Mia Doornaert: ‘De linkse intellectuele elite verraadt idealen die ooit progressief waren’
De liberale denktank Libera! heeft op 23 maart de jaarlijkse Prijs voor de Vrijheid uitgereikt aan de Belgische barones Mia Doornaert. Ooit werd zij in rechtse kringen weggezet als rode Mia, maar de afgelopen jaren ontpopte de gewezen journaliste zich juist tot een boegbeeld van de strijd tegen woke en politieke correctheid. Filip Michiels sprak met haar.
De Prijs voor de Vrijheid is een blijk van erkenning voor mensen die de waarden van een vrije samenleving hebben uitgedragen. Een beetje merkwaardig toch dat we zo’n prijs anno 2024 nog moeten uitreiken in een liberale democratie hartje Europa?
Mia Doornaert: ‘Het klopt natuurlijk dat liberale partijen in flink wat West-Europese landen vaak al jarenlang aan de macht zijn, maar de culturele sector is helemaal niet zo liberaal. Integendeel, daar zien we juist een bedreiging van het vrije woord. De sluipende druk van de politieke correctheid wordt in die kringen almaar groter. Van vrienden hoor ik dat ze van hun kinderen of kleinkinderen te horen krijgen: ‘Dat mag je niet meer zeggen.’ Ikzelf ben opgegroeid in de jaren zestig. Ook toen hebben we een hoop onzin verkocht – dat hoort nu eenmaal bij je jonge jaren – maar wij stonden op de bres voor méér vrijheid. Anno 2024 wordt die vrijheid van meningsuiting door de jongere generatie gemuilkorfd. Ik heb het gevoel constant tegen de stroom in te moeten roeien.’
Wie beperkt die vrijheid dan precies?
‘Het gaat om een diffuse kliek van academici, schrijvers en journalisten die door niemand verkozen of benoemd zijn en die al evenmin ter verantwoording kunnen worden geroepen. Maar zij bepalen plots wél wat we vandaag nog mogen zeggen of schrijven. Neem nu het debat over het gebruik van blank of wit. Die twee woorden bestaan in het Nederlands naast elkaar met een duidelijke afbakening. Plots moet het de witte mens zijn. Nu, als wij wit zijn zoals de sneeuw dan vrees ik vooral dat we behoorlijk ziek zijn. Waar komt dat ineens vandaan? Wie heeft beslist dat wit neutraal is en dat blank een al te positieve connotatie zou inhouden? Taalkundig gezien is dit regelrechte onzin. Bij iemand een wit voetje halen heeft bijvoorbeeld net zo goed een positieve connotatie, terwijl de straten die blank staan dan weer helemaal niet zo positief klinkt.’
‘Of neem nu de nieuwe woordenlijst van het museum van Tervuren. Ik weiger daar nog een voet binnen te zetten, omdat ik het niet eens ben met de belachelijke knieval die men daar heeft gedaan. Zo spreekt men in Tervuren niet langer van een tamtam maar van een spleettrommel, en een slaaf is voortaan een tot slaaf gemaakte. Nu weet ik al sinds mijn prille jeugd dat de slavernij totaal fout was, maar vandaag wordt blijkbaar op basis van je woordgebruik beslist of je al dan niet aan de juiste kant staat.’
Waarbij de enige juiste kant dan blijkbaar links op het politieke spectrum is?
‘Ik kreeg de laatste jaren te horen dat ik zo rechts geworden ben. Dat is niet zo: ik ben altijd op dezelfde vierkante meter blijven staan waar ik altijd al stond. Ik ben afkomstig uit een christelijk en zeer sociaal milieu – mijn grootvader was een Daensist – en ben ook altijd een overtuigd feministe gebleven. Ik ben niet veranderd, de maatschappij is opgeschoven. Ik ben er bijvoorbeeld nog altijd rotsvast van overtuigd dat de eerste stap naar emancipatie een goede taalbeheersing is. Vroeger was dat progressief, vandaag ben ik elitair geworden omdat ik pleit voor goed onderwijs en een grondige taalbeheersing. Zeker en vooral ook voor allochtone kinderen.’
