Ideale coalitie moet breed gespreid zijn over het land, bezieling tonen en verbondenheid met de kiezers
Door Joost Smits*
Onderzoeker Joost Smits ging na wat er bij de laatste Kamerverkiezingen wel of niet verschoof. Enkele opvallende observaties: niet de kiezer is op drift, maar traditionele partijen zijn hun anker kwijt, de VVD is D66-achtig geworden en daardoor minder volkspartij, maar de combinatie GL/PvdA is nog elitairder dan D66. En: het CDA leeft, maar dan wel in drie stukken.
Wanneer de verkiezingsuitslagen binnenstromen, richt de aandacht van de meeste kiezers en analisten zich vaak op de directe resultaten: wie is de grootste partij en welke coalities zijn mogelijk? Er wordt steevast geroepen dat er een ‘aardverschuiving’ heeft plaatsgevonden. Iedereen wil weten wat er nu is gebeurd en welke partijen snel met elkaar om tafel zullen gaan. Deze benadering is begrijpelijk maar ook oppervlakkig.
Sinds 2010 analyseer ik voor de Stichting Politieke Academie de uitslagen per stembureau, waarbij het gedrag van alle kiezers van alle partijen centraal staat. Dit biedt een gedetailleerder beeld van het kiezersgedrag en de verschuivingen binnen ons politieke landschap. De negende editie van dat verslag onthult enkele verrassende inzichten. In samenwerking met RTV Lansingerland is een live presentatie opgenomen.
Hier zal ik vier kernpunten behandelen: 1. De vraag of kiezers werkelijk op drift zijn; 2. De vraag of de VVD nu uiteen is gevallen door al die PVV-stemmers; 3. De ontwikkeling van het aloude CDA; en 4. Het belang van het ‘politieke midden’ in het Nederlandse politieke landschap. Bezieling of beleidsmanagement: waar staan we nu?
Is de kiezer op drift?
Hoe je het stemgedrag interpreteert, hangt af van het perspectief. Kijken we naar partijtrouw, dan zijn kiezers al decennialang flink in beweging. Politicologen berekenen vaak een index, waarbij ze kijken naar hoeveel mensen op een partij met dezelfde naam hebben gestemd als bij de vorige verkiezingen. De hoge waarde daarvan bewijst dan dat kiezers ‘op drift’ zijn. Maar dit kan een vertekend beeld geven. Als PvdA en GroenLinks fuseren tot GroenLinks-PvdA of als uit het CDA de partij Nieuw Sociaal Contract voortkomt, gaat het niet om een daadwerkelijke verschuiving in kiezersvoorkeuren.
Wat we echt willen weten, is of kiezers stemmen op partijen die duidelijk anders zijn dan wat gangbaar is in de buurt waar ze wonen. Dan blijkt dat de patronen van populariteit van partijen vaak stabiel blijven. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals rond de opkomst van Fortuyn in 2002, Wilders in 2006, en de implosie van de PvdA rond 2014/2015. Een partij komt pas echt in de problemen als de kiezers alle kanten op schieten en niet terugkomen.
De kiezers van CDA, SP, Forum voor Democratie en JA21 zijn de laatste jaren flink in beweging, en dat was bij de verkiezingen in november niet anders. Bij de VVD is er ook beweging, al is dat een stuk minder dan bij die andere partijen.
Concluderend is vast te stellen dat van de meeste partijen het patroon van stembureaus waar ze populair zijn niet verandert. Alleen van sommige partijen is de kiezer op drift, maar voor de meeste kiezers is dat niet zo.
Is VVD uiteen gevallen?
Hoewel de VVD in beweging is, valt de partij niet uiteen zoals dat zichtbaar was bij de PvdA na 2014/2015. Een opvallende bevinding in mijn onderzoek sinds 2010 is dat VVD en PVV vaak in verschillende buurten populair zijn, ondanks enige overlap. Waar de PVV sterk staat, is de VVD meestal zwakker, en vice versa.
Dat beeld wordt deze verkiezingen bevestigd. Het patroon van stembureaus waar PVV populair is blijft intact ten opzichte van 2021. Er kan dus geen grote instroom van de gemiddelde VVD-kiezer zijn geweest. De overstappende kiezers woonden al in buurten waar veel PVV werd gestemd, maar stemden nog VVD. Ook het patroon van de VVD verandert niet heel erg, al is er meer ruis dan gebruikelijk.
Volkspartijen en ‘elite-partijen’
Behalve voor de PVV kozen voormalige VVD-stemmers nu ook NSC van Pieter Omtzigt. Belangrijk om te weten is dat een deel van de VVD-aanhang zich had aangesloten tussen 2017 en 2021, maar dat veel daarvan bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart 2023 al weg waren. Het besluit om geen VVD te stemmen was bewust of onbewust al eerder genomen.
Deze ontwikkelingen zijn zorgwekkend voor de VVD. Behalve VVD zijn PVV, SP, Forum voor Democratie, JA21, NSC en CDA breed gespreid over het land en kunnen ze worden gezien als volkspartijen. Daarentegen zijn SGP, DENK, BIJ1, ChristenUnie, BBB, GroenLinks-PvdA en D66, populair in minder buurten en kunnen daardoor ‘elite-partijen’ worden genoemd.
