We weten het nu zeker: Pieter Omtzigt is niet geschikt voor het landsbestuur
Pieter Omtzigt is naar eigen zeggen uit de formatiebesprekingen gestapt wegens de overheidsfinanciën. Hij vreesde dat er geen overeenstemming over beperking daarvan tussen de partijen mogelijk zou zijn. Bovendien beschuldigde hij informateur Ronald Plasterk ervan dat hij relevante documenten over de financiële situatie van het land zou hebben achtergehouden.
Die beschuldiging bleek niet op waarheid te berusten. Ook circuleerden speculaties over andere motieven langs het veelvoud aan talkshows op de Nederlandse televisie, zoals gebrek aan vertrouwen tussen de gesprekspartners.
Het kan natuurlijk ook gewoon zijn dat het hele formatieproces Omtzigt boven het hoofd is gestegen. In ieder geval is hij naar zijn woonplaats in het oosten van het land gevlucht. Het begint nu tot iedereen door te dringen dat Omtzigt zich niet aan de gangbare procedures rond een formatie wist te houden. Per app deelde hij aan zijn gesprekspartners, inclusief de informateur, mee dat zijn rol bij de formatie ‘klaar’ was. Wel ging Omtzigt nog diezelfde avond bij een talkshow zitten om zijn beslissing aan het volk mee te delen.
De leiderschapskwaliteiten van Omtzigt zijn niet overtuigend
Omtzigt liet al ver voor de verkiezingen weten zorgen te hebben over de houding van de PVV tegenover de rechtsstaat en de Grondwet. Door zijn gedrag van afgelopen beginnen die zorgen in zijn eigen gezicht te ontploffen. Plasterk zei dat heel scherp. Hij verklaarde dat het ‘instituut informateur’ een belangrijk element van het staatsrechtelijk bestel is. Omtzigt heeft daar volgens Plasterk te weinig respect voor gehad.
Inmiddels wordt zelfs gesuggereerd dat Omtzigt zijn eigen NSC-fractie niet of niet volledig heeft ingelicht. Die fractie is in verwarring. Het doet denken aan de situatie bij de PVV. Formeel is de PVV geen partij, want alleen Geert Wilders is lid. Wilders hoeft dus ook geen verantwoording af te leggen. Kennelijk geeft Omtzigt nu aan zijn Tweede Kamerfractie ook geen uitleg.
Dit geeft te denken over de leiderschapskwaliteiten van Omtzigt. Kan hij zich als bestuurder naar andere partijen plooien, als dat nodig is? Destijds als CDA-Kamerlid leek Omtzigt en principiële niet-bestuurder die continu politieke bestuurders voor de voeten liep. Dat kun je doen als je weet – of voorvoelt – zelf nooit tot het bestuur van het land te worden geroepen.
Nog even terug naar de discussie over de rechtstaat die door Omtzigt tijdens de verkiezingscampagne werd opgerakeld. Wilders’ standpunten zouden in strijd zijn met de Grondwet en daar kon Omtzigt niet mee leven. Laten we nogmaals vaststellen dat Wilders gelijk heeft wat zijn negatieve oordeel over de Koran betreft. Daarin staan namelijk leerstellingen die in strijd zijn met onze Grondwet. Die eist de gelijkstelling van man en vrouw, maar daar is in de Koran – en dus in de islam – geen sprake van.
Omtzigt heeft opvallend weinig aan deze discussie over de islam en de Koran bij te dragen. Misschien komt dat door zijn CDA-verleden en zijn katholieke inborst, want ook de Bijbel bevat natuurlijk passages die, als ze al niet in strijd zijn met de wet, toch in ieder geval haaks staan op de Grondwet. Waarbij we moeten bedenken dat er niet zo heel veel christenen zijn die de Bijbel letterlijk nemen, terwijl veel moslims – ook in Nederland – dat bij de Koran wél doen.
Een Sinterklaas met gratis bier?
