Bericht uit Israël: Geen wraak maar lijfsbehoud
‘Zou je een persoonlijk verhaal willen schrijven?’, vroeg de chef-redacteur me. Ik had hem net gecomplimenteerd met een in Wynia’s Week geplaatst artikel over de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van Palestijnse vluchtelingen. ‘Graag, dank je.’
Ik had me al in het begin van de oorlog voorgenomen geen Nederlandse nieuwssites meer te lezen om me niet te ergeren aan te veel vooringenomenheid en vergaande niet-geïnformeerdheid. Maar ik kan het niet laten…
Echt bedankt voor de vraag. Ik las net in een nog te verschijnen boek van Karine Hoenderdos dat schrijven therapeutisch kan werken. De laatste dagen laat de oorlog me nauwelijks nog los. Een emotionele tombola. ‘Hoe is het daar?’, vragen vrienden van vroeger. Ik heb al de nodige therapeutische schrijfsessies gehad, maar het blijft in mijn hoofd spoken. Ik zal alle gruwelijkheden niet herhalen. Wie ze weten wil, weet ze wel, en wie ze niet weten wil, leest dit stukje toch niet.
Kibboetsen ontzet
Een modale oorlogsdag begint voor mij in zee. Het water is eