Dat er nog een paar D66’ers op sleutelposities níet zijn vertrokken, dát is pas erg
Er wordt schande gesproken van weer een D66-minister die er per direct het bijltje bij neergooit, namelijk Ernst Kuipers van Volksgezondheid. Verrassend is dat niet; ik gok dat Kaag, Kuipers, en menig ander al na de afstraffing bij de Provinciale Statenverkiezingen, in maart 2023, stilletjes op zoek zijn gegaan naar de uitgang. Voor de prominente functies waartoe professionals van hun kaliber voorbestemd zijn, moet immers langdurig gelobbyd worden, en zulke functies komen ook niet elke dag vrij.
Persoonlijk vind ik het erger, dat er nog een paar D66’ers op sleutelposities niet vertrokken zijn. Neem Jan Paternotte, vicevoorzitter van de gedecimeerde D66-fractie. Hij tweette deze week: ‘Slecht nieuws! Door de hoge stikstofuitstoot kunnen duizenden mensen nog langer fluiten naar een woning. En de nood is al zo hoog. We kunnen niet anders dan doorzetten met minder stikstof. Om de natuur te herstellen en weer betaalbare huizen te bouwen. Aan de slag!’
Zulke teksten kwamen tot november 2023 van de opperstikstofhetzer van D66, Tjeerd de Groot. Maar die is bij deze verkiezingen zijn Kamerzetel kwijtgeraakt (hoewel hij nog een paar maanden een partijgenote mag vervangen die met zwangerschapsverlof is). Maar ook dit heeft Paternotte blijkbaar niet tot enige bezinning gebracht over stikstof.
Paternotte blijft stikstofleugens recycelen
Inmiddels is door een overvloed aan rapporten, commentaar van experts – en mijn boek De Stikstoffuik – elk redelijk mens duidelijk, dat het niet de vermeende onhoudbare stikstofdruk is die de bouw van tienduizenden woningen frustreert, maar ons krankzinnige stikstofbeleid. Waardoor in veel gevallen zelfs de eenmalige uitstoot van één vogelpoepje aan stikstof bij de bouw zo’n project lamlegt.
Inmiddels geeft zelfs de demissionaire landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) toe dat hij helemaal klaar is met dit waansysteem. Ook ligt er een motie van een Kamermeerderheid om de drempelwaarde op te hogen naar 14 gram stikstof per hectare per jaar, waardoor de bouw gewoon van het slot kan. Maar D66 stemde tegen, en Paternotte blijft als een grijsgedraaide grammofoonplaat de leugen recyclen dat duizenden mensen nog langer moeten fluiten naar een woning omdat we met z’n allen te veel stikstof uitstoten. We stoten inderdaad nogal veel stikstof uit, maar de invloed van de bouw daarop is volstrekt verwaarloosbaar.
Hoe wordt je zo, vraag ik me dan af. Hoe kan een jurist – wat toch doorgaat voor hoogopgeleid – zo blind en halsstarrig zijn in het tegenlicht van evidente feiten?
Mijn theorie is, dat dit vooral komt door de dictatuur van de fractiediscipline. Dat je als politieke partij extern doorgaans probeert met één mond te spreken is nog te billijken. Maar dit principe heeft zich dermate ingevreten in de partijorganisaties, dat je al vrijwel kansloos bent voor de landelijke kandidatenlijst als je geen brave conformist bent. En partijpolitici internaliseren dat ook; zelfs zozeer, dat ze ook als fractieleider nog de totaal ongeloofwaardig geworden partijlijn voortzetten.
Met 225 Eerste en Tweede Kamerleden en nog een stuk of twintig bewindslieden is de landelijke politiek best een crowd, maar mede door die verstikkende fractiediscipline is het bepaald geen menigte waar de wisdom of the crowd floreert. Vaker heerst daar de stupidity of the incrowd.
Uiteraard zijn er individuele politici met echte vakkennis en een nuchter verstand; het is veel te simpel om te doen alsof politici allemaal dom en onwetend zijn. Bovendien pleit dat de politiek te makkelijk vrij. Menigeen weet best wat er mis is en hoe rationeel beleid eruit zou zien, maar houdt daar z’n mond over, of pruttelt wel eens wat maar bijt dan niet door. De partijlijn en de eigen, daarvan afhankelijke carrière zijn als puntje bij paaltje komt belangrijker dan intellectuele integriteit. Daar kan je namelijk de hypotheek en de alimentatie niet van betalen.
Hoe rekbaar is intellectuele integriteit?
