Het vestigingsklimaat is bijzaak. Het politieke klimaat zit ASML dwars: Rutte deed niks toen Amerika de export naar China verbood

Tamminga
Topman Peter Wennink van chipmachinefabrikant ASML. Beeld: YouTube.

Het demissionaire kabinet siddert. Chipmachinefabrikant ASML in Veldhoven, de meest succesvolle Nederlandse multinational, sprak zeven weken geleden dreigende taal. ASML (bijna 23.000 voltijdbanen in Nederland) wil zijn productie in Nederland verdubbelen. Dat ‘kán hier, maar ook ergens anders’, zei topman Peter Wennink.

Misschien appte demissionair minister-president Mark Rutte toen meteen al met Wennink. Misschien duurde het even voor het kwartje viel in Den Haag. Hoe dan ook, toen De Telegraaf vorige week onthulde dat er een kabinetsteam is geformeerd om ASML voor Nederland te behouden, stak er een kleine mediastorm op. Baggerbedrijf Boskalis, dat eerder klaagde over het ondernemingsklimaat en met vertrek dreigde uit ‘zijn’ Papendrecht, bleek in Abu Dhabi een nieuw, groeiend regionaal kantoor te hebben. Dreigt na het vertrek van de hoofdkantoren van Shell, Unilever en DSM een nieuwe uittocht? Deugt ons vestigingsklimaat, van digitale en fysieke infrastructuur tot onderwijs en (talen)kennis nog wel? Zijn omringende landen aantrekkelijker?

Belastingen zijn voor ASML onderhandelbare kosten

Laat u niet foppen: klachten over het vestigingsklimaat gaan meestal over belastingen. Waarom? Grote ondernemingen en hun lobby beschouwen belastingen als onderhandelbare kosten, zoals zij ook onderhandelen met vakbonden over lonen, met leveranciers over kostprijs en kwaliteit en met lokale overheden over uitbreiding.

Dat juist Wennink de duimschroeven aandraait, heeft een onverbiddelijke logica. De traditionele grote namen (Shell, Unilever, Philips, Tata/Hoogovens en KLM) missen geloofwaardigheid. Werkgeverslobby VNO-NCW loopt ook niet voorop. Een gebrek aan autoriteit? Wennink kan diplomatiek zijn, maar óók recht-voor-zijn-raap. Hij stopt over een paar weken als topman, dus hij hoeft geen vrienden meer te maken. Maar bovenal: hij staat voor succes. Groei. Banen. Geen enkel bedrijf betaalt zoveel winstbelasting in Nederland. Vorig jaar 1,8 miljard euro, dat is bijna 4 procent van de totale opbrengsten van de winstbelasting. Overigens is er ook geen bedrijf dat zoveel profijt heeft van de belastingsubsidie op onderzoek en ontwikkelingsuitgaven.

Wat zit Wennink dwars? Twee belastingmaatregelen die nog ingevoerd moeten worden. De eerste is de versobering van de zogeheten expatregeling die buitenlandse werknemers, en daar heeft ASML er veel van, een belastingvoordeel geeft. De tweede is de belasting op inkoop van eigen aandelen. Grote Amerikaanse en Britse beleggers, en daar heeft ASML er ook veel van, beschouwen de inkoop van eigen aandelen als bewijs dat hun belangen serieus worden genomen.

Deze belastingmaatregelen heeft de Tweede Kamer vorig jaar onverwacht genomen. Voor de expatversobering, die gefaseerd wordt ingevoerd, bestaan goede argumenten. Waarom moet een belastingsubsidie in stand blijven die buitenlandse werknemers bevoordeelt boven Nederlandse werknemers?

De bedrijvenlobby en de universiteiten, die ook gebruik maken van de expatregeling, waren niet voorbereid op de versobering. Zij vechten nu terug. Zij voelen zich overrompeld. Zij vinden dat de overheid met deze maatregel onvoorspelbaar wordt. Dat is een begrijpelijk kritiekpunt, maar ook weer niet zo sterk. Beleid verandert nu eenmaal als de burgers een nieuwe Tweede Kamer hebben gekozen. Klagen over onvoorspelbare politici is daarmee ook een beetje klagen over de kiezer. Dat mag, maar overtuigt inhoudelijk niet.

Sneu, maar geen reden voor paniek

Sterker nog: de politieke commotie is niet overtuigend. Boskalis breidt uit in Abu Dhabi? Eigenlijk verbazingwekkend dat het bedrijf dat niet eerder heeft gedaan. In de regio zitten grote opdrachtgevers, daar moet je als multinational dus ook een betekenisvol kantoor hebben. Het zou voor Nederland veel bedreigender zijn als Boskalis bijvoorbeeld geen nieuwe schepen bestelt bij IHC.

ASML wil elders uitbreiden? Dat zou een logisch gevolg zijn van de uitbundige groei van de afgelopen jaren. Het is een gegeven dat multinationals productie, maar ook hun centra voor onderzoek en ontwikkeling over meerdere landen en regio’s spreiden. Shell, Unilever en Philips hebben dat in het verleden ook gedaan.

Dat is misschien sneu voor ‘thuisland’ Nederland, maar zolang het zwaartepunt in Veldhoven blijft, is er geen reden voor paniek. De regio Eindhoven is door de groei van ASML en zijn toeleveranciers nu al overbelast. Huizen, scholen, sport- en kunstfaciliteiten en infrastructuur – alles piept en kraakt.

Specifieke steun voor de uitbreiding van ASML is een impuls voor meer overbelasting. Zet liever in op algemene steun voor onderzoek en ontwikkeling en het aanmoedigen van ondernemerschap. Zorg dat er meer kansen komen voor ondernemers die de basis leggen voor nieuwe bedrijvigheid en misschien wel de volgende ASML. Daar kan Nederland nog wel wat winnen.

Vorige week was er een groot kennis- en netwerkfestival van de Nederlandse technologiewereld. Wennink was daar, uiteraard. Maar hij was kwaad dat vijf van de zes uitgenodigde Tweede Kamerleden verstek lieten gaan. Zo scheppen politici zelf het beeld van desinteresse. Het pijnlijke is: dat overkomt ASML niet voor het eerst.  

De werkelijke klacht zit dieper

Het kabinet-RutteVier dat zich nu zo bekommert om ASML, liep vorig jaar slaafs achter de VS aan toen de Amerikanen extra restricties op de export van ASML-chipmachines afkondigden. China is de op een na grootste afzetmarkt voor ASML.

Ogenschijnlijk richten de klachten in Veldhoven over het investeringsklimaat zich op toekomstige belastingmaatregelen. Maar de werkelijke klacht zit dieper. Die gaat over gezien worden, serieus genomen worden, over de verwachting dat het Nederlandse kabinet vanzelfsprekend opkomt voor zijn Nederlandse chipkampioen. Maar dat is niet gebeurd. Dus dan is het niet zo verwonderlijk dat Wennink zegt: ASML kan hier uitbreiden, maar ook ergens anders.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!