Hoeveel respect heeft Guusje ter Horst voor onze democratische rechtsstaat?
Als ik bestuurder en PvdA-prominent Guusje ter Horst een paar weken terug langs een ethische meetlat had moeten leggen, zou ik met enige welwillendheid het rapportcijfer 6- hebben uitgedeeld. Hoger beslist niet. Want er zijn affaires geweest waaruit bleek dat Ter Horst haar eigenbelang stelde boven het hogere belang van haar partij of van de samenleving. Bovendien legde ze aan collega-overheidsdienaren hogere normen op dan aan zichzelf.
Laten we haar ethische akkefietjes nog eens kort de revue laten passeren.
Het lijkt er sterk op dat de zoon van haar partner mede dankzij Ter Horst miljoenenorders van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de macht wist te slepen voor de levering van beschermingsmiddelen tijdens de coronapandemie. Deze ‘stiefzoon’ van Ter Horst was een ondernemer in duurzame kleerhangers. In eerste instantie vond hij bij VWS geen gehoor met zijn voorstel om maskers te leveren. Hij kreeg de order pas nadat Ter Horst zich er via appverkeer mee ging bemoeien. Het bleek al snel dat de stiefzoon van Ter Horst niet kon waarmaken wat hij in zijn voorstellen had vermeld, want een deel van de maskers was kwalitatief onder de maat. Ter Horst heeft op haar rol in deze zaak nooit willen reflecteren.
Opvallend stemgedrag
Eerder al was er opvallend stemgedrag van Ter Horst in de Eerste Kamer over de vrije artsenkeuze. Er was in de toenmalige VVD/PvdA-coalitie (Rutte II) afgesproken dat die vrije artsenkeuze beperkt zou worden. Ter Horst ging echter tegen het belang van de coalitie in: zij stemde tegen. Het had er alle schijn van dat zij zich liet leiden door het belang van haar toenmalige broodheer. Zij was namelijk vlak voor de stemming in december 2014 voorzitter geworden van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). Dat genootschap was tegen de beperking van de vrije artsenkeuze. Vandaar? Ter Horst gaf dat uiteraard niet toe. Een sterk inhoudelijk argument voor haar stemgedrag wist ze echter niet te geven.
Dan was er natuurlijk nog haar alcoholgebruik. Ter Horst werd in 2006, toen ze burgemeester van Nijmegen was, betrapt op rijden onder invloed. Ze had maar ‘iets te veel’ gedronken en kreeg daarom slechts een rijontzegging van een uur en een boete van 220 euro.
De lokale politiek bestempelde de kwestie als een privéaangelegenheid. So far, so bad, want vervolgens bleek dat Ter Horst in het verleden wél agenten disciplinair had gestraft omdat zij met een slok op achter het stuur werden aangetroffen. Voor Ter Horst golden kennelijk andere normen dan voor ‘gewone’ overheidsdienaren.
Enfin, er is haar verder niks kwalijk genomen, want Ter Horst bleef de ene na de andere functie aangeboden krijgen. Zo werd ze in december 2022 ‘bestuurlijk aanjager Onbeperkt Meedoen’ bij het ministerie van VWS. Het was daar haar taak om te bevorderen dat de samenleving toegankelijker wordt voor mensen met een handicap. Vorige week liet Ter Horst weten het na anderhalf jaar welletjes te vinden. Dit zei ze erover op LinkedIn:
‘Bestuurlijk aanjager is een vertrouwensfunctie. Met een bewindspersoon is zo’n vertrouwensrelatie geen automatisch gegeven. De bewindspersoon die op VWS verantwoordelijk zal zijn voor het VN-verdrag Handicap vertegenwoordigt een partij waarmee ik geen enkele verwantschap voel. Dit zal mijn effectiviteit niet ten goede komen. (…) Het verschil in opvattingen ligt op andere terreinen (deislamisering, minder vluchtelingen, Nexit, Nederland voor de Nederlanders) en zijn voor mij zo cruciaal dat ze een constructieve samenwerking in de weg staan.’
Wat Ter Horst kennelijk dwarszit, is dat twee van de drie nieuwe bewindspersonen op VWS, namelijk minister Fleur Agema en staatssecretaris Vicky Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) afkomstig zijn van de PVV. En die partij heeft, aldus Ter Horst, verkeerde standpunten. Welke van die standpunten – en in welke vorm – zijn overgenomen door het kabinet-Schoof, doet er kennelijk niet toe.
De nieuwe regering als ‘nepkabinet’
Is dit niet gewoon minachting voor onze democratische rechtsstaat? Ter Horst zal waarschijnlijk antwoorden dat juist de PVV die rechtsstaat wil ondermijnen. Wilders heeft namelijk in 2015 de Tweede Kamer een ‘nepparlement’ genoemd. ‘Dus’ haat Wilders de parlementaire democratie.
Quod erat demonstrandum? Welnee. Mensen die de quote aanhalen, ‘vergeten’ voor het gemak vaak de context waarin Wilders sprak. De discussie ging in 2015 – de migratiecrisis als gevolg van de burgeroorlog in Syrië was op het hoogtepunt – over het opnemen van asielzoekers. De Tweede Kamer wilde een ruimhartig opvangbeleid, terwijl de meerderheid van de burgers daar tegenstander van was. De linkse partijen zijn die wens consequent blijven negeren en kregen bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 de rekening gepresenteerd.
Het bij voorbaat verdoemen van PVV-bewindslieden past in een patroon. In het geval van Ter Horst is het in feite nog erger, want er is geen enkele aanwijzing dat de PVV zich niet aan het VN-verdrag Handicap wil houden. Wat er aan de hand is, is dat Ter Horst vindt dat de PVV onder geen beding mag meeregeren. Ze wil de PVV-bewindslieden Agema en Maeijer cancelen. Eigenlijk vindt ze de nieuwe regeringscoalitie een ‘nepkabinet’.
Opstand van ‘de intellectuele elite’
Dit staat nogal in contrast met de oproep tot een opstand van ‘de intellectuele elite’ die Ter Horst in 2009 deed in Vrij Nederland. Die elite zou moeten bestaan uit ‘weldenkende en wellevende mensen die zich realiseren dat het belangrijk is dat er autoriteiten zijn en dat die in principe het vertrouwen van de bevolking verdienen’. Nu blijkt dat het hierbij niet moet gaan om autoriteiten die het vertrouwen van de bevolking verdienen, maar eerst en vooral het vertrouwen van Guusje ter Horst.
Ze had natuurlijk in stilte kunnen vertrekken als ‘bestuurlijk aanjager’. Maar nee, Ter Horst moest haar minachting voor het kabinet-Schoof ventileren op LinkedIn. Ze wist natuurlijk dat de kwestie direct door de media zou worden opgepikt. Op mijn ethische meetlat maakt ze daarom een flinke duikeling. Een 6- zit er niet langer in, met alle waardering voor haar verdiensten als politicus en bestuurder kom ik nu uit op een 4.
Harrie Verbon was hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. Zijn artikelen verschijnen regelmatig in Wynia’s Week.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!