Het is weliswaar makkelijk inhakken op mensen die je nooit hebt ontmoet en bij wie je nooit in de buurt zult komen, zoals we aan al die anonieme twitteraars kunnen zien. Maar als journalist heb ik wel degelijk in die kringen verkeerd en ik ken sommige spelers uit de politiek en een brede schil aan beleidsadvisering daaromheen persoonlijk. En dan vraag ik me toch af: hoe rekbaar is jullie intellectuele integriteit?
Neem Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor D66. Het siert hem dat hij nog niet is opgestapt naar de volgende sport in zijn carrièreladder. En voor zover ik hem ken, is Dijkgraaf echt een vriendelijk, behulpzaam persoon, met een aanstekelijk enthousiasme voor zijn vak en de culturele waarde van wetenschap. Ik zou hem zonder aarzelen mijn auto uitlenen.
Ik ontmoette hem voor het eerst een jaar of dertig geleden, toen hij nog een onbekende postdoc aan de Universiteit Utrecht was. In een piepklein zaaltje praatte hij een handvol wetenschapsjournalisten bij over de snaartheorie, waar ik toen nog nooit van gehoord had, en ik vond dat fascinerend.
Jaren later, ik was toen hoofdredacteur van wiskundetijdschrift Pythagoras, publiceerden we een verzamelbundel ter gelegenheid van het vijftigjarig jaar bestaan. Ik wist dat Dijkgraaf, inmiddels al bekend van tv en zijn column in NRC Handelsblad, als scholier abonnee was geweest, en nog steeds een fan van het blad. Desgevraagd was hij zo vriendelijk om een mooie toespraak te houden en het 0-de exemplaar (nerd-humor) van ons boek uit te reiken aan de oprichter van Pythagoras, de legendarische en hoogbejaarde Bruno Ernst.
Hij deed dit uiteraard gratis. Ik zeg dit erbij omdat veel mensen denken dat iedereen met enige bekendheid die ergens opdraaft, daar dik voor betaald wordt. Dat is meestal niet zo. (Daarentegen zetten de prima donna’s van de media, zoals een Eva Jinek of een Dolf Jansen, geen stap buiten de studio zonder dat er duizenden euro’s op tafel komen).
Helaas heeft Dijkgraafs specialisme, de snaartheorie, de belofte als de ultieme fysische ‘theorie van alles’ nooit waar kunnen maken. In sporadische contacten die ik daarna met hem had, was hij dat niet met mij eens. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken, dat dit een rol gespeeld heeft bij zijn beslissing om de wetenschap vaarwel te zeggen en terug te keren uit de VS om hier minister te worden.
Zou Dijkgraaf heimwee hebben naar Princeton?
Dan moet je tekenen bij het kruisje voor het D66-partijprogramma, en wat ik me met enige regelmaat afvraag: heeft natuurkundige Dijkgraaf, met zijn 4-sigma IQ, zich nooit in het Nederlandse stikstofbeleid verdiept, al was het maar tijdens een verloren uurtje in de dienstauto? Heeft zo’n door en door fatsoenlijke man als hij nooit iets gevonden van de manier waarop partijgenoten als Tjeerd de Groot en Jan Paternotte op dit onderwerp acteerden?
De uitvluchten liggen voor het oprapen: ‘Niet mijn ministerie, niet mijn expertise, ik ben niet de fractieleider, ze zitten niet in het kabinet.’ Maar toch. Hoe moeilijk was het om twee jaar lang weg te kijken van het irrationele, feitenresistente, ideologisch dichtgetimmerde stikstofgedram van zijn eigen partij?
Ik ken geen natuurkundige die langer dan een kwartier naar het Aerius-model en het daarop gebaseerde stikstofbeleid gekeken heeft, en zich er niet hoofdschuddend dan wel walgend vanaf gekeerd heeft. Is Dijkgraaf door zijn vrouw betrapt toen hij stiekem al die kritische tot vernietigende rapporten zat te bestuderen in zijn werkkamer? Wat heeft hij er toen van gezegd, onder bezwering dat Kaag of Paternotte dit nooit te weten mochten komen? Heeft hij nu spijt dat hij zijn riante aanstelling als directeur van het Institute for Advanced Study heeft opgegeven? Heimwee naar het academische paradijs Princeton, waar hij tot het eind van zijn leven had kunnen blijven?
We kunnen niet in zijn hoofd kijken. En ik ga nooit de politiek in.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schreef De Stikstoffuik, het boek dat ontleedt hoe Nederland in de handen van activistische ecologen raakte en zichzelf zo als enige land ter wereld een ‘stikstofcrisis’ bezorgde. Jaspers publiceert iedere zaterdag zijn column in Wynia’s Week.
Wynia’s Week viert deze maand het vijfjarig bestaan. Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee – ook in 2024?