Neerlands meest vergeten ambitie: dak- en thuisloosheid zou in 2030 moeten zijn opgelost. Gaat dat nog lukken?
Voor een aantal maatschappelijke problemen geldt 2030 als een bijna allesbepalende stip op de horizon. Denk aan stikstof, energie en milieu. Nauwelijks bekend is dat de overheid in dat jaar ook de dak- en thuisloosheid wil hebben opgelost.
Het simpelweg plakken van zo’n datum is wel erg ambitieus, want we weten nog niet eens om hoeveel mensen het precies gaat, wie zij zijn en waar ze vandaan komen.
Landelijk zijn gedegen antwoorden op deze vragen, na talloze studies en onderzoeken, nog altijd niet te geven. In de Achterhoek lijkt er eindelijk een serieus begin te zijn gemaakt.
Daklozen tellen
Daar is in beeld gebracht dat het in deze fraaie oosthoek van het land om 423 personen gaat die mogelijk dak- of thuisloos zijn, of het risico lopen om op straat te belanden. In voornoemd cijfer zitten 159 ‘briefadressen’ van mensen zonder vast woonadres die hun correspondentie op laten sturen aan een ander persoon. Waar degenen met een geleend postadres dan wél verblijven, is onderwerp van nader onderzoek.
Doetinchem was samen met andere gemeenten en maatschappelijke organisaties initiator van het onderzoek, meldt streekomroep Regio8. Het is waarschijnlijk dan ook geen toeval dat de meeste dak- en thuislozen uit de omgeving komen van Doetinchem (276), gevolgd door Berkelland (36), Montfortland (26), Winterswijk (25), Oost Gelre (19), Oude IJsselstreek (9), Bronckhorst (7) en Aalten (5).
‘Van elf personen in de Achterhoek is onbekend waar ze zitten, terwijl negen dak- en thuislozen in detentie verblijven,’ aldus gegevens van het bureau dat het onderzoek uitvoerde. Elders in het land zijn afgelopen week, tussen 9 en 11 april, dak- en thuislozen geteld. Het gaat onder andere om de regio’s Breda, Hart van Brabant, Holland Rijnland, Westelijke Mijnstreek, Gelderland-Zuid en West-Friesland. Aan het in kaart brengen van de doelgroep werken gemeentelijke diensten nauw samen met tal van organisaties, onder andere op het gebied van jeugdzorg, beschermd wonen en maatschappelijk werk. Bij de telling wordt dakloosheid gedefinieerd ‘als een gebrek aan volwaardige huisvesting’.
Uit eerdere onderzoeken is bekend hoe moeilijk het is om een goed beeld te krijgen, omdat sommigen zich tijden weten te redden door bij vrienden op de bank te slapen, of zich geheel buitenbeeld houden door nergens aan te kloppen voor hulp.
Uit het onderzoek in de Achterhoek is gebleken dat ‘de dakloze’ niet bestaat. Het is een diverse groep. Meer dan een derde is vrouw en bijna een kwart jonger dan 27 jaar. Het overgrote deel is Nederlands. Andere nationaliteiten zijn onder meer Syrisch, Pools en Turks.
Al eerder werd duidelijk dat het stereotype beeld dat een dakloze een alleenstaande man van middelbare leeftijd is met een psychische- of verslavingsproblematiek, slapend op een bank in het park, niet meer van deze tijd is. Hij bestaat ongetwijfeld nog, dit type man, maar de vrouwen zijn in opkomst, evenals kinderen en jongeren. Samen zouden ze goed zijn voor veertig procent van het totaal. De meerderheid voldoet ook niet aan het gevestigde beeld van op straat te leven, of slapen in de daklozenopvang, maar bivakkeert bij vrienden, familie, in een auto, garage of stacaravan.
De meeste daklozen zijn allochtoon
Het vaderlandse geweten aangaande cijfers over daklozen is het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Critici van deze organisatie voeren aan dat jongeren onder de achttien jaar en zogeheten ‘ongedocumenteerden’, dat zijn mensen afkomstig uit niet EU-landen zonder geldige verblijfsvergunning, niet in de cijfers worden meegenomen.
Het CBS houdt het aantal dak- en thuislozen in ons land op ongeveer 30.600. Het gaat dan om dakloze mensen van 18 tot 65 jaar die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In 2009 werd met deze statistiek begonnen en kwam het aantal nog niet hoger uit dan 18.000.
Van de huidige dakloze personen staat 36 procent ingeschreven in een van de vier grote steden: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Van hen heeft 80 procent een niet-Nederlandse herkomst. In de rest van Nederland is dat 55 procent. Relatief veel mensen (42 procent) werden buiten Europa geboren. Het CBS is begin maart van dit jaar begonnen met de Monitor Dakloosheid om een nog beter inzicht te krijgen.
Het streven om dakloosheid in 2030 te hebben beëindigd is een internationaal doel dat bekend staat als ‘de Verklaring van Lissabon’. Ons land geeft daar vorm aan door het ‘Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een thuis’.
De dak- en thuisloze zelf komt in publicaties niet of nauwelijks aan het woord. Hij of zij gaat op in algemene gegevens die bovenwater zijn gehaald om oorzaken te achterhalen en daaruit lering te trekken. Dak- en thuislozen geven vaak problemen aan al op zeer jeugdige leeftijd die bepalend zouden zijn geweest voor hun levensloop.
Onthullend inkijkje
Een onthullend inkijkje in het leven van een dakloze kwam onlangs van de hand van verslaggeefster Marjolein Schipper van De Telegraaf. In de rubriek ‘Het leven van…’, dat wekelijks een terugblik geeft op het leven van een overledene. Zij beschreef ontroerend de bijzondere levenswandel van Francois Hermans (1965-2024).
‘De laatste twintig jaar van zijn leven bracht Francois Hermans door als – alom geliefde – zwerver in Bergen op Zoom. Slechts weinigen wisten dat hij ooit een gevierd reisboekenschrijver was, 69 landen bezocht en dat de vrouwen aan zijn voeten lagen. Maar die laatste jaren op straat waren het gelukkigst.
‘Zwerver Francois bivakkeerde graag op vaste plekjes in de stad, gezeten in een stevige vissersstoel en met zijn hele hebben en houwen op een rollator. Van de daklozenopvang moest hij niets hebben. Hij had zo zijn vaste rondje en kwam niets tekort; warme koffie hier, broodje shoarma daar. Veel diepgaande gesprekken met een vast clubje bekenden.
‘Hermans had geen stabiele jeugd. Zijn vader was snel vertrokken, door zijn moeder werd hij effectief verwaarloosd. Heimwee naar zijn tijd als reisjournalist had hij niet. Hij gaf niet om materiële zaken. Op straat was hij in balans, er werd niets van hem verwacht, hoefde nergens aan te voldoen.
‘Vorige maand overleed Francois. Zijn vrienden zetten een crowdfunding op voor zijn begrafenis en hadden binnen de kortste keren twaalfduizend euro bij elkaar. Heel bijzonder om te zien hoe Francois werd gewaardeerd. Puur om wie hij was.’
De door de politiek gezette stip op de horizon om het probleem van dakloosheid in het jaar 2030 te hebben geëlimineerd, zou zomaar eens een utopie kunnen zijn. Het simpelweg plakken van een datum moet zich nog bewijzen als stimulans om ingewikkelde vraagstukken op te lossen. Kijk maar naar stikstof, energie en milieu.
Theo Jongedijk is journalist.
Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!