Vanwaar toch het malle idee dat de Nederwolf zich in 2024 beter zou gedragen dan vroeger?

WW Schneeweisz 20 juli 2024
Het debat over de wolf is gekaapt door ecologen met een groene agenda en een blinde vlek voor de geschiedenis. Foto: Pexels

Dit is de dag die je wist dat zou komen: in Leusden, op Landgoed Den Treek, werd een kind gebeten door een wolf. De media explodeerden, want de wolf is explosief materiaal in een samenleving die steeds verder verscheurd raakt tussen voor- en tegenstanders. Een beetje journalist duikt daar instinctief bovenop. Helaas niet altijd met de nodige kennis of bereidheid om zich echt goed te informeren.

Zo hoorde ik de verslaggeefster van EenVandaag, alsof dit een historisch feit betrof, zeggen ‘dat dit voor zover bekend de eerste aanval is op een mens van een wolf in Nederland’.  Waar haalt ze dergelijke onzin vandaan? Leren we dan helemaal niets van de geschiedenis?

Het is typerend voor de hele discussie rond de wolf – zo je al van een discussie kunt spreken – dat de geschiedenis in Nederland stelselmatig wordt veronachtzaamd. Het debat wordt gedomineerd door, laat ik het maar recht voor zijn raap zeggen, wolfminded ecologen en natuurclubs die dat beest wel een interessant experiment en verdienmodel vinden.

We hebben in dit land inmiddels misschien wel meer zelfverklaarde wolvologen dan wolven en stuk voor stuk hoor ik al die experts voortdurend roepen dat wij, lees zij, nog te weinig expertise in huis hebben omdat het dier nu eenmaal lange tijd is weggeweest. Is dat nu een prijzenswaardig gebaar van nederigheid of een echec van hun status als wetenschapper?

Ondertussen roepen de meeste van hen wel in koor dat we maar moeten leren samenleven met de wolf. Sterker nog, ecoloog Hugh Jansman van de Wageningen Universiteit liet zich in een online webinar ontvallen dat hij de beeldvorming bij het grote publiek zou willen doen kantelen door meer de nadruk te leggen op de mythes en legenden waarin de wolf als een zorgzaam, moedig en loyaal dier wordt beschreven. Dan denk ik: ben je wetenschapper of lobbyist? Hoe waardenvrij is de ecologie nog in dit land?

Nu heb ik mij het afgelopen jaar toevallig ook flink beziggehouden met de geschiedenis van de wolf in Nederland voor een boek dat dit najaar zal verschijnen bij Uitgeverij Blauwburgwal. Daarin zal ik onder meer een pleidooi houden om meer te kijken naar de geschiedenis van de wolf. Dan zul je in ieder geval moeten erkennen dat dat arme meisje in Leusden zeker niet het eerste slachtoffer is in Nederland.

Een bloedrood spoor

Sterker nog, er loopt een bloedrood spoor door de eeuwen dat de wolf hier in ons land leefde en de laatste wolf in 1897 (dat betrof overigens een zwervend exemplaar) werd doodgeschoten. In het Jachtmuseum in Doorwerth trof ik ooit een oud document aan. Het omvatte niet veel meer dan een paar namen: ‘Marieke G., Jantona, H. Aagje D.’ Het waren nog kinderen toen ze buiten speelden in de velden rond Hilversum. Wat er precies gebeurde vermeldt het document niet. Wel lezen we dat al deze kinderen op 4 mei 1708 gegrepen werden door een stel wolven en het niet overleefden.

Ook historicus Wim van Heugten beschreef in zijn lezenswaardige boek De Wolf in de Lage Landen enkele incidenten. Onder meer in Limburg, waar wolven van oudsher veel voorkwamen. De meeste gegevens betreffen de achttiende eeuw en de eerste decennia van de negentiende eeuw.

Wolven, zo schrijft Van Heugten, kwamen vrijwel steeds voor, maar de aantallen waren meestal niet groot. In 1810-1811 was er in het arrondissement Roermond echter sprake van een ware wolvenplaag. In dat jaar werd een tiental kinderen gegrepen.

‘Nadat de eerste kinderen waren doodgebeten, werden jachtpartijen georganiseerd om de wolf of wolven te doden, die echter niet tot succes leidden waarna de streek danig in beroering raakte. Het eerste slachtoffer viel op de avond van 31 juli 1810 in Bussereind, een gehucht bij Beesel. Daar was toen de 26-jarige Petronella Peeters samen met Joanna Engels op het land aan het werk. Petronella had haar driejarige zoontje Jan meegenomen die op een gegeven moment begon te huilen. De twee vrouwen waren bezig met het bijeenbinden van rogge en stonden blijkbaar met de rug naar het kind toe. In ieder geval werd er niet direct aandacht aan geschonken. “Wees maar stil, we zullen spoedig klaar zijn en dan gaan we naar huis,” zou Petronella hebben gezegd, schijnbaar zonder op of om te kijken. Toen ze even later wél opkeek, was het jongetje weg en zag ze verderop een wolf weglopen. De volgende dag werden alleen nog maar enkele lichaamsdelen van het kind gevonden: de linker onderarm, het linker voetje, het rechter been, enkele ribben alsmede wat bebloede kledingstukken. De maire (burgemeester) van Beesel vermeldde in zijn verslag dat deze resten in de voorschoot van de moeder werden gelegd, en dat die ze mee naar huis nam.’

Van Heugtens boek (verschenen bij Uitgeverij Matrijs) staat vol met dergelijke dramatische verhalen en ofschoon hij zelf geen positie kiest in de huidige discussie, stelt hij zeer terecht dat het op zijn minst vreemd is dat de historie in het debat over de wolf compleet wordt veronachtzaamd. En ook dat ‘het opmerkelijk is dat historische gegevens bij de beeldvorming en dus ook bij de discussies rond het al of niet herintroduceren van de wolf in West-Europa niet of nauwelijks een rol speelden’.  

Een gekaapt debat

Het discussie is gekaapt door ecologen met een groene agenda op zak die een blinde vlek hebben voor de geschiedenis. Toen op 16 maart 1815 het Koninkrijk der Nederlanden werd uitgeroepen telde het gebied (Nederland en België) 5,4 miljoen inwoners. Nu wonen er in Nederland (zonder België) bijna 18 miljoen mensen, we hebben alleen nog flinters cultuurlandschap en het gedrag van de wolf is echt niet veranderd. Het incident in Leusden bevestigt dat maar weer eens. ‘Wie niet leert van de geschiedenis is gedoemd haar over te doen’, zei Winston Churchill ooit.

Van Oswin Schneeweisz en Wouter Roorda verschijnt dit najaar bij Uitgeverij Blauwburgwal het boek ‘De Nederwolf’. Over de wel heel succesvolle comeback van een roofdier met een berucht imago. Inlichtingen voor media en boekhandel: info@blauwburgwal.nl

Oswin Schneeweisz is journalist, columnist en podcastmaker.  www.oswinschneeweisz.nl

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee, ook in 2024? Hartelijk dank!