Wie hier pleit voor de vrijheid van meningsuiting krijgt steeds vaker te horen dat we op dat vlak in het Westen te ver doorgeschoten zijn. En dat we in een steeds diverser wordende maatschappij ook rekening moeten houden met bepaalde culturele gevoeligheden, al was het maar om de polarisatie tegen te gaan.
‘Kunnen we dan even naar het verleden kijken? Waren alle grote maatschappelijke en politieke gevechten die we hier gevoerd hebben dan misschien niet polariserend? Denk aan de strijd van de arbeiders voor een behoorlijk loon en fatsoenlijke werkomstandigheden of aan de emancipatiestrijd van de vrouw. Het is nu eenmaal inherent aan het democratisch debat dat het altijd wat schuurt.’
‘Heel belangrijk daarbij: we moeten onderscheid maken tussen objectief racisme of discriminatie enerzijds en het zich subjectief gekwetst voelen anderzijds. We moeten beseffen dat dit er nu eenmaal ook bijhoort in een volwassen democratisch debat. Hoe vaak wordt er bijvoorbeeld niet gespot met het katholieke geloof zonder dat daar een haan naar kraait? Maar o wee wanneer ook de islam het mikpunt wordt van kritiek of spot. We kunnen het democratische debat onmogelijk afstemmen op de meest lichtgeraakten in onze maatschappij, dan dreigt onze vrijheid immers als sneeuw voor de zon te verdwijnen.’
Waarom schuurt het dan vooral zo vaak met de islam op dat vlak?
‘Het probleem is dat de Koran voor de helft eigenlijk een burgerlijk wetboek is, waardoor heel veel mensen in die godsdienst een bijzonder groot probleem hebben met de scheiding tussen godsdienst en staat. Kritiek op hun godsdienst wordt dan ook ervaren als kritiek op hun identiteit, waardoor die kritiek ook meteen als racisme kan worden weggezet. Dat is natuurlijk je reinste onzin: een belangrijke verworvenheid van de Verlichting is nu juist dat elke constructie van de menselijke geest – van godsdienst tot liberalisme en socialisme – kritisch onderzocht mag worden. Maar op dat vlak zijn we in het Westen echt wel aan het capituleren.’
‘Helemaal verontrustend is dat het nu vooral de huidskleur is die bepaalt hoe je moet denken. Het individu wordt onderworpen aan een soort groepsdenken. Plots gaat het over ‘witte waarden’, alsof ik geen waarden gemeen zou kunnen hebben met pakweg iemand als Assita Kanko. En omgekeerd lijken alle witte mannen nu een racistisch, kolonialistisch en patriarchaal maatschappijbeeld te delen. Ik vind dat een ronduit beangstigende evolutie.’
Vanwaar komt die onderdanige, ja vaak zelfs laffe houding van een bepaalde intellectuele elite hier?
‘Het is een combinatie van naïviteit en arrogantie. Na de val van de Berlijnse Muur waren velen er hier echt van overtuigd dat ons maatschappijmodel zo geweldig was dat iedereen zou willen worden zoals wij. Waarbij we vlotjes uit het oog verloren dat pakweg Rusland of de Arabische wereld nooit enige vorm van democratie gekend hadden. We zijn dus blind en gemakzuchtig geweest, en dachten dat al die nieuwkomers hier zomaar ons model en ons denken zouden overnemen. Kortom, de integratie zou vanzelf wel gebeuren.’
Vandaag zien we precies het omgekeerde: heel veel migranten ontvluchten de repressie en het gebrek aan vrijheid in hun landen van oorsprong, maar zodra ze hier een tijdje wonen, willen ze onze maatschappij kneden naar het model dat ze ontvlucht zijn.
‘Dat is nu net het punt: mensen zakken naar het Westen af omdat onze open maatschappij hen aantrekt. Dat model is onlosmakelijk verbonden met respect voor bepaalde waarden dat we hier hoog in het vaandel dragen. Maar na een tijdje krijgen wij hier dan het verwijt niet voldoende rekening te houden met hun gevoeligheden, dat we niet genoeg lijken op hun land van herkomst. Alleen een maatschappij die nog voldoende in zichzelf gelooft, kan zich daartegen wapenen.’
