Zaak Mona Keijzer bewijst: hoog tijd om groepsbelediging uit het Wetboek van Strafrecht te halen
Op 29 mei schreef ik in Wynia’s Week dat het Openbaar Ministerie (OM) hopelijk niets zou doen met de aangifte tegen Mona Keijzer, die met name gericht was op groepsbelediging. Keijzer – nu vicepremier en minister van Volkshuisvesting, toen nog Tweede Kamerlid – had in de talkshow Sophie & Jeroen gezegd dat veel asielmigranten uit landen komen waar het islamitisch geloof dominant is, en dat jodenhaat daar bijna onderdeel van de cultuur is.
In mijn artikel legde ik uit waarom geen sprake is van groepsbelediging en waarom Keijzer zelfs een punt heeft, waarbij ik me primair baseerde op de Koran en op de islamitische overleveringen. Het OM heeft op 12 juli een persbericht verspreid waarin het stelt de aangiftes tegen Keijzer te seponeren. Goed zo, denkt u wellicht. Het OM stelt echter ook dat de uitingen van Keijzer ‘in beginsel strafbaar zijn’.
Daar hoort een historische context bij. In oktober 1993 vond in Wenen een grootschalige bijeenkomst plaats van de Raad van Europa. De Europese regeringsleiders – Ruud Lubbers namens Nederland – spraken daar met elkaar af dat er een gemeenschappelijke aanpak moest komen van ongewenste ‘extreemrechtse’ politici: door ‘intolerantie’ dan wel ‘onverdraagzaamheid’ te introduceren als een nieuw strafrechtelijk thema. Voortaan kon iedereen die onverdraagzaamheid bevorderde, daarvoor worden veroordeeld, vooral door het Mensenrechtenhof in Straatsburg.
Het OM stelt nu met betrekking tot Mona Keijzer:
‘Het OM is van oordeel dat de uitlatingen die door Keijzer zijn gedaan op zichzelf beledigend zijn over een groep mensen wegens ras en godsdienst en, ook in de context van het publieke debat, onnodig grievend zijn. Keijzer heeft naar het oordeel van het OM onvoldoende verantwoordelijkheid genomen om te voorkomen dat haar uitingen die zij in de talkshow Sophie & Jeroen heeft gedaan zouden aanzetten tot onverdraagzaamheid.’
Wie niet onderbouwt, wordt vervolgd
Die redenering van het OM ligt in het verlengde van de in 1993 gemaakte Europese afspraken. Dat Keijzer zou kunnen hebben aangezet tot onverdraagzaamheid maakt dat er sprake is van groepsbelediging, een ernstig strafbaar feit. Het OM legt overigens nog nader uit waarom de uitspraken onnodig grievend waren:
‘Als politicus zou Keijzer in staat moeten zijn om haar woorden zorgvuldig te kiezen en haar stellingen te onderbouwen, ook tijdens een talkshow op live televisie. Dat geldt bij uitstek voor uitingen over minderheidsgroepen. Zij zijn extra kwetsbaar wanneer zij belasterd worden. Keijzer is hierin onvoldoende zorgvuldig geweest. (…) Bovendien presenteerde ze de beweringen als feiten, zonder ze op dat moment van een gedegen onderbouwing te voorzien.’
Daarmee is Keijzer in de ogen van het OM strafbaar. Maar is dat wel zo?
Hek van de dam
In de eerste plaats is het lastig om tijdens een talkshow elk standpunt gedegen te onderbouwen met feiten. Daarvoor is doorgaans geen tijd en de host zit daar meestal ook niet op te wachten, want het vertraagt het gesprek. Ook speelt mee dat de spreker wellicht niet alle achterliggende feiten zondermeer kan reproduceren als gevolg van een onverwachte vraag, terwijl de conclusie nog steeds kloppend kan zijn.
Ten tweede, als een bewering niet als feit mag worden gepresenteerd zonder onderbouwing, dan is het hek van de dam voor wat betreft groepsbelediging. Dan mogen de politie en het OM een aparte afdeling openen die strafzaken draait tegen mensen die aan talkshowtafels plaatsnemen. Het ontbreken van een gedegen onderbouwing bij uitspraken lijkt daar immers eerder regel dan uitzondering te zijn.