Omtzigt leek dus tot de conclusie te zijn gekomen dat overeenstemming over de beheersing van de overheidsfinanciën niet mogelijk zou zijn. De ouderen onder ons herinneren zich natuurlijk nog hoe in 1972 de toenmalige VVD-voorman Hans Wiegel de toenmalige PvdA-voorman Joop den Uyl als ‘Sinterklaas’ betitelde omdat diens partij de kiezers allemaal cadeautjes beloofde. Tegenwoordig heet dit ‘gratis bier’. Op Wikipedia is zelfs een pagina aangemaakt over de ‘gratis-bier-motie’ die vorig jaar door Caroline van der Plas en Pieter Omtzigt werd ingediend om het minimumloon te verhogen. Inderdaad zou je Omtzigt als Sinterklaas kunnen typeren, als je bedenkt dat hijzelf als wetgever medeverantwoordelijk was voor het uit de hand lopen van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, beter bekend als de toeslagenwet.
Met deze wet – die talloze Nederlanders inkomensafhankelijke subsidies schonk – kon eenvoudig gefraudeerd worden. Bij de invoering van de wet in 2007 had Omtzigt een pleidooi gehouden voor het snel en zonder controles uitkeren van subsidies aan burgers. Toen later grootscheepse fraude aan het licht kwam, eiste hij dat er intensief jacht gemaakt zou worden op fraudeurs. De wet was inmiddels zo ingewikkeld geworden dat burgers moeite hadden met het invullen van de formulieren. Het werd mede daardoor vrijwel onmogelijk om fraudeurs te onderscheiden van onschuldige burgers. Omtzigt had door zijn wispelturige gedrag in het parlement de toeslagregeling zelf ingewikkeld en onuitvoerbaar gemaakt.
We zien nog meer wispelturigheid in Omtzigts parlementaire standpunten. Neem de pensioenen. Voor Omtzigt was bestaanszekerheid het kernpunt van zijn verkiezingscampagne. Dus ook bestaanszekerheid voor ouderen die alleen van de AOW moeten rondkomen. Daarom bleef de AOW gekoppeld aan het minimumloon. Omtzigt steunde echter in 2010 volop de verhoging van de AOW-leeftijd. Een gevolg van deze maatregel – en dan kon iedereen zien aankomen – was dat mensen met hogere inkomens eerder met pensioen zouden kunnen gaan dan mensen met de laagste inkomens zónder een goed aanvullend pensioen. De verhoging van de AOW-leeftijd dupeerde dus de mensen voor wie de AOW oorspronkelijk was bedoeld, namelijk de mensen met de laagste inkomens en de zwaarste beroepen.
Omtzigt was wel een erkend tegenstander van het nieuwe pensioenstelsel. In dat stelsel wordt geen enkele garantie voor een pensioeninkomen gegeven. Deelnemers aan aanvullende pensioenen moeten afwachten of de premies die zij hebben betaald tot een goed pensioen zullen leiden. In een doortimmerd betoog van anderhalf uur wees Omtzigt er in de Kamer op dat het zeer onzeker zou worden of pensioenvermogen op een eerlijke manier over individuele deelnemers wordt verdeeld.
Maar we moeten natuurlijk wel bedenken dat aanvullende pensioenen vooral door rijkere ouderen worden genoten, terwijl armere ouderen meestal alleen de AOW hebben als hun pensioeninkomen. We zien dus dat Omtzigt eerder voor de rijkere dan voor de armere bejaarden opkomt.
Weer geen beperking van de immigratie?
Wat mij betreft is de enig mogelijke conclusie dat het gedrag van Omtzigt hem diskwalificeert als potentieel bewindspersoon. Inmiddels mogen we vrezen dat dankzij de vlucht van Omtzigt de beperking van de immigratie die PVV, VVD, NSC en BBB hoog in het vaandel hebben staan, uit het zicht gaat verdwijnen.
Er is nog één optie over, namelijk om de quasi-christenen van het NSC aan de informatietafel te vervangen door de echte christenen van CDA en SGP. Samen met PVV, VVD en BBB is er dan een Kamermeerderheid van 76 zetels. Ook CDA en SGP willen de immigratie beperken. Het probleem is alleen dat CDA-voorman Henri Bontenbal voor de verkiezingen van 22 november 2023 heeft gezegd dat hij geen regeringssamenwerking met de PVV wil, omdat die partij de democratische rechtsstaat niet zou respecteren.
Maar dat zei Omtzigt aanvankelijk ook, en die bleek na 22 november bereid om over zijn eigen schaduw heen te springen. Misschien een idee voor Bontenbal om die sprong ook eens te wagen.
Harrie Verbon was hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. Zijn artikelen verschijnen regelmatig in Wynia’s Week.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!