Den Haag maakt alles schaars en duur om ons in de ‘goede richting’ te sturen
Water, gas, ruimte: het beleid van de kabinetten-Rutte dat nog steeds doorwerkt maakt alles schaars en kostbaar en drukt zo de welvaart. Het is door actiegroepen aangejaagd politiek beleid, bedoeld om consumptie en comfort van burgers terug te dringen. Het is even schadelijk als kansloos.
Na maandenlang overvloedige regenval en wateroverlast kwam het bericht dat op tal van plekken in Nederland schaarste aan drinkwater dreigt. In de jaarlijkse waterbehoefte van 2,2 miljard kubieke meter zou niet meer kunnen worden voorzien. Dit terwijl er jaarlijks aan neerslag 32 miljard kubieke meter valt en alleen Rijn en Maas al 75 miljard kubieke meter water per jaar aanvoeren, zo rekende Arnout Jaspers voor.
Waterverbruik moet terug naar 100 liter per dag
Ook opmerkelijk is de grafiek die het zgn. neerslagtekort weergeeft. Dat bedraagt momenteel gemiddeld 46 millimeter, ondanks de zeer overvloedige en ongebruikelijke hoeveelheid regenval. Een neerslagtekort dat optreedt ondanks het feit dat het de afgelopen decennia gemiddeld natter is geworden in ons land.
Er lijkt bij zoveel ongerijmdheden iets anders aan de hand dan spontaan ontstane natuurlijke schaarste. Al snel kwam de aap uit de mouw dat de provincies treuzelen met het afgeven van vergunningen voor het winnen van water. Naast andere overwegingen als natuur en woningen speelt hier dat het waterverbruik van de gemiddelde Nederlander van overheidswege terug moet van 134 liter per dag nu naar 100 liter in 2035.
Een kuub drinkwater kostte huishoudens begin dit jaar 95 cent (exclusief vastrecht). Daar komt 42 cent belasting per kuub bij en over beide bedragen ook nog 9 procent btw. Van de prijs van elke extra kuub water vloeit dus zo’n 35 procent in de schatkist. Het vorige kabinet-Rutte IV overwoog om een gedifferentieerd ‘comfort’-tarief in te voeren, door de belasting boven een hoeveelheid van 100 liter per dag flink te verhogen.
Absoluut gezien gaat het voor de meeste huishoudens niet om grote bedragen aan belasting. Veel landen heffen echter helemaal geen belasting op drinkwater, omdat ze water zien als een eerste levensbehoefte. Ook hebben belastingen de neiging voortdurend te stijgen, wat ook hieruit blijkt dat vorig jaar het tarief 38,2 cent per kuub was, en te stapelen. Als water wordt bewerkt komt er nog een verbruiksbelasting bij van 26 cent per liter, omdat anders deze dranken te goedkoop worden in vergelijking met water. Het is een kaartenhuis van ‘goede bedoelingen’ waarvan het uiteindelijke resultaat is dat de burger flink meer moet betalen voor iets dat niet schaars is.
Water is schoner dan in jaren
Water in Nederland voldoet bovendien vaak niet aan de Europese norm, waaruit activisten de conclusie trekken dat het ernstig is vervuild. Dat die norm de afgelopen decennia sterk is aangescherpt, dat het water in Nederland schoner is dan het in vele decennia is geweest en dat de biodiversiteit in het water floreert, wordt er niet bij verteld. Nederland past die norm ook nog eens relatief vaak toe op veel kleinere wateren en hanteert voor bijvoorbeeld stikstof een veel striktere norm dan Duitsland of Vlaanderen. Het draagt bij aan het idee van schaarste en dat we zuinig moeten zijn met het beschikbare schoon water.
Duurdere energie
Iets soortgelijks als bij water zien we bij de winning van fossiele energie. Niet alleen in Nederland maar in de hele EU is het winnen van fossiele energie op land vrijwel onmogelijk geworden. Op zee wordt het nog wel toegestaan. Zoals een gaswinningsproject boven Schiermonnikoog onlangs illustreerde, wordt de uitvoering ervan gefrustreerd door procedures aangespannen door NGO’s die menen dat wanneer het aanbod van fossiele energie opdroogt we des te sneller kunnen omschakelen naar een fossielvrije samenleving. Zij vertragen daarom dit soort trajecten en maken met allerlei aanvullende eisen (bovenop de al uitgebreide regelgeving) de uitvoering ervan een stuk duurder.
Het resultaat van dit soort acties is dat de EU steeds minder in de eigen energiebehoefte kan voorzien. Omdat andere vormen van energie het ontstane gat niet konden vullen werd het tekort aangevuld met import uit Rusland. Toen deze leveranties wegvielen na de Russische inval in Oekraïne waren veel hogere prijzen het logische gevolg. De paniek bij de gemiddelde burger kon rekenen op een vrij lauwe reactie bij beleidsmakers. Die waren namelijk al jaren bezig om via het verhogen van de belastingen energie duurder te maken.
Wen maar aan stroomuitval
Uiteindelijk kwamen er compensatiemaatregelen, die ook weer vrij vlot werden afgebouwd behalve voor de laagste inkomensgroepen. Het is het concept van de sociale energietransitie (een term van GL-PvdA): De hogere prijzen worden alleen gecompenseerd voor de lagere inkomens, waarbij voorbij wordt gegaan aan het feit dat het de overheid zelf is die de prijzen opjaagt.
Inmiddels zijn we weer terug in de situatie dat na de gedaalde prijzen voor de gemiddelde burger bijna de helft van de energierekening bestaat uit belastingen.
Burgers en bedrijven die meegaan in het verhaal van de overheid en investeren in hernieuwbare energiebronnen zien zich geconfronteerd met het feit dat het steeds moeilijker wordt (en op steeds meer plaatsen onmogelijk) om aangesloten te worden op het stroomnet. Dat gaat gepaard met de boodschap dat we maar moeten wennen aan stroomuitval, hetgeen miskent hoe belangrijk een stabiele en betrouwbare energievoorziening is voor onze welvaart.
ADVERTENTIE
Dat een beleid gericht op iedereen van het gas af en een steeds verdere elektrificatie consequenties heeft voor de energie-infrastructuur was een even voorspelbare als ook sterk genegeerde logische consequentie. Hallucinant is het dat bij de hoogste energieprijzen ter wereld, waarvan de helft uit belastingen bestaat, velen het hebben over fossiele ‘subsidies’ die moeten worden afgebouwd. Dat dit afbouwen niets anders betekent dan nog hogere belastingen wordt er niet bij verteld.
Water en energie zijn elementaire levensbehoeften. De prijzen ervan werken sterk door in die van andere producten, vooral van voedingsmiddelen. Het doorberekenen van kostenstijgingen werd door links afgedaan als ‘graaiflatie’. Iets waar we niks meer van horen nu is gebleken dat de marges van supermarkten zijn gedaald.
Consument de dupe
De door toenmalig EU-commissaris Frans Timmermans in het kader van de Green Deal geïnitieerde ‘Farm to Fork’-strategie wil 25 procent van de landbouwgrond biologisch laten zijn in 2030. Nederland mikt vooralsnog op 15 procent (nu: 4,2 procent). Deze vorm van landbouw is veel duurder, want heeft (veel) minder opbrengst per hectare.
De volgens onderzoek van de Consumentenbond gemiddeld 48 procent hogere prijzen voor biologische producten in de winkel zijn activisten een doorn in het oog. Om dat prijsverschil te overbruggen zijn er meerdere opties. Eén daarvan is alleen nog de biologische variant van een product aan te bieden, zoals inmiddels meerdere supermarkten doen. Het prijsverschil wordt hierdoor aan het oog onttrokken. Het is vreemd dat een organisatie als de Consumentenbond hierin meegaat en deze strategie zelfs propageert, terwijl die de keuzevrijheid en de koopkracht van de consument aantast.
