Onze democratische rechtsstaat verdient een veel grotere opknapbeurt dan de nieuwe coalitie heeft afgesproken
Na een moeizame bevalling presenteerden de Tweede Kamerfracties van PVV, VVD, NSC en BBB vorige week hun hoofdlijnenakkoord. In de tekst worden tien onderwerpen besproken, variërend van bestaanszekerheid tot overheidsfinanciën en vestigingsklimaat. Zoals verwacht komen ook het klimaat- en stikstofbeleid aan de orde. Veel van de voorstellen daaromtrent zijn een stapje in de goede richting.
Hoofdstuk 7 van het hoofdlijnenakkoord handelt over ‘goed bestuur en een sterke rechtsstaat’. De coalitie wil het vertrouwen van de burger in de overheid herstellen. Er komt een agenda voor vernieuwing van de democratie, de rechtsstaat, het bestuur en de controle daarop. ‘Doel is het versterken van het belang van de Grondwet en van grondrechten, van “checks and balances” in ons democratisch bestel, van rechtsstatelijke instituties en rechtsbeginselen,’ stelt het akkoord. Dat klinkt goed, maar kan de coalitie die ambities waarmaken?
Het toetsingsverbod gaan verdwijnen
Om hun doel te bereiken, hebben de coalitiepartijen een groot aantal afspraken gemaakt. Zo zal een grondwetsherzieningsvoorstel worden ingediend tot het schrappen van het toetsingsverbod in artikel 120. De klassieke bepalingen van de Grondwet worden dan toetsbaar. Een nieuw grondwettelijk (constitutioneel) hof zal voor die toetsing instaan.
Ook komt er een correctief referendum en een Europawet, die de informatievoorziening en de procedures bij voorbereiding en totstandkoming van Europese wetgeving regelt. Dat zal voor het milieu- en klimaatbeleid een belangrijke verbetering betekenen, hoewel de wet niet kan voorkomen dat de EU inefficiënte en onwenselijke wetgeving uitvaardigt.
Het akkoord voorziet ook in ‘een wetenschappelijke standaard voor het gebruik van modellen en algoritmes’. De door overheden gebruikte klimaat- en stikstofmodellen hebben ongetwijfeld mede ten grondslag gelegen aan dit voorstel, dat mogelijk ook te maken heeft met het streven om overheid en burgers beter weerbaar te maken tegen desinformatie en ‘deepfakes’.
Modellen zullen ‘openbaar en navolgbaar’ moeten zijn, maar juistheid is kennelijk geen vereiste. Een ‘bijsluiter’ moet duidelijk maken waarvoor modellen wel en niet bedoeld zijn en waarvoor ze gebruikt kunnen worden. Aan modellen die ten dienste staan van overheidsbeleid stelt het akkoord gek genoeg geen aanvullende eisen, terwijl juist daar de grootste problemen liggen.
In hoofdstuk 7 komen ook de zogenoemde algemeen belang-acties aan de orde. Onderzocht zal worden – en dat is in lijn met een door de Tweede Kamer aangenomen motie van Chris Stoffer (SGP) – ‘of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van artikel 3.305a Burgerlijk Wetboek’.
Daarbij gaat het om organisaties als Urgenda, Milieudefensie en Greenpeace, die pretenderen in het algemeen belang namens alle Nederlanders juridische procedures te voeren. Let wel: organisaties die de bestuursrechtelijke weg volgen, bijvoorbeeld door vergunningen aan te vechten, zoals de commerciële MOB van Johan Vollenbroek met regelmaat doet, vallen buiten de reikwijdte van deze maatregel.
Gesubsidieerd wantrouwen tegen democratische politiek
De regeling van artikel 3.305a Burgerlijk Wetboek staat op gespannen voet met de beginselen van onze democratische rechtsstaat. Het staat veelal door de overheid gesubsidieerde clubjes toe om via de rechter democratisch genomen besluiten opzij te zetten en de beleidsvoering over te nemen. Met dergelijke algemeen belang-acties kan, zoals Milieudefensie zegt, ‘de democratie onder curatele worden gesteld’. Er ligt een diep wantrouwen tegen democratische politiek aan ten grondslag.
Dat probleem wordt niet opgelost door aan representativiteit ‘nadere eisen’ te stellen. Artikel 50 van onze Grondwet is heel duidelijk: alléén de Staten Generaal vertegenwoordigen ‘het hele Nederlandse volk’. Andere instellingen of organisaties met die claim zijn per definitie onbevoegd.
