Hoera, wéér een adviesraad met onweerlegbare vaagpraat
Als hopelijk over een maand of twee, drie een nieuw kabinet aantreedt, treffen al die ministers in de werkkamer van hun voorganger, behalve wat lijken in de kast, ook een stapel ongelezen rapporten op hun bureau aan. Want het kabinet kan dan wel demissionair zijn, maar de staatsrapportenproductie draait gewoon door.
Deze week kwam de AWTI, de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie, met In dienst van de toekomst. Van optimalisatie naar transformatie. Altijd geinig, zo’n rijmende titel. En uit het aankondigende persbericht spreekt een tomeloze dadendrang, ook altijd goed: ‘Voor een toekomstbestendig en duurzaam Nederland moeten bestaande processen, structuren en belangen op de schop. Nederland heeft radicaal nieuwe oplossingen nodig voor onze samenleving en economie. Om onze huidige ambities op het gebied van zorg, klimaat, landbouw etc. te kunnen realiseren.’
De AWTI adviseert – gevraagd én ongevraagd, uiteraard – de regering over hoe onze maatschappij het beste kan profiteren van technische en wetenschappelijke innovatie. Nederland kent een voor buitenstaanders ondoorgrondelijke wildgroei aan overheidsbeleid voor innovatie op elk bestuursniveau, van piepkleine universiteitsfondsjes ter aanjaging van eigen start-ups tot een vehikel als de SDE++, dat jaarlijks miljarden euro’s uitdeelt aan projecten voor duurzame energie.
Een pleidooi voor ‘radicale transformaties’
Maar daar gaat het rapport nauwelijks over, het mikt veel hoger: Nederland kan alleen ‘toekomstbestendig’ gemaakt worden met radicale transformaties. Met dit advies richt voorzitter Eppo Bruins (voorheen ChristenUnie-Kamerlid) zich tot de nieuwe Tweede Kamer en het nieuwe kabinet, maar dat is er achteraf bij verzonnen, want dit kloeke rapport – net geen honderd pagina’s – zat natuurlijk al maanden in de pijplijn.
Wat betreft de AWTI is de tijd van een stimuleringsregelingetje hier en een investeringspremietje daar nu echt voorbij. Maar wat houdt zo’n radicale transformatie in? Hoe gaat dat, ‘bestaande processen, structuren en belangen op de schop nemen’? Komt ie: ‘Transformaties zijn ingrijpende fundamentele veranderingen in de structuur, cultuur en infrastructuur van onze maatschappelijke systemen die verder gaan dan gewone veranderingen.Ze kenmerken zich door onzekerheid over hoe de wereld er na de transformatie uitziet en ook over de routes daarnaartoe. Ingeslagen en ingesleten paden in systemen moeten veranderen. Dat kan ingrijpend zijn en daarmee weerstand oproepen.’
Concreter dan dat wordt het niet. Ik heb in het hele rapport geen voorbeeld kunnen vinden van zo’n transformatie. Als voorbeelden van spontane, geleidelijk verlopende transformaties worden secularisering, globalisering en digitalisering genoemd, maar dat is juist niet wat de AWTI wil: hun transformaties moeten door de overheid in gang gezet en doorgedrukt worden. Die transformaties moeten voortkomen uit een ‘inspirerend toekomstbeeld’, maar daar is de AWTI niet voor, om dat te bedenken, dat geeft het rapport als opdracht mee aan het kabinet en Kamer.
Wel is duidelijk, dat niet alles op de oude voet zal kunnen doorgaan, waarvoor de AWTI het begrip ‘exnovatie’ introduceert: ‘Net zo belangrijk is het om bestaande manieren en werkwijzen om te bouwen, uit te faseren en te stoppen’.
Tja, lastige materie. Begrijpelijk dus, dat de AWTI een illustrator in de arm genomen heeft om uit te leggen hoe dat zit, in onderstaande afbeelding:
Ik kreeg werkelijk waar een lachstuip toen ik dat plaatje zag. Wat stelt zo’n pijl concreet voor? Wat betekenen de kleuren blauw en rood? Wat is het verschil in betekenis tussen een volle en een halftoon kleur? Waarom lopen die pijlen kriskras door elkaar? Wat betekent de arcering in die ene pijl?
Dat mag de lezer allemaal zelf invullen, want het plaatje heeft geen bijschrift. Als je onderaan links begint, splitst een pijl zich eerst in tweeën, met een tak die ‘afgebouwd’ wordt, maar toch doorloopt en zich later weer samenvoegt met de rechtertak, die vervolgens helemaal oversteekt naar rechts, en dan onder ‘omdraaien’ terugloopt naar beneden.
Dus er is iets (een technologie, een subsidieregeling, een bedrijfstak, een ministerie?) dat nu tot het bestaande systeem behoort, dat op weg naar het toekomstbestendige systeem eerst gedeeltelijk wordt afgebouwd, maar dan weer samengevoegd met de hoofdstroom, zich doorontwikkelt richting de toekomst, en dan omkeert en terug in de tijd beweegt.
Zou Eppo Bruins, de voorzitter van de AWTI onder wiens verantwoordelijkheid zo’n rapport verschijnt, dit plaatje werkelijk bekeken hebben voordat alles naar de drukker ging? Bruins is van origine natuurkundige. Zoiets zou hij destijds nooit van een student geaccepteerd hebben. Maar het is maar voor politici en beleidsmakers, dus wat doet het er toe.
Er is geen touw aan vast te knopen
De illustrator mocht nog een paar plaatjes maken. Nadat een inspirerend toekomstbeeld is bedacht door de politiek, moeten de scherpe keuzes die daarbij gemaakt zijn, enerzijds als een gezamenlijk kompas gaan werken, anderzijds als een magneet, en dat is aldus in beeld gebracht:
We staan paf van zoveel creativiteit, maar wat zien we hier nu eigenlijk gebeuren? Ook hier ontbreekt een bijschrift, dus we proberen het zelf in te vullen. Allerlei maatschappelijke sectoren richten zich blijkbaar op een kompas – dat zal wel het morele kompas van een inspirerende overheid zijn – maar aan de tegenoverliggende kant trekt een magneet aan de schijf in het centrum. Die schijf zal de maatschappij als geheel wel voorstellen, waar geld (de economie) en het hart (welzijn) even belangrijk zijn.
Betekent dit, dat de toekomstbestendige maatschappij onderhevig is aan een tweestrijd tusssen het morele kompas aan de ene kant, en een magneet aan de andere kant? Verbeeldt die magneet dan juist het huidige, niet-toekomstbestendige systeem waar we in dreigen te blijven hangen? Extra verwarrend is natuurlijk, dat de kompasnaald wordt aangetrokken door die magneet en onvermijdelijk in diens richting zal gaan wijzen. Maar we moesten toch naar radicale transformaties, en de blik juist niet gericht houden op het huidige systeem?
Zo is het vast niet bedoeld door de AWTI en de illustrator, maar hoe dan wel, daar is geen touw aan vast te knopen.
In eerste instantie denk je dan ‘negeer die plaatjes’, hou je aan wat er in de tekst staat. Maar dan kom je er achter, dat die plaatjes in al hun nietzeggendheid juist een heel goede afspiegeling van het rapport geven. Dat staat vol met consultaanse breedspraak, open deuren waar niemand het mee oneens kan zijn en alle in overheidsrapporten verplichte nummers over burgers raadplegen, draagvlak creeëren en een grotere rol voor de sociale wetenschappen bij die ‘transformaties’ (want die beta-wetenschappers zijn te arrogant geworden).
Toch een poging om wat concreets uit het rapport te lichten: de AWTI komt tot ‘Vier aanbevelingen voor een transformatiegerichte aanpak voor innovatie’.
1: Maak werk van een transformatiegerichte beleidsmix
Dit is een volledig tautologische aanbeveling.
2: Bied een inspirerend toekomstbeeld gebaseerd op scherpe keuzes
De AWTI heeft makkelijk praten, als de politiek dat toekomstbeeld zelf moet gaan bedenken, inclusief de te maken scherpe keuzes.
3: Benut innovatieve kracht uit de samenleving beter en geef kennis en expertise in beleid en politiek topprioriteit
Het enige relevante advies wat kenners hier uit kunnen destilleren is: hou op met politici en topambtenaren benoemen op posities waar ze geen enkel verstand van de desbetreffende materie hebben. Zijn we het helemaal mee eens, hulde AWTI.
4: Zet beprijzing en normering in voor transformaties
Hier vinden we tenslotte iets waar je beleid op zou kunnen maken: de AWTI vindt dat de overheid, om allerlei ontwikkelingen de door haar gewenste kant op te duwen, minder met subsidie moet strooien om mensen en bedrijven daartoe te verleiden, en meer moet werken met extra belastingen en dwingende regels. Daar kun je het mee eens of oneens zijn, en dat is in dit rapport al heel wat.
Een door de overheid geschapen tak van nijverheid
Rapporten vol tot niets verplichtende, onweerlegbare vaagpraat zijn geen natuurverschijnsel. Ze zijn een door de overheid geschapen tak van nijverheid voor beroepsbestuurders en hun ambtenaren. Het volgende kabinet zou ook eens na kunnen denken over ‘scherpe keuzes’ wat betreft het voortbestaan van dit soort werkverschaffing.
Niet alle rapporten komen uit die koker. In het tweede rapport-Remkes over de toekomst van de landbouw stonden aanbevelingen als: koop nog dit jaar vijfhonderd piekbelasters uit. Daar is weinig van terecht gekomen, maar je kunt Remkes niet betichten van vage consultancy-praatjes. En er was ook geen commisie van tien experts met dertien stafleden nodig om dat rapport te schrijven.
In januari komt er nog zo’n edelachtbaar college, de Klimaatraad, met een rapport over in wezen het zelfde: een toekomstbestendig Nederland. Ik weet niet of ik het nog opbreng om dat te gaan lezen.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schreef De Stikstoffuik, het boek dat ontleedt hoe Nederland in de handen van activistische ecologen raakte en zichzelf zo als enige land ter wereld een ‘stikstofcrisis’ bezorgde. Jaspers publiceert iedere zaterdag zijn column in Wynia’s Week.
Wynia’s Week viert deze maand het vijfjarig bestaan. Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!