‘Het is vooral dat gebrek aan ruggengraat dat ik onze linkse intelligentsia nu verwijt. Natuurlijk is niet alles perfect hier, maar ik stel vast dat de pers en heel wat academici zich ongenadig tonen voor de gebreken van westerse democratieën maar tegelijk graag de ogen sluiten voor de meest dictatoriale en wrede regimes elders. Wel, veel respect levert ons dat wereldwijd niet bepaald op, dat kan ik je wel verzekeren.’
Professor Mediarecht Koen Lemmens verklaarde onlangs in Doorbraak: ‘De mainstream media beginnen allemaal op elkaar te lijken, met dezelfde klemtonen, onderwerpen en te interviewen personen.’ Deelt u zijn visie?
‘Absoluut. Er heerst momenteel een groot eenheidsdenken bij wat men de kwaliteitsmedia noemt, met opinies die ook tussen die redacties onderling vaak sterk inwisselbaar zijn. Ze zitten ook in een ivoren toren, en ik erger me daar blauw aan. Journalisten zouden juist ook oog moeten hebben voor wat bij de brede bevolking leeft. Het is heel gemakkelijk om pakweg het onveiligheidsgevoel kapot te relativeren wanneer je zelf in een veilige buurt woont. Of wanneer je zelf niet ondervindt wat almaar meer gezinnen uit de lagere middenklasse de voorbije jaren hebben zien gebeuren: hun woning – vaak hun enige echte spaarpot – is plots een kwart minder waard geworden omdat de hele buurt aan het verloederen is.’
‘De meeste media – en dit geldt ook voor de traditionele politieke partijen – zijn de verbinding kwijtgeraakt met een flink gedeelte van de bevolking. Dat verklaart ook waarom de linkse partijen hun achterban de voorbije jaren stevig hebben zien afbrokkelen.’
‘Toen ik correspondent was in Frankrijk heb ik van nabij meegemaakt hoe de Socialistische Partij van Mitterrand zich volop op het ‘immigrationisme’ gooide. Het traditionele linkse arbeiderspubliek was boos en ontredderd, nadat er door de vrijmaking van de wereldhandel heel veel fabrieken naar lage loonlanden waren verkast. De politiek, en dan vooral de linkse partijen, vonden daar niet meteen een antwoord op. En dus gingen ze op zoek naar een nieuwe electorale doelgroep.’
Zelf neemt u in uw column in De Standaard vaak prikkelende standpunten in die je elders in die krant nog amper zult aantreffen, onder meer in het woke-debat of over genderactivisme. Is het gewoon de plicht van een columniste om veel scherper uit de hoek te komen dan de redactie of is die redactie toch vooral zelf een te eenzijdige koers gaan varen?
‘Over het beleid van De Standaard, waar ik zelf 38 jaar gewerkt heb, heb ik me niet uit te spreken. Maar een column is nu eenmaal ook geen analysestuk of commentaar, en is juist bedoeld om scherp te zijn en reactie los te weken. Maar nogmaals: ik heb niet het gevoel dat ik nu zelf zo fel van koers veranderd ben. Voor de goede orde: ’t Pallieterke omschreef me destijds steevast als ‘de rode Mia’ van De Standaard. En nu zou ik plots zo rechts geworden zijn?’
‘Nee, ik blijf geloven in sociale emancipatie en verzet me ertegen dat diversiteit enkel en alleen nog over huidskleur lijkt te gaan. Ik vind het bijvoorbeeld een pure schande dat wij in een rijk land als het onze nog altijd zoveel armen hebben. Er wordt nu voortdurend over white privilege gesproken. Er leven in de VS bijvoorbeeld miljoenen blanken in bittere armoede aan de rand van de maatschappij. Die zijn allerminst geprivilegieerd in vergelijking met een heel aantal zwarten die het maatschappelijk veel verder hebben geschopt.’
Dit is een ingekorte versie van het interview dat Filip Michiels op 23 maart publiceerde op Doorbraak.be www.doorbraak.be.
Wynia’s Week is er het hele jaar door, twee keer per week. De donateurs maken dat mogelijk. Bent u ook supporter van Wynia’s Week? Doneren kan HIER Hartelijk dank!