Het is hoog tijd voor een nieuwe, niet verpolitieke universiteit

Graafland
Politie maakt een eind aan de bezetting van een pand van de Universiteit van Amsterdam door studenten, 7 mei 2024.

In zijn vorig jaar gepubliceerde boek America’s Cultural Revolution beschrijft de invloedrijke conservatieve schrijver, activist en filmmaker Christopher Rufo (1984) het ontstaan van de culturele crisis in zijn land, inclusief de opmars van de critical race theory. Het begon allemaal in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen de radicale linkerzijde van Amerika zijn ‘lange mars door de instituties’ startte. Er zijn veel overeenkomsten met Europa, en uiteraard met Nederland.

Dat brengt mijn bespreking ‘dicht bij huis’, want ik zat er middenin. Mijn eerste boeken verschenen in de architectuurreeks van de Socialistische Uitgeverij Nijmegen (SUN): nu verdwenen, maar in de jaren zeventig een bolwerk van links Nederland, mede dankzij het tijdschrift Te Elfder Ure en tal van marxistische bestsellers.

Rufo behandelt Amerika’s culturele revolutie in vier delen en beschrijft de voor hem belangrijkste activistische denkers uit die tijd: Herbert Marcuse, Angela Davis, Paulo Freire en Derrick Bell. Eerstgenoemde vluchtte in 1932 voor de nazi’s uit Duitsland en streek, net als veel andere leden van de Frankfurter Schule, neer in Amerika. Marcuse zag de Sovjet-Unie veranderen in een tirannieke moorddadige dictatuur, en meende dat de Amerikaanse arbeidersklasse verdronk in consumentisme.

Amerika was een magisch land

Angela Davis was ooit Marcuses studente, later werd ze een vooraanstaand lid van de Communistische Partij van de Verenigde Staten (CPUSA). Paulo Freire was een Braziliaanse marxist die het schoolsysteem revolutionair wilde veranderen, Derrick Bell een Harvard-professor die de grondslag legde voor de critical race theory. Zelf liep ik in de vroege jaren zeventig college aan de Vrije Universiteit, bij de gereformeerde theoloog, filosoof en econoom prof. dr. A. Troost. Die had alles van Marcuse gelezen: om er kritiek op te kunnen leveren. Zijn collegezaal zat altijd vol studenten, het was er doodstil. Waar vind je dat nog, in de pamflettistische universitaire wereld van 2024?

Freire was in Nederland vooral populair bij derdewereldactivisten, Davis werd op linkse faculteiten gevierd als voorvechtster van de zwarte gemeenschap in Amerika. Dat was in die tijd een magisch land, daar gebeurde het allemaal. Niemand in mijn omgeving was er ooit geweest, je kende het van de popmuziek en van tv. Toen ik vijftig jaar geleden, na mijn studie, een beurs kreeg om in Manhattan onderzoek te doen, wist ik niet wat me overkwam. Ik belandde op een immense loft, die net als New York een paar maten te groot voor me was. Ik maakte een boek over architectuur en daklozenopvang in New York, en een boek over een beroemde Amerikaanse architect.

Toen SUN die boeken publiceerde, was dat voor mij een eerste stap op weg naar een kritische theorie van de architectuur, in lijn met Marcuses Frankfurter Schule. In Amerika was de New Left toen al de ‘lange mars’ begonnen, die daar en in Europa de voorbode was van de huidige desastreuze chaos van identitaire politiek, islamo-gauchisme en failliete bureaucratische instituties.

Rufo schrijft dat die mars nu voorbij is en dat de vaak abstracte ideeën van Marcuse, Davis en ook de Franse filosoof Michel Foucault inmiddels zijn ‘geland’ in de curricula van scholen en universiteiten, en ook bij de media, de overheid en het bedrijfsleven, met hun identitaire personeelsbeleid van ‘diversity, equity and inclusion’. De revolutie van de jaren zeventig met haar ‘negatieve dialectiek’ heeft ervoor gezorgd dat oude waarden en normen zijn opgedoekt.  

Wat ervoor in de plaats is gekomen, is identitair particularisme: iedere groep voor zich. Het lijkt er op dat Marcuse’s ‘repressieve tolerantie’, die een kapitalistische schijnvrijheid simuleerde, in zijn regelrechte tegendeel is omgeslagen. Marcuse zou het ongetwijfeld als een legitieme ‘overgangsfase’ naar een nieuwe maatschappij hebben gezien.

De University of Austin als voorbeeld

Je zou natuurlijk kunnen proberen de sociale wetenschappen aan de universiteit van binnenuit te hervormen. Maar dat lijkt op dit moment een onmogelijke taak. Vrijwel niemand heeft belang bij een wezenlijk ander curriculum en bestaande academische structuren zijn buitengewoon taai. De oplossing kan zijn een kleine nieuwe universiteit, met (voorlopig) alleen sociale wetenschappen en filosofie, ingericht naar het voorbeeld van de Amerikaanse University of Austin (UATX) in Texas.

UATX is opgezet uit onvrede met de verpolitiekte Ivy League-universiteiten en het commitment is ‘persuit of the truth’, met als uitgangspunt dat ‘the nature of reality can be discerned, albeit incompletely’. Er zijn illustere namen aan verbonden als Niall Ferguson, Bari Weiss, Richard Dawkins, Jonathan Haidt en Ayaan Hirsi Ali. Larry Summers, de emeritus president van Harvard, heeft zitting in de Board of Advisors.

Dat zou in Nederland ook mogelijk moeten zijn. Maar wie gaat dat doen? Een vingeroefening: zorg voor een decaan met voldoende wetenschappelijk en maatschappelijk gezag, bijvoorbeeld Louise Fresco of Paul Frissen. De hoogleraren kunnen in eerste instantie parttimers zijn. Ze hebben waar mogelijk een voltijdse hoofddocent naast zich. Je start met een bescheiden budget, want er zullen aanvankelijk nog niet voldoende studenten zijn voor een omvangrijke staf. Neem de Universiteit voor Humanistiek (UVH) in Utrecht als voorbeeld: een kleine universiteit in de sociale wetenschappen en geesteswetenschappen. Ze hebben zes hoogleraren en zeshonderd studenten. Er is ook een Graduate School met een vierjarig promotietraject.

Met alleen klagen verandert er niks

Overweeg je kansen voor een Max Weber Instituut, een opleiding in de sociale wetenschappen, ondersteund door filosofie. Wie de hoogleraren zouden kunnen zijn? Denk aan Maarten Boudry (sociologie, Universiteit Gent), Gijs van Oenen (filosofie, Erasmus Universiteit), Ruud Koopmans (sociologie, Humboldt Universiteit Berlijn), Ronald Meester (wiskunde, Vrije Universiteit, maar in deze context: methoden en technieken en statistiek), Eric Hendriks (sociologie, Danube Institute, Hongarije) en Andreas De Block (filosofie, KU Leuven).

Vier zijn al hoogleraar, die gaan hun plek niet verlaten maar kunnen misschien overgehaald worden om gasthoogleraar te worden. Er is, net als bij de UATX, ook een Board of Advisors nodig, daar zijn ze ook welkom.

Zeker, we kunnen ook blijven klagen over de UvA. Maar dan verandert er niets.

Christopher F. Rufo: America’s Cultural Revolution. How the Radical Left Conquered Everything (Broadside Books)340 pagina’s, € 17,99.

Arie Graafland is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft. Hij schrijft regelmatig voor Wynia’s Week, vooral over non-fictie boeken.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!