Waarom 4 nieuwe kerncentrales, en geen 5 of 6? Dan kunnen we meteen flink bezuinigen op windmolenparken
Coalitieakkoorden – of ze nu alleen maar ‘op hoofdlijnen’ zijn, of uitgewerkt tot de omvang van een bijbel – zijn altijd onsamenhangende epistels. Ze beginnen wel met een inleiding die het onderwerp ‘visie’ moet afdoen, maar daarna is een coalitieakkoord weinig meer dan een heel lange boodschappenlijst van de wensen van de coalitiepartijen. Uiteraard heeft geen enkele partij al zijn wensen op de lijst gekregen, maar je krijgt zelden de indruk dat de wensen die de onderhandelingen wel overleefd hebben, in samenhang met alle andere wensen bekeken en op elkaar afgestemd zijn.
Het is ook menselijkerwijs vrijwel onmogelijk, om na een koehandelig, maanden durend onderhandelingsproces tussen vier partijen waarin de ratio vaak ver te zoeken is, in een week tijd een coherent programma te schrijven over zoveel verschillende, maar toch samenhangende beleidsterreinen. Eigenlijk denk ik dat een ChatGPT-achtig systeem dat binnenkort beter kan dan de mens, maar dat terzijde.
Gelukkig geen ‘koploper’ meer
De PVV/VVD/NSC/BBB-coalitie benoemt ‘Energie, leveringszekerheid en klimaatadaptatie’ terecht als een van de tien hoofdpunten in haar programma.
Het begint zelfs met een stukje visie: ‘Voor energie en leveringszekerheid is Nederland nu te afhankelijk van onbetrouwbare landen. De energietransitie moet gericht zijn op het verminderen van bestaande en het voorkomen van nieuwe afhankelijkheid.’
Deze aspecten van het energiebeleid zijn onder opeenvolgende kabinetten, tot Rutte IV aan toe, compleet verwaarloosd. Alles moest altijd wijken voor ‘klimaatkoploper’ worden, met zelfopgelegde doelstellingen voor uitstootbeperking die nog strenger waren dan waar we in EU-verband voor getekend hebben. Daar is deze coalitie heel duidelijk over: er komen geen ‘nationale koppen’ meer bovenop Europees beleid. Zo wordt Jettens extra CO2-heffing, bovenop het EU-systeem van CO2-beprijzing (het ETS-systeem) afgeschaft.
De nieuwe coalitie maakt hier terecht een draai: de energietransitie moet niet alleen goed zijn voor de wereld, maar ook voor Nederland. Je kunt niet van de burger verwachten dat die tot 2050 honderden miljarden euro’s afdraagt, alleen maar voor deugpunten op internationale klimaatpodia en solidariteit met de rest van de wereld.
Concreet komt de coalitie met een aantal op zich zinnige voornemens, maar een coherent plan van aanpak is het niet. Duidelijkste voorbeeld: kernenergie.
Na decennia lang verketterd te zijn door de Nederlandse politiek, inclusief door wat destijds de rechterflank was, namelijk de VVD, kán kernenergie weer. De vergunning voor Borssele wordt verlengd tot na 2033, en onder het kabinet Rutte IV mocht ‘onderzocht’ worden of er in Nederland plaats is voor twee nieuwe kerncentrales. Klimaatminister Jetten had daarvoor een inspraak- en vergunningstraject van zeven jaar (!) ingepland, waarna eventueel met de bouw kon worden begonnen en de eerste stroom uit die nieuwe centrales rond 2035 het net op kon.
De onderbouwing ontbreekt
De nieuwe coalitie neemt dat over, maar doet er een schepje bovenop: nog twee nieuwe kerncentrales, dus in totaal vier.
Op zich prima, maar waarom vier nieuwe kerncentrales, en geen vijf of zes? Of drie? Wat is de onderbouwing? Kijken we vervolgens naar windenergie. Daarover zegt het hoofdlijnenakkoord: ‘Windmolens komen zoveel mogelijk op zee, in plaats van op land, waarbij eerst gekeken wordt naar ruimte voor de visserij. Hier wordt een zorgvuldige balans gezocht.’
Blijkbaar willen ze in principe dus doorgaan met Jettens programma om zoveel mogelijk windmolens op de Noordzee neer te zetten, waarbij ruimte voor de visserij de randvoorwaarde is. Dat laatste is duidelijk een BBB-item op de boodschappenlijst, waar je op zich begrip voor kunt hebben.
Maar er is een veel belangrijker randvoorwaarde: hoe veel windenergie hebben we eigenlijk nodig? Er staat nu 4 gigawatt (piekvermogen) aan windmolens op de Noordzee, en volgens het traject-Jetten moet dat worden uitgebouwd tot 21 gigawatt in 2030, en 70 gigawatt in 2050. Dat is reusachtig, als je bedenkt dat de maximale vraag naar elektriciteit momenteel ongeveer 20 gigawatt is. Die enorme overcompensatie is nodig omdat wind op zee gemiddeld maar de helft van het piekvermogen levert. Voorts zal gemiddeld meer dan de helft van die windmolens bezig zijn stroom te leveren voor de zeer inefficiënte productie van groene waterstof. Die is namelijk nodig als brandstof voor omgebouwde gascentrales, die de dips in de stroomproductie van die kleinste helft windmolens op moeten vangen.
Bij de coalitie lijkt het besef te ontbreken, dat kernenergie zeer effectief is in het vervangen van windenergie. Als je het hele systeem bekijkt, komt het er op neer dat elke kerncentrale (1,6 gigawatt) anderhalf windmolenpark (5 à 6 gigawatt) overbodig maakt. Met vier nieuwe kerncentrales kunnen dus al zes van Jettens gedroomde windmolenparken worden geschrapt. Zo hou je vanzelf ruimte zat over voor de visserij.
De cafetaria-aanpak is gebleven
Met elk windmolenpark dat je overbodig maakt, wordt dus ook een flink brok groene waterstofproductie overbodig. Maar over groene waterstof zegt dit akkoord alleen maar: ‘Daarnaast wordt het Klimaatfonds gebruikt voor investeringen in innovaties en technologie zoals “CCS” en groene waterstof.’ Elke reflectie op de samenhang tussen het aandeel kernenergie, het aandeel windmolens en de productieomvang van groene waterstof ontbreekt.
Eigenlijk zien we in dit akkoord dus op energiegebied weer dezelfde cafetaria-aanpak als in het Klimaatakkoord uit 2019 en de klimaatplannen van Jetten: per opwekking- of besparingsmiddel wordt op politieke gronden besloten of men daar meer of minder van wil, waarna er een waaier van subsidies, heffingen en regulering wordt opengeklapt.
Zo krijg je dus de verplichte elektrische warmtepomp (door deze coalitie nu geschrapt), overal woonhuizen ‘van het gas af’ (vooralsnog vrijwel compleet mislukt), en de onhoudbare salderingsregeling voor het terugleveren van zonne-energie. De coalitie wil die laatste nu in één keer, zonder afbouw, schrappen, maar pas in 2027. Dat staat trouwens niet in dit hoofdlijnenakkoord, terwijl dat toch best belangrijk is, zowel principieel als financieel.
Niet wéér een carrièrepoliticus als klimaatminister
Ondanks de schrille retoriek uit het linkse kamp over deze coalitie en dit hoofdlijnenakkoord, staan ook in dit hoofdstuk geen radicale maatregelen, en Nederland wil zich gewoon aan alle internationale overeenkomsten houden. Ook op energiegebied gaat er geen rechtse revolutie plaats vinden, en klimaatontkenners krijgen bij hen geen voet aan de grond.
Veel zal afhangen van het aanstellen van een vakkundige minister, die gezag afdwingt door relevante kennis en ervaring. Dus, formateur, deze keer asjeblieft niet een carrièrepoliticus die nooit een echte baan gehad heeft, maar partijtechnisch aan de beurt is voor een ministersportefeuille.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schreef de bestseller De Stikstoffuik. In juni verschijnt zijn nieuwe boek, over energietransitie in Nederland. Informatie voor media en boekhandel: info@blauwburgwal.nl
Wynia’s Week viert het vijfjarig bestaan. Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee?