In veel opzichten is de moord op Samuel Paty schokkender dan die op Theo van Gogh
Door Max Pam*
Vorige week (12 december, red.) heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding het dreigingsniveau verhoogd van 3 (aanzienlijk) naar 4 (substantieel). Er is dus ‘een reële kans’ dat in Nederland een aanslag zal plaatsvinden. In Limburg, waar kerstmarkten in ondergrondse grotten worden gehouden, zal de beveiliging worden opgevoerd. Ook in de RAI in Amsterdam, waar je ‘in het winterparadijs de ultieme winterbeleving kunt ervaren in een oceaan van lichtjes’, mogen de bezoekers extra controles verwachten.
Op de journaals zag je de gebruikelijke straatinterviews. ‘Ja, vervelend’, zeiden de aangesprokenen, ‘maar het leven gaat gewoon door.’ En zij vervolgden hun weg. De bedreigde burger haalde zijn of haar schouders op en ik vroeg mij af wat ‘een reële kans’ betekent. Een ondergrondse grot lijkt me een ideaal doelwit voor een jihadist of een andersoortige aanslagpleger. ‘Eindeloze ijspret’ in de RAI spreekt misschien minder aan.
Nooit meer helemaal normaal
Hoeveel aanslagen er per jaar voorkomen worden, krijgen we nooit te horen, maar het schijnt ‘een substantieel aantal’ te zijn. In de wereld van de terrorismebestrijding behoren reëel en substantieel tot de woorden die in het openbaar geen nadere uitleg behoeven. In 2004, na de moord op Theo van Gogh, heb ik ermee te maken gehad. Als vriend van Theo moesten de gordijnen dichtblijven, ook overdag, en op straat werd je geacht goed om je heen te kijken. Vrij snel vergat je deze voorschriften en ging je over tot de orde van de dag. Het eerste teken dat alles weer normaal leek, kwam pas toen een keer onbezorgd werd gelachen.
Dat was twintig jaar geleden. Toch is het nadien nooit meer helemaal normaal geworden. Onlangs las ik De laatste dagen van Samuel Paty van de Franse journalist Stéphane Simon, dat in vertaling is uitgekomen bij uitgeverij Blauwburgwal. Paty was de leraar geschiedenis aan het Collège du Bois d’Aulne die in 2020 werd onthoofd door een jihadist, omdat hij in een les over de vrijheid van meningsuiting ook twee satirische cartoons had getoond met de profeet Mohammed als onderwerp.
In veel opzichten is de moord op Paty schokkender dan die op Theo van Gogh. Vorderend in het boek van Simon werd ik overvallen door dezelfde misselijkheid die mij ook trof toen ik Theo op straat zag liggen met een mes in zijn buik. De onpasselijkheid bleef, toen hij een paar dagen later doodsbleek lag opgebaard onder een wit laken.
Waarom is de moord op Samuel Paty dan mogelijkerwijs nog erger?
Omdat de aanloop daartoe is omgeven door een opeenstapeling van leugens, laster en lafheden die de mens toont op zijn allerslechtst. Paty werd door zijn vijanden van van alles en nog wat beschuldigd, terwijl hij juist vreselijk zijn best deed om iedereen met respect te behandelen en moslimleerlingen nog extra te ontzien. Telkens bleek dat zijn tegenstanders totaal niet geïnteresseerd waren in wat zich werkelijk in die bewuste les had afgespeeld, maar dat in hun zieke hoofden Paty moest uitgroeien tot een islamhatende duivel die gedood diende te worden.
Wangedrag
Tijdens de les over de vrijheid van meningsuiting – die staat gewoon voorgeschreven in het onderwijsplan van de overheid – gaf Paty zijn (moslim)leerlingen de mogelijkheid de klas te verlaten. De klacht dat hij de profeet had beledigd, na een paar dagen binnengekomen, werd nota bene geuit door een leerling die helemaal niet bij de les aanwezig was geweest, omdat zij om andere redenen (wangedrag) door de schoolleiding was geschorst. Maar de ouders van het afwezige meisje zagen in de les van Paty een welkome aanleiding om hun gram te halen. Zo werd de aandacht voor de misdragingen van hun dochter verplaatst naar de vermeende blasfemie van Paty.
Al snel liep de zaak uit de hand. De Franse overheid stak geen hand uit en moslimorganisaties waren, zonder zelf enig onderzoek te doen, spoedig bereid Paty als schuldige aan te wijzen. In een naargeestige sfeer van bedreigingen lieten ook een paar angstige leraren hun collega vallen. Slechts twee medeleraren wilden Paty nog veilig naar school brengen. Tenslotte kwam de zaak onder het oog van een Tsjetsjeense zeloot. Die kocht een pistool en een paar messen. Hij wachtte bij de school en betaalde een paar moslimleerlingen om aan te wijzen wie Paty was. Daarna liep hij achter de leraar aan en onthoofdde hem. De politie schoot de dader dood. Die kreeg later in Tsjetsjenië een heldenbegrafenis.
Allahoe akbar!
Nog weinig leraren van toen werken bij de school. Van het plan om de school naar Paty te vernoemen is weinig terechtgekomen en ook het beoogde standbeeld voor Paty staat er niet. Overigens werd twee maanden geleden in Arras nog een Franse leraar doodgestoken door iemand die ‘Allahoe akbar!’ riep. Over deze moord is nog geen boek geschreven.
Fijne feestdagen gewenst en bedenk dat er altijd nog een dreigingsniveau 5 bestaat.
Deze column verscheen op 19 december 2023 in de Volkskrant.
*Max Pam is schrijver en columnist van de Volkskrant.
Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Doneren kan op verschillende manieren. Hartelijk dank!