijk dank!