Onzinnige koplopersambitie inzake klimaat is contraproductief
Stel je voor dat alle spelers van het Nederlands Elftal – ook de goed keepende Bart Verbruggen – topscorer zouden willen worden. Dan zouden we als team waarschijnlijk alle wedstrijden verliezen. Dit is echter wel wat het demissionaire kabinet met het coalitieakkoord van 2021 nastreefde in Team EU: ‘koploper worden in Europa bij het tegengaan van de opwarming van de aarde’. Dat was en is een onzinnige ambitie, zonder relevant nut. Klimaatbeleid en de internationale samenwerking daarin zijn veel te belangrijk om als politieke competitie te beschouwen.
Laat anderen maximaal scoren
In 2021 zat Nederland in de klimaatachterhoede van Europa. Het is een mysterie waarom we als klein land koploper tegen klimaatopwarming zouden moeten worden, wat het voordeel daarvan zou zijn voor belastingbetalende burgers en bedrijven, en vooral voor de natuur. Het vlakke Nederland heeft geen waterkracht en geen heetwaterbronnen.
Bovendien hebben we een zeer hoge bevolkingsdichtheid en concentratie van industrieën, (lucht)havens en datacenters, die heel Europa en andere delen van de wereld bedienen. We kunnen ons daarmee het beste inzetten om anderen maximaal te laten scoren, in plaats van zelf koploper willen zijn.
Een Europese klimaatranglijst is een nietszeggende vergelijking van appels en peren. De diverse Europese landen hebben zeer verschillende kenmerken en sterktes. In een goed team vullen de leden elkaar aan met hun sterktes, in plaats van zelf topscorer te willen worden.
Nederland staat nog steeds in de achterhoede van een betekenisloze klimaatcompetitie, dus van die onzinnige koplopersambitie is niets terechtgekomen. Het goede nieuws is dat Bart Verbruggen ook in de achterhoede staat. Daar is hij op zijn best en kan hij anderen laten scoren.
We doen onszelf en de wereld tekort
De EU heeft een al even betekenisloze ambitie om klimaatkoploper in de wereld te zijn. Met 3 procent van het totale landoppervlak, 5,5 procent van de totale wereldbevolking en 7,4 procent van alle CO2-uitstoot dient die ambitie geen enkel praktisch nut. Het is zelfs contraproductief, want het leidt tot suboptimalisatie binnen de eigen grenzen, zonder oog voor verslechteringen daarbuiten.
De ijdele politieke koplopersambitie belemmert een integrale optimalisatie naar het beste resultaat voor de hele wereld, en zorgt ervoor dat wij export van CO2-uitstoot als reductie aanmerken. Het zorgt er ook voor dat we onze eigen bijdrage aan wereldwijde CO2-reductie tekort doen, en anderen te weinig laten scoren.
Schat aan kennis wordt niet benut
Dat laatste doet Nederland in elk geval slecht door relatief nieuwe schone kolencentrales te sluiten, van het aardgas af te willen en te talmen met nieuwe kerncentrales. Wij hebben op al deze terreinen een schat aan kennis, ervaring en infrastructuur in huis, waarmee we als minilandje elders in de wereld een veelvoud van onze eigen CO2-uitstoot zouden kunnen helpen reduceren.
Dat vergt echter wel instandhouding en doorontwikkeling van die kennis, ervaring en infrastructuur. Als we de boel daarentegen afbreken en laten verouderen hebben we over vijf jaar niks meer in te brengen en kunnen we er ook geen geld meer mee verdienen.
CO2-export onder het mom van CO2-reductie
De CO2 die we als mensheid uitstoten door verbranding van fossiele en hedendaagse biomassa verspreidt zich via weer en wind razendsnel over de gehele aarde. Hedendaagse CO2-uitstoot stoort zich niet aan landsgrenzen, en doet er tientallen jaren over om weer door groene planten en bomen te worden opgenomen. Dat betekent om te beginnen dat alle biobrandstoffen en houtige biomassa die we nu verbranden in elk geval tot na 2050 bijdragen aan CO2-toename in de atmosfeer, en zeker niet tot afname. Het betekent ook dat Nederland en zelfs Europa veel te klein zijn om eigen klimaatdoelen op te baseren.
