Het demonstratierecht is er ook voor zwartepiet-aanhangers, windmolenhaters en een enkele vrouw die tegen abortus is
Het demonstratierecht is een groot goed, constitutioneel gewaarborgd. Maar de willekeurige manier waarop bestuurders ermee omgaan, roept vragen op. Sommige groepen worden zeer welwillend tegemoet getreden, tegen andere wordt keihard opgetreden.
In iedere samenleving vormt zich een bepaalde consensus. Er zijn dingen die we ‘behoren te vinden’. Wat buiten deze consensus valt, is taboe. Hoe zo’n consensus ontstaat en waarin die precies bestaat, is complex. Maar intuïtief voelen we allemaal wel zo’n beetje aan welke opvattingen correct zijn en welke niet.
Ook andersdenkenden verdienen bescherming
We hebben geleerd – op school, door de media – dat het klimaat een ernstige zaak is, windmolens goed en boeren vervuilers. Dat discriminatie heel erg is en dat een club van anti-zwartepiet-activisten om die reden onze sympathie verdient. We zijn ook tegen kolonialisme, en als demonstranten een boodschap uitdragen tegen Israël als neokoloniale macht, dan hebben zij recht op alle ruimte om dat te doen.
Maar een rechtstaat is er ook om de taboes, de opvattingen van net wat andersdenkenden te beschermen. Bijvoorbeeld door die andersdenkenden op dezelfde welwillende, ruimhartige wijze toegang tot grondrechten te verlenen.
Het recht om te demonstreren is vastgelegd in onze Grondwet (art. 9) en in een internationaal verdrag als Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (art. 10 en 11). Dat recht is natuurlijk niet absoluut, en de beperkingen zijn vastgelegd in de Wet Openbare Manifestaties. Er mag tijdens demonstraties geen sprake zijn van discriminatie, vijandigheid of geweld. Wanneer onaangename toestanden dreigen te ontstaan, kan een burgemeester een demonstratie beperken, beëindigen of zelfs verbieden. Die ruimte biedt kansen op willekeur, omdat het nu eenmaal veiliger is om de consensus te beschermen dan de taboes.
Tegen boeren die asbest dumpen en autobanden en hooibalen in de fik steken en daarmee op de snelweg een onveilige situatie creëren (met zelfs gewonden als gevolg), wordt hard opgetreden vanwege het misbruik van het demonstratierecht. Klimaatactivisten hanteren methodes – het blokkeren van de A12, het besmeuren van kunst – die naar zij zelf hopen tot arrestaties zullen leiden. Ondertussen bezinnen zij zich op de vraag of de acties niet nog wat radicaler moeten.
Een jaar gevangenisstraf
Uit het boek How to blow up a pipeline van de Zweedse klimaatactivist Andreas Malm hebben zij geleerd dat een protestbeweging een radicale flank nodig heeft om extra druk te zetten. Voorlopig worden zij met fluwelen handschoenen aangepakt: demonstranten worden na hun arrestatie nog dezelfde dag (zonder registratie van hun personalia) of de dag erna vrijgelaten.
Een activist die zich inzette tegen de komst in Meeden van 27 windmolens met een ashoogte van 135 meter werd daarentegen tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld.
‘Blokkeerfriezen’ kregen taakstraf
Onder leiding van Jenny Douwes hield een groepje van zogenoemde ‘blokkeerfriezen’ in 2018 een Kick Out Zwarte Piet-demonstratie tegen. Dat mag niet, maar de actie werd niet gerelativeerd of met een beroep op grondrechten gedoogd. Het OM trad pertinent op en de vijftien Friezen kregen een taakstraf opgelegd. En dat terwijl KOZP-activisten maar een gemeenteraadsvergadering hoeven te verstoren en te dreigen met een demonstratie of de bestuurders besluiten een sinterklaasoptocht al af te gelasten.
In februari zou de Februaristaking worden herdacht in Amsterdam Nieuw-West, maar toen volgde er een oproep om bij die herdenking voor Gaza te protesteren. De herdenking werd niet tegen deze actie beschermd, maar afgelast.
Rob Bauer werd spreken onmogelijk gemaakt
Vers in ons geheugen liggen nog de demonstraties bij het Holocaustmuseum. De activisten stonden zeer dicht bij de openingshandeling, schreeuwden antisemitische leuzen en verstoorden op die manier de opening van een museum dat meer dan ooit nodig is. Maar hun werd geen strobreed in de weg gelegd, en het wangedrag werd gerechtvaardigd met een beroep op ‘grondrechten die je niet zomaar kunt uitzetten’.
Activisten lijken steeds meer van mening dat alleen gelijkdenkenden iets mogen zeggen, en dat ze bij een uiting van een andersdenkende het demonstratierecht mogen misbruiken door zo intimiderend op te treden dat die andersdenkende de mogelijkheid van spreken wordt ontnomen. Op deze manier werd vorige week nog een openbaar gesprek met een topman van de NAVO, Rob Bauer, aan de universiteit van Amsterdam onmogelijk gemaakt. Zo’n actie roept vooral sympathie op en heel veel welwillendheid, want ze valt binnen de consensus.
Een schrijnend voorbeeld van deze willekeur heeft de pers nauwelijks gehaald. Het gaat om de arrestatie van twee vrouwen die protesteerden bij een abortuskliniek, één in Den Bosch, de andere in Utrecht. Dat protest bestaat in het uitdelen van folders. De vrouw in Utrecht werd gearresteerd en uren in een cel gezet, en met een boete weggestuurd. Een pro-abortusstandpunt behoort tot de consensus, en dus kraait er geen haan naar.
Maar het is goed hier vast te stellen dat het hier om zogeheten ‘eenmensprotesten’ gaat, die wettelijk gezien niet eens als een demonstratie mogen worden beschouwd. Recent heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken een onderzoek uitgebracht, waarvan een van de conclusies luidde: ‘Een vreedzaam eenmansprotest, hoe choquerend, kwetsend of verontrustend ook, kan niet worden verboden vanwege (de vrees voor) vijandige reacties van andersdenkenden’. Toch wordt, hier dwars tegenin, overgegaan tot intimiderende handelingen tegen een vrouw die vreedzaam protesteert tegen een praktijk waarmee zij het niet eens is.
Maak rechten niet afhankelijk van bestuurlijke willekeur
Als we een beetje zuinig op onze rechtstaat willen zijn, dan moeten we ervoor zorgen dat rechten voor iedereen in dezelfde mate toegankelijk zijn en niet afhankelijk van bestuurlijke willekeur. Niet alleen voor mensen en groepen die onderdeel uitmaken van een toevallige meerderheid die de consensus bepaalt, maar ook voor mensen die opvattingen uitdragen die voor die meerderheid tot de taboes behoren. Ook dus voor Friezen, zwartepiet-aanhangers, windmolenhaters en een enkele vrouw die tegen abortus is.
Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!