Maar toch een sepot
Toch gaat het OM niet tot vervolging over omdat ‘strafrechtelijke vervolging van de politicus in dit geval in strijd is met de vrijheid van meningsuiting’. Het OM wijst op het risico van een chilling effect bij vervolging:
‘Het sanctioneren van een uiting kan anderen ervan weerhouden om hun mening te uiten. Dat geldt bij uitstek voor politici. Een vrije politieke discussie is in een democratische samenleving van fundamenteel belang.’
Een ‘gewone’ burger zou dus wellicht wel vervolgd worden. En precies daar wringt het. Waarom wordt getolereerd dat Keijzer dit zegt, maar geldt dit niet voor u en mij? En wat als die uitspraak feitelijk juist zou zijn? Mag die dan nog steeds niet gedaan worden? Een andere beschermende factor is volgens het OM overigens dat Keijzer reageerde op Sophie Hilbrand en niet zelf het initiatief tot de uitspraak nam. Maar maakt dat werkelijk veel uit in dit geval?
Het wordt echter nog ernstiger. In de brief aan de aangevers stelt het OM:
‘Ondanks dat Keijzer in het fragment duidelijk probeert te maken dat het niet om alle asielmigranten uit islamitische landen en moslims gaat, is de beschuldiging ernstig genoeg om het beeld over in ieder geval een deel van deze groepen aan te tasten. Daarmee zijn de uitingen van Keijzer in de uitzending van Sophie & Jeroen op zichzelf beledigend over een groep wegens ras en godsdienst.’
Er zijn twee interpretaties van deze passage mogelijk. In de eerste plaats dat Keijzer strafbaar zou zijn voor wat ze niet heeft gezegd. Haar nuances doen er niet toe, omdat sommige mensen er sowieso aanstoot toe nemen. Het gaat erom hoe mensen haar woorden interpreteren en niet om wat zij gezegd heeft.
Een tweede interpretatie is dat Keijzers nuances er niet toe doen, omdat zij nog steeds uitspraken doet over een deel van de groep. Maar dat is precies haar doel. Zij legt de vinger op een zere plek, door te benoemen hoe problematisch een groep orthodoxe of radicale mensen naar joden kijkt. En eens te meer: wat als haar uitgesproken zorg juist is? Mag die waarheid dan niet geuit worden?
Het OM lijkt zich hier te veel met politiek te bemoeien. Toen Geert Wilders in 2008 de film Fitna online zette, werd ook hem het bijdragen aan onverdraagzaamheid verweten. Het OM wilde Wilders echter aanvankelijk niet vervolgen, maar moest dat alsnog doen als gevolg van een artikel-12-procedure. Ook in de brief aan de aangevers in de zaak tegen Mona Keijzer staat vermeld dat de aangevers een zogeheten klaagschrift in kunnen dienen, conform artikel 12 Wetboek van Strafvordering. Dan kan alsnog tot vervolging worden overgegaan.
Religiekritiek in de beklaagdenbank
Mona Keijzer uitte slechts kritiek op een cultuur, en dan met name op het religieuze deel van die cultuur. Als die kritiek strafbaar is, dan lijkt daarmee religiekritiek te worden gecriminaliseerd. In een liberale samenleving moeten burgers echter bijna alles kunnen zeggen. De nuancering ‘bijna’ zit erin dat niet tot geweld mag worden opgeroepen. Als de waarheid niet gezegd mag worden omdat een vermeend kwetsbare culturele groep tegen die waarheid beschermd moet worden, dan wordt het multiculturalisme boven de liberale grondgedachte geplaatst dat burgers alles mogen doen zolang andere burgers daardoor niet worden geschaad.
Het OM geeft daarmee de belangrijkste argumenten tegen de strafbaarstelling van groepsbelediging: het conflict met vrijheid van meningsuiting en het eventueel uitspreken van de waarheid, het subjectieve karakter van belediging, de moeilijkheid om tot een eenduidig oordeel over de uiting te komen, de ogenschijnlijk weinig consistente vervolging van soortgelijke casussen en het chilling effect.
Het is de hoogste tijd om groepsbelediging te decriminaliseren en uit het Wetboek van Strafrecht te halen.
Van Bart Collard verscheen in 2023 ‘Het recht op misinformatie’. Het boek is overal te koop en te bestellen, zoals ook in de winkel van Wynia’s Week. Kijk HIER.
De donateurs maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!