Het alternatief is om de algemeen belang-actie af te schaffen of volledig te democratiseren. Afschaffing is vrij simpel. Democratisering wil zeggen dat iedere burger de bevoegdheid krijgt een juridische procedure in te stellen om de staat te verplichten de wet na te leven. Dit laatste is de zogeheten ‘citizen’s suit’ die we kennen uit de Verenigde Staten.
Ook als algemeen belang-acties onmogelijk worden gemaakt, is het overigens goed denkbaar dat rechters – bijvoorbeeld op grond van internationale verdragen of ongeschreven recht – uitspraken doen die afwijken van de opvattingen van een meerderheid van de volksvertegenwoordiging. In die gevallen zou de wetgever een rechterlijke uitspraak met beleidsimplicaties buiten werking moeten kunnen stellen.Dit systeem is in de Canadese grondwet opgenomen en staat bekend als de ‘Canadian override’. Er zijn wel voorwaarden gesteld aan deze mogelijkheid tot buitenwerkingstelling. Een soortgelijke regeling zou ook in onze Grondwet niet misstaan.
Naast de algemeen belang-acties fungeren de door de EU gepropageerde ‘burgerpanels’ als instrumenten om de schijn van democratie te wekken. Het moet lijken op een volksberaad dat brainstormt over beleidsopties, maar in werkelijkheid zijn de panels zorgvuldig samengestelde groepen van burgers die geacht worden ‘experts’ na te praten en die op die basis voorgekookt beleid afstempelen.
Burgerpanels worden verkocht als ‘directe democratie’ en worden onder meer ingezet bij de uitvoering van klimaatbeleid. Dit soort manipulatieve schertsvertoningen is echter geen verrijking voor de democratie. Het hoofdlijnenakkoord zwijgt over dit verschijnsel.
De eigen agenda van de vierde macht
Onze Grondwet kent een wetgevende, een uitvoerende en een rechtsprekende macht. In de praktijk is er echter ook nog een vierde macht: het ambtelijk apparaat. Voor de nieuwe regering zal het een hele opgave worden om die vierde macht achter het nieuwe beleid te krijgen. Het vervangen van hoger personeel kan helpen, maar dat wordt bemoeilijkt door de rechtsbescherming die ambtenaren genieten. Bovendien kunnen ook lagere ambtenaren hun eigen agenda en verwachtingen hebben, in het bijzonder nu zij jarenlang het beleid van de Rutte-kabinetten hebben uitgevoerd.
Het regeerakkoord stelt terecht dat betrouwbare informatievoorziening in een rechtsstaat van wezenlijk belang is. Daarom zal de NPO eindelijk gesaneerd worden. Maar dat is niet voldoende om betrouwbare informatievoorziening en open debat te waarborgen.
Partijdige bestrijding van extremisme
Neem de vorige week door het kabinet gepresenteerde Nationale Extremismestrategie 2024-2029. Het rapport gaat over het bestrijden van ‘extremisme’, maar voor progressief ‘activisme’ geldt dan weer een uitzondering: dat is alleen ‘hinderlijk of provocerend’. Rechtse extremisten daarentegen zouden de democratische rechtsorde ‘ondermijnen’ en ‘structureel delegitimeren’ door ‘systematisch’ aan te zetten ‘tot wantrouwen tegen instituties als de wetenschap, de rechtspraak of de journalistiek’.
Dat zijn precies de drie ‘instituties’ waarop (klassieke) liberalen en andere niet-progressieven vaak forse kritiek hebben. Daarmee zijn deze politieke stromingen op voorhand verdacht gemaakt. Tevens hekelt het rapport‘het zaaien van twijfel over zaken waar binnen de wetenschap weinig onenigheid over bestaat’. Maar is (ook) dergelijke kritiek niet bij uitstek het kenmerk van een democratische rechtsstaat?
Het is niet te hopen dat de noodzakelijke uitwerking van het hoofdlijnenakkoord aan deze ‘extremismestrategie’ ten prooi valt. Anders is er nog een lange weg te gaan voordat onze democratie weer een beetje op de rails staat.
Lucas Bergkamp is arts en advocaat te Brussel.
Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Dan hopen wij dat u ook in dit jaar weer meedoet. Kwam het er nog niet van, maar wilt u wel Wynia’s Week mogelijk maken? Dan hopen we dat u nu ook de stap zet. Doneren kan op verschillende manieren en zowel met een éénmalig bedrag als met een maandelijkse bijdrage. Hartelijk dank!