Verdachte betalingen aan advocaten komen veel voor maar zijn moeilijk controleerbaar

vj
Beeld van Vrouwe Justitia op de Grote Markt in Brede. Beeld: kunstinbreda.nl.

Advocatenkantoren zijn voor criminele organisaties zeer aantrekkelijk. Een advocaat ‘binnenhalen’ en integreren in de criminele organisatie kan voordelig zijn. Je kunt er geld en goederen stallen, zaken doen en informatie uitwisselen zonder dat politie en justitie meekijken. Doelwit van dit soort praktijken zijn vaak financieel kwetsbare éénpits-kantoren, met een  onervaren advocaat en een beperkt klantenbestand. Daar een dikke stapel bankbiljetten op tafel leggen voor het eerste klusje kan zo’n kantoor op een hellend vlak brengen.

Sinds 1995 moeten de vorderingen van advocaten via reguliere banken verlopen, terwijl een deugdelijke boekhouding vereist is. Advocaten verwijzen in dit verband naar een brief van de procureurs-generaal uit 1995. Dat ‘herenakkoord’ is uitgewerkt tot de ‘Bruyninckx-richtlijnen’. Deze richtlijnen houden in dat de advocaat geen betalingen per kas mag verrichten of bedragen aanvaarden hoger dan 25.000 gulden en dat betaling van declaraties volledig giraal moet geschieden. Het is ook in principe verboden, hoewel de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) hierover niet echt duidelijk is, om girale betalingen uit belastingparadijzen en cash-betalingen te ontvangen.

Scherpe daling contante betalingen

Deze richtlijnen zijn sinds 2014 verwerkt in de Verordening op de advocatuur, de zogeheten Voda-regeling. Slechts in bijzondere gevallen, zo schrijft artikel 6.27 van de Voda voor, kan er nog met cash worden betaald; namelijk ‘indien feiten en omstandigheden dit rechtvaardigen’. Beloopt de contante betaling een bedrag van 5.000 euro of meer dan is overleg met de plaatselijke Deken verplicht. Sindsdien is het aantal contante betalingen scherp gedaald. Veel advocatenkantoren hebben volledig afscheid genomen van betalingen met cashgeld.

Toch ligt het soms gecompliceerd, laat Deken Taco van der Dussen in een interview met De Gelderlander (28 april 2023) weten: ‘Als Dekens doen we elk jaar onderzoek naar contante betalingen. Vorig jaar heb ik een aantal advocaten uitgenodigd bij wie het aantal contante betalingen opviel. Eentje had zich tientallen malen cash laten betalen. Maar wat bleek: ‘Die advocaat trad op voor Roma’s. Roma’s zijn soms vermogend, maar hebben meestal geen bankrekening en kunnen er vaak ook geen openen. Maar zwart geld aannemen kan niet, dan hang je …’ Sommige advocaten hebben om deze reden dit type cliënten niet meer in hun bestand.

Toch zijn er nog steeds advocaten die zich, willens en wetens, voor hun diensten laten betalen in natura. Zo kon een Amsterdamse advocaat, een zekere Mr. X, twee weken gratis verblijven in een vakantievilla op het Spaanse vakantie-eiland Ibiza die toebehoorde aan zijn vermogende cliënt. Op deze wijze wilde de cliënt een nog openstaande rekening van naar schatting 20.000 euro aan mr. X voldoen, die daarvan gretig en dankbaar gebruik maakte. Het feit is door een vroegere collega gemeld aan de plaatselijke Deken.

Voor mijn onderzoek in ‘De Zaak Ridouan T.’  kwam ik erachter dat Taghi over een vermogen zou beschikken van 500 miljoen, evenveel als het totale budget van het Openbaar Ministerie. Dit vermogen zou hij gestald hebben in Dubai, waar zijn gezin nog steeds woont. Zijn zoon Faisal, naar wie het verzoek om uitlevering is gedaan, zou dit vermogen beheren, na raadpleging en in overleg met de familie Taghi in Nederland. Dit opmerkelijke gegeven leidde bij mij tot de vraag door wie en hoe zijn advocaatkosten worden betaald.

Burger draait op voor advocaatkosten

De vraag heb ik voorgelegd aan Michael Ruperti, Taghi’s ex-advocaat. Hij liet mij weten hierover geen uitsluitsel te kunnen geven, want hij was gehouden aan zijn geheimhoudingsplicht. De vraag heb ik vervolgens voorgelegd aan strafadvocaat Peter Plasman. Hij kon mij niet vertellen hoe dit in het specifieke geval van Ridouan Taghi is geregeld, maar ik mocht ervan uitgaan dat betalingen van advocaatkosten, ook in het geval van vermogende drugscriminelen, door de gewone belastingbetaler worden betaald. Dergelijke betalingen door de overheid voor gemaakte advocaatkosten heten ‘toevoegingen’. De eigen bijdrage bij een toevoeging bedraagt 200 euro. Een advocaat bij megaprocessen tegen vermogende criminelen kan dus procederen op staatskosten, betaald uit de portemonnee van de burger.