Door het verlies aan kiezers aan PVV en NSC ziet de VVD haar status als volkspartij afnemen. De overlap met de D66-achterban wordt groter. De huidige koers van de VVD onder leiding van Dilan Yeşilgöz-Zegerius, met nadruk op niet-eurosceptische en klimaatvriendelijke beleidslijnen, zal de vertrokken kiezers waarschijnlijk niet terugwinnen. Een les die men kan trekken uit de ervaringen van de PvdA, is het belang van dialoog met vertrokken leden om te voorkomen dat de partij een echokamer wordt van enkel gelijkgestemden.
Conclusie: De VVD is niet uiteengevallen, maar heeft wel belangrijke segmenten uit de achterban verloren. Al vóór maart 2023 is de achterban van de partij meer opgeschoven naar die van D66. De VVD is minder een volkspartij en meer een elite-partij geworden.
Wat is er over van het aloude CDA?
De magere score van 5 zetels voor het CDA toont de significante verschuivingen binnen de partij. BBB haalde in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2023 al veel kiezers weg. In augustus van dit jaar zette Pieter Omtzigt een belangrijke stap door zijn eigen partij, Nieuw Sociaal Contract (NSC), te lanceren. Hoewel NSC aanvankelijk neigde naar links-conservatieve standpunten – een unieke richting in de Nederlandse politiek – behaalde de partij vooral succes in traditionele CDA-gebieden.
Maar interessant genoeg wijken de patronen van het huidige CDA, BBB en NSC aanzienlijk af van die van het CDA van 2021. Toch, wanneer we de stemmen van NSC, BBB en het CDA van 2023 bij elkaar optellen, komt dit verrassend overeen met het CDA van 2021. Samen zouden ze goed zijn voor 32 zetels, de beste score voor het CDA sinds 2006. Dit leidt tot de conclusie dat het CDA in feite in drie delen is opgesplitst: NSC, BBB en het huidige CDA. Elke partij vertegenwoordigt een uniek segment van wat eens de CDA-kiezersbasis was.
Het belang van het ‘politieke midden’
Het ‘politieke midden’ heeft in de loop der jaren verschillende betekenissen gehad. Historisch gezien waren dat partijen als CDA, PvdA en VVD, die bekend stonden als ‘catch-all’-partijen. Ze richtten zich meer op het aantrekken van een brede achterban via het doen van beloften over het behalen van beleidsdoelstellingen dan op het integreren van specifieke sociale klassen in het democratische systeem.
Die benadering heeft belangrijke maatschappelijke uitdagingen niet kunnen oplossen, zoals de woningnood, immigratie, klimaatbeleid, inflatie en de Toeslagenaffaire. Middenpartijen konden gemakkelijker met elkaar formeren, wordt wel gezegd. Maar na twee rondes VVD/D66/CDA/ChristenUnie was die koek wel op. Als Yeşilgöz medio 2023 de deur naar de PVV had dichtgesmeten was er nu geformeerd met Frans Timmermans.
Dan is het belangrijk om te weten dat er ook iets aan de hand is met GroenLinks-PvdA. Het stemgedrag voor GroenLinks-PvdA in 2023 lijkt sterk op het patroon van GroenLinks in 2021. Maar het patroon van de PvdA uit 2021 lijkt volstrekt niet op GroenLinks-PvdA. Formeren met GroenLinks-PvdA is dan niet hetzelfde als in het verleden met Wim Kok, Job Cohen en Wouter Bos, maar als met Paul Rosenmöller, Femke Halsema en Jesse Klaver. De PvdA lijkt verdwenen, ook al omdat sommige voormalige PvdA-stemmers de overstap naar NSC hebben gemaakt, een beweging dwars door het politieke spectrum vergelijkbaar met die van sommige VVD-stemmers naar PVV en NSC.
Bovendien scoort GroenLinks-PvdA hoger als elite-partij dan D66 en voorheen PvdA. Sinds 2021 zien we in centrum-stedelijke buurten van Nederland, waar ongeveer een vijfde van de kiezers woont, een opkomst van een unieke progressieve cultuur. Hoewel deze buurten slechts voorkomen in 73 van de 342 Nederlandse gemeenten, waarvan enkele buiten de Randstad, zijn ze een broedplaats voor GroenLinks-PvdA, D66, Volt, DENK en BIJ1.
Onopgeloste uitdagingen
Er is dus een nieuwe visie op het ‘politieke midden’ nodig. Vanuit het bovenstaande is te redeneren dat partijen die een breed draagvlak hebben (‘volkspartijen’) tot het midden zouden kunnen worden gerekend. Om deel te kunnen nemen aan een regering zouden ze ook een brede agenda moeten hebben, en niet slechts een paar speerpunten.
Maar er zijn ook vragen over het belang van dat ‘politieke midden’. We staan voor een reeks onopgeloste uitdagingen, waarbij het integreren van de belangen van sociale groepen essentieel is. De ideale coalitie zou evenwichtig vertegenwoordigd moeten zijn van platteland tot stedelijke centra en zou een brede spreiding over alle buurten van het land moeten hebben.
Nu is het tijd voor een politiek die dichter bij de hartslag van onze samenleving staat, met meer bezieling en verbondenheid met haar kiezers.
*Joost Smits is senior researcher Stichting Politieke Academie, joost@politiekeacademie.nl.
Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Dan hopen wij dat u ook in dit nieuwe jaar weer meedoet. Kwam het er nog niet van, maar wilt u wel Wynia’s Week mogelijk maken? Dan hopen we dat u nu ook de stap zet. Doneren kan op verschillende manieren en zowel met een éénmalig bedrag als met een maandelijkse bijdrage. Hartelijk dank