Nederland en de EU exporteren op grote schaal CO2-uitstoot, maar noemen dat trots ‘CO2-reductie’ en ‘koploperschap’. Als Nederland met subsidies groene waterstof uit Spanje importeert om daarmee de nationale CO2-uitstoot te verminderen heeft Spanje zelf minder groene waterstof. Aangezien groene waterstof schaars en duur is, zorgt onze import er dus voor dat Spanje meer fossiele brandstoffen moet blijven verbruiken en zelf minder CO2 kan reduceren.
Dat geldt in nog sterkere mate voor import van groene waterstof uit minder welvarende Afrikaanse landen. Import van groene waterstof komt aldus neer op export van CO2-uitstoot. Het helpt misschien in een rechtszaak tegen Urgenda, maar het reduceert wereldwijd geen CO2.
Gesubsidieerde ontbossing en verlies van biodiversiteit
Nederland en Europa importen massaal gesubsidieerde biobrandstoffen en houtige biomassa uit Azië en Noord- en Zuid-Amerika. Daarmee stimuleren we in veel grotere werelddelen dan ons eigen Europa ontbossing en aanplant van snelgroeiende monoculturen zoals palmolieplantages. Dat leidt tot afname van natuurlijke habitats, verlies van biodiversiteit en verminderde CO2-opname in volwassen biodiverse bossen.
Het feit dat wij in onze eigen regelgeving de CO2-uitstoot van verbranding van al die biomassa officieel niet meetellen (terwijl die wel degelijk uit de schoorsteen en de uitlaat vliegt) betekent helemaal niet dat er wereldwijd minder CO2 in de atmosfeer komt, integendeel.
Importeren zonnepanelen is exporteren CO2-uitstoot
Nederland en de EU importeren op zeer grote schaal zonnepanelen, autobatterijen, staal en cement uit China. Daarmee verlagen we onze eigen CO2-uitstoot van elektriciteitsopwekking, automobiliteit en industrie. Zonnepanelen, autobatterijen, staal en cement vergen echter zeer veel energie om te maken, en die energie komt in China hoofdzakelijk uit steenkool. Sterker nog, China wil mede door onze enorme import honderden kolencentrales gaan bijbouwen. Dat doen ze niet omdat hun bevolking groeit, want die krimpt de komende 30 jaar. Het importeren van zonnepanelen, autobatterijen, staal en cement komt daarmee neer op het exporteren van CO2-uitstoot.
Ik verwacht van het nieuwe kabinet en het nieuwe Europarlement dat ze de peperdure lessen van dergelijke klimaataberraties ter harte nemen, veel rationeler en feitelijker energie- en klimaatbeleid gaan voeren, en ijdele politieke koplopersambities laten varen.
Nederland en Europa stellen qua oppervlak, inwonersaantal en CO2-uitstoot weinig voor in de wereld, en de enigen die dat niet lijken te beseffen zijn wijzelf. Onze bescheiden positie betekent zeker niet dat we niks moeten doen, maar wel dat we veel slimmer en effectiever moeten nagaan wat we kunnen bijdragen aan de rest van de wereld.
1 procent wereldwijde CO2-reductie bespaart vijf maal zoveel als halvering in Nederland
Als ik zou weten hoe ik de CO2-uitstoot van Nederland zou kunnen halveren zou ik dat wellicht doen, maar niet als dat elders evenveel CO2-uitstoot zou verhogen. Als ik daarentegen zou weten hoe ik de CO2-uitstoot van de hele wereld met 1 procent zou kunnen verminderen zou ik dat zeker doen. Dat bespaart vijf maal zoveel CO2 als halvering van de Nederlandse uitstoot.
Het goede nieuws is dat ons kleine kennisland veel beter in staat is om de mondiale CO2-uitstoot met 1 procent te helpen reduceren dan om zelf te halveren. Het levert ook nog eens meer geld en werkgelegenheid op. Het gaande kabinet heeft deze kansen nadrukkelijk laten liggen, en het is aan het komende kabinet om die kansen alsnog te grijpen. Daartoe moet in elk geval de Klimaatwet van tafel, want die dwingt ons om zelf op onze eigen vlakke volle vierkante meters te moeten scoren in plaats van anderen daartoe in staat te stellen.
Maarten van Andel is chemicus en publiceerde in 2023 Kies Wijzer Klimaat. Praktische gids voor consument en kiezer. Dit verhelderende boek verscheen bij Uitgeverij Blauwburgwal, kost €17,50 en is overal verkrijgbaar, ook in de winkel van Wynia’s Week.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!