Daar zitten wel limieten aan en het hoeft ook geen vetpot te zijn. Zo laat een advocaat weten: ‘Dan heb je soms verhoren van tien uur of langer. Als je het omrekent, krijg je 30 euro per uur. Bij een drugszaak zit je op 15 euro per uur. Daar moet je je reiskosten van betalen, je secretaresses, je ict, je kantoorpand: dan ben je verlies aan het draaien, hoor. Je moet ook nog een pleitnota schrijven. Voor een pro-formazitting krijg je niks, dat zit allemaal in die 800 euro. Ons uurtarief voor betalende cliënten ligt tussen 200 en 350 euro.’    

Verbod op cash-betalingen massaal overtreden        

Je zou zeggen dat sinds 2015 een en ander rond de betalingen goed is geregeld. Niets is minder waar. In een recent onderzoek, uitgevoerd door de Unit Financieel Toezicht Advocatuur, in opdracht van de gezamenlijke Dekens, werd de financiële administratie van de jaren 2018 tot 2020 van 45 strafrechtkantoren bekeken. Wat bleek? Vooral in de jaren 2018 en 2019 werden de tuchtregels rond cash-betalingen massaal overtreden. In 2020 nam het aantal cash-betalingen sterk af, mede door het aankondigen van het onderzoek.

De toenmalige Amsterdamse deken Evert-Jan Henrichs zegt hierover (NRC,31 juni 2022): ‘We hebben moeten constateren dat er een cultuur is ontstaan waarin onvoldoende is gelet op de regels rondom contante betalingen. En als toezichthouder op de advocatuur hadden wij daar misschien ook wel eerder tegen moeten optreden.’ Advocaten gaven voor het accepteren van contante betalingen de volgende redenen op. Familieleden zouden een inzamelingactie hebben gehouden om de advocaat te betalen of de cliënt werkte in een omgeving waarin contant geld de norm is. 

Opmerkelijk genoeg volgden er geen tuchtrechtelijke sancties. Evert-Jan Henrichs: ‘Dit onderzoek was thematisch en geen opsporingsonderzoek. Omdat de regels in zulke brede zin werden overtreden, maar de advocaten ook in brede zin tot inkeer zijn gekomen, hebben we besloten die zaken niet voor de tuchtrechter brengen. (…) De uitkomst van dit onderzoek en de aandacht voor het onderwerp kun je als waarschuwing zien. Zoals een agent iemand die geen licht op de fiets heeft ook niet altijd een boete hoeft te geven.’

Alweer die vergoelijkende, begripsvolle attitude, kenmerkend voor de houding van de achtereenvolgende toezichthouders ten opzichte van hun collega’s. Een ex-Deken liet mij niettemin weten dat van de 600 dossiers/klachten in zijn ambtstermijn er per jaar 200 zaken naar de tuchtrechter gingen, de rest werd opgelost door middel van een indringend gesprek, een schikking of een andere afdoening.         

Hoe controleer je het?

Niemand mag geld aannemen waarvan hij weet of had kunnen weten dat het uit illegale bron komt, is de mening van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. Dat geldt ook voor advocaten, ongeacht welke werkzaamheden zij daarvoor verrichten. Toch kan het OM in de praktijk weinig beginnen tegen verdachte betalingen aan advocaten, omdat die onder het schild van geheimhouding vallen. Een plaatselijke Deken kan wel onderzoek verrichten, maar zal dit pas doen wanneer er een verdenking bestaat. Of er wel of niet cash of in natura betalingen plaatsvinden is daarom moeilijk vast te stellen.         

In de zaak rond de ‘cash-betalingen’ hebben de Dekens aangekondigd in een paar gevallen ‘nader onderzoek’ te zullen doen. Ook gaan zij strenger toezien op strikte naleving van de regels rondom contante betalingen. Onder meer via bestaande toezichtinstrumenten zoals kantoorbezoeken en specifieke onderzoeken naar aanleiding van ontvangen signalen.

Nieuw is dat advocaten elk jaar zullen worden benaderd om vragenlijsten in te vullen, met daarin de expliciete vraag hoeveel cash in dat jaar is aangenomen. Als toezichthouder hoopt men beter in staat te zijn een vinger aan de pols te houden. Mocht blijken dat advocaten de lijst niet naar waarheid hebben ingevuld, dan zal men genadeloos zijn. Dan volgt zeker een gang naar de tuchtrechter. Maar hoe controleer je zoiets? vraag ik mij af.

Hans Werdmölder is auteur van het boek ‘De zaak Ridouan T. De loopbaan van een topcrimineel’.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!