Frans Timmermans maakt zorgmedewerkers blij met dooie mus: hoger salaris kan alleen door hogere zorgpremie
Vorige week, op de Dag van de Arbeid, lanceerde GroenLinks/PvdA een plan om de laagstbetaalde werknemers in de zorg meer salaris te geven. Het minimumloon in de zorg zou €16 per uur moeten worden. Dat is ruim drieënhalf euro meer dan het huidige wettelijke minimumloon.
Volgens GroenLinks/PvdA werken 600.000 mensen in de zorg voor minder dan €16 per uur. Deze mensen zouden meer gewaardeerd moeten worden, zei de fractieleider van GroenLinks/PvdA Frans Timmermans in een toelichting op het plan. ‘Tijdens de coronacrisis hebben we allemaal hard geklapt voor de mensen in de zorg. Zij hebben ons land overeind gehouden en doen dat nog elke dag’, aldus Timmermans.
Toeslagen gaan omlaag
Op het eerste gezicht is het een sympathiek idee om laagbetaalde zorgmedewerkers meer te betalen. Wie gunt ze nou niet een beter loon? Een zorgmedewerker met een minimumloon zou er in het plan van GroenLinks/PvdA bij een voltijdswerkweek bruto ruim €450 per maand op vooruit gaan. Daar moet de loonbelasting nog wel van af.
Omdat de huur-, zorg- en kinderopvangtoeslagen die veel werknemers met een minimumloon ontvangen omlaag gaan als je meer verdient, zal het totale inkomensvoordeel van de maatregel voor veel huishoudens wel veel beperkter zijn. Niet voor niets gaan veel werknemers niet meer, maar minder uren werken als hun loon omhoog gaat, om zo te voorkomen dat ze hun toeslagen kwijtraken.
Het plan is daarmee niet direct een oplossing voor het personeelstekort in de zorg, hoewel de betere beloning er wel toe kan leiden dat het voor laagbetaalde werknemers in andere sectoren aantrekkelijker wordt om in de zorg te gaan werken.
Veel zorgmedewerkers vinden het werk dat ze doen belangrijker dan het loon. En aan dat werk schort het vaak. Gebrek aan zelfstandigheid in het werk, werk dat vaak fysiek en emotioneel zwaar is en een hoge werkdruk zorgen er vaak voor dat zorgmedewerkers minder uren gaan werken, vaak ziek thuis zitten of de zorg verruilen voor een baan elders. Ook de avond- nacht- en weekenddiensten en het ontbreken van de mogelijkheid om zelf de werktijden te bepalen zijn belangrijke redenen waarom zorgmedewerkers niet meer uren willen werken of de zorg verlaten. Vooral vrouwen willen graag meer controle over hun werktijden hebben om zo werk en de zorg voor kinderen beter te kunnen combineren.
Bedrijfsleven als pinautomaat
Fractieleider Timmermans wil het plan in juni inbrengen bij het debat over de Voorjaarsnota van het kabinet. Hij hoopt op brede steun in de Tweede Kamer. Het plan kost €525 miljoen per jaar. Dit kan nog oplopen als ook de beter betaalde zorgmedewerkers extra salarisverhoging eisen om het beloningsverschil met de laagstbetaalden in stand te houden. GroenLinks/PvdA wil de kosten laten betalen door de werkgevers. Voor GroenLinks/PvdA is het bedrijfsleven de pinautomaat voor hun kadootjes aan de mensen.
De financiële dekking voor het plan bestaat uit een verhoging van de inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke bijdrage aan de zorgkosten die de werkgevers betalen. Op dit moment dragen werkgevers 6,68% van het inkomen van hun werknemers af aan zorgpremie tot een maximum inkomen van €71.628. De premie die werkgevers betalen voor hun werknemers is zo gemaximeerd tot €4.705 in 2024. GroenLinks/PvdA wil dit maximum verhogen en daarmee het geld ophalen voor de salarisverbetering.
Wetswijziging kost jaren
Maar dat gaat niet zo maar. Er staan wetten in de weg. Om de inkomensafhankelijke bijdrage van de werkgevers te verhogen moet eerst de zorgverzekeringswet worden gewijzigd. In de wet staat namelijk dat de helft van de kosten voor de geneeskundige zorg door de werkgevers wordt betaald. De andere helft wordt door de verzekerden betaald door de nominale premie en het eigen risico. De eenzijdige lastenverhoging voor werkgevers die GroenLinks/PvdA nu voorstelt betekent dat de werkgevers meer dan de helft van de zorgkosten gaan betalen. En dat kan niet op basis van de huidige wet.
Een wetswijziging kost vaak jaren. Hiervoor moet eerst een internetconsultatie plaatsvinden, dan moet de Raad van State advies geven en tenslotte moeten achtereenvolgens de Tweede en de Eerste Kamer de wetswijziging behandelen en goedkeuren. Werkgeversorganisaties en andere belangengroepen zullen gedurende dit hele proces de wetswijziging trachten te torpederen. Als GroenLinks/PvdA haar zin krijgen, dan zullen de zorgmedewerkers waarschijnlijk niet voor 2026 hun eerste loonsverhoging krijgen en waarschijnlijk pas later.
Waarom doet GroenLinks/PvdA een voorstel voor loonsverhoging die op zijn vroegst pas in 2026 ingaat? Ik weet het niet. Is het onwetendheid? Weten Kamerleden niet dat hiervoor de wet moet worden aangepast? Of is het cynisme en denken ze hiermee goede sier te kunnen maken, terwijl ze tegelijk weten dat het pas over een paar jaar geregeld kan zijn?
GroenLinks/PvdA moet kiezen
Een veel haalbaarder alternatief is dat de salarisverhoging wordt doorberekend aan zowel werkgevers als verzekerden. Dat zou betekenen dat de nominale premie voor verzekerden met ongeveer €40 per jaar omhoog gaat. Een lastenverhoging voor burgers is voor linkse en populistische partijen evenwel niet zo aantrekkelijk. Zeker niet als er nog andere leuke plannetjes zijn waardoor de zorgpremie omhoog gaat. Het afschaffen van het eigen risico bijvoorbeeld: ten minste €235 extra premie voor de burger per jaar. De tandarts voor volwassenen in het basispakket: €70 extra premie per jaar. En dat bovenop de reguliere jaarlijkse stijging van de zorgpremie. Die was afgelopen jaar ruim honderd euro.
GroenLinks/PvdA zal een keuze moeten maken: salarisverhoging voor zorgmedewerkers en lastenverhoging voor burgers, of burgers ontzien en zorgmedewerkers blij maken met een dode mus.
Hoogleraar economie Wim Groot schrijft enkele keren per maand voor Wynia’s Week, vaak over gezondheidszorg.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!