Eiwittransitie
Hetzelfde geldt ook voor de ‘eiwittransitie’, waarbij vrijwel alle supermarkten hebben afgesproken dat in 2030 60 procent van de eiwitten in producten plantaardig moet zijn en 40 procent dierlijk. Deze verhouding ligt nu precies andersom. Ook hier geldt dat een dergelijke strategie, die nog een stuk verder gaat dan het creëren van schaarste, schadelijk is voor de koopkracht en keuzevrijheid van de consument en zou moeten worden bestreden door organisaties die zeggen op te komen voor de consument, zoals de Consumentenbond en de ACM.
30 procent Nederland beschermd natuurgebied
Kunstmatig gecreëerde schaarste belemmert ook het grondgebruik in het algemeen en de woningbouw in het bijzonder. Allerlei door klimaat- en milieubeleid geïnspireerde regels maken, tezamen met hoge energieprijzen, daarnaast bouwen duur. In het kader van het bevorderen van de biodiversiteit heeft het kabinet-Rutte IV zich er aan gecommitteerd dat 30 procent van Nederland beschermd natuurgebied moet zijn in 2030. Dit maakt bouwgrond nog schaarser, welk effect wordt versterkt doordat er daarnaast ook nog gebieden zijn waar om andere redenen niet gebouwd mag worden, zoals het Groene Hart. Tal van regels en gedetailleerde bestemmingsplannen vergroten deze schaarste nog meer en drijven de kosten verder op.
De beschermde status van veel van deze gebieden verplicht de overheid op basis van de Habitatrichtlijn om te zorgen voor een ‘gunstige staat van instandhouding’. Negatieve invloeden van buitenaf moeten dus worden voorkomen. Dit leidde onder andere tot rigide stikstofwetgeving, waardoor landbouw- en andere activiteiten rond het Natuurnetwerk Nederland in het algemeen en de Natura 2000-gebieden in het bijzonder vrijwel niet meer mogelijk zijn. De enige bruikbare bestemming voor dit soort buffergebieden is dan ook natuur, zoals Arnout Jaspers al aan gaf in De Stikstoffuik.
Kunstmatige schaarste in combinatie met daaruit en uit bewust beleid voortvloeiende hoge prijzen worden door de overheid ingezet om het gedrag van burgers in de ‘goede’ richting te sturen. Ten grondslag aan dit wat economen ‘nudging’ noemen, ligt de gedachte dat er allerlei verborgen (of externe) kosten zijn die door consumenten niet worden meegenomen in hun afwegingen en leiden tot suboptimale uitkomsten. Dat deze ‘kosten’ niet of nauwelijks observeerbaar of zelfs afwezig zijn en vooral ideologische gedreven zijn, komt niet op bij beleidsmakers. Evenmin als de gedachte dat de economie en samenleving complex zijn en overheidssturing vaak de plank misslaat of zelfs averechts uitwerkt.
‘Jarenlang te weinig betaald’
Dat de samenleving niet maakbaar is en de overheid de burger niet aan een touwtje heeft, is al talloze malen gebleken maar toch blijft diezelfde overheid het steeds weer opnieuw proberen. Dit beleid jaagt de burger op steeds hogere kosten, als een kikker die langzaam wordt gekookt. Compensatie is er alleen soms voor de lagere inkomens, want om met Diederik Samsom te spreken: We hebben jarenlang veel te weinig betaald voor energie en voedsel.
Wouter Roorda publiceert regelmatig in Wynia’s Week over hoe de schaduwwereld van de meningsvorming en besluitvorming in Nederland werkt.Wynia’s Week volgt de macht in Nederland waar anderen het spoor bijster zijn. Dat wordt mogelijk gemaakt door de duizenden donateurs, die we van harte danken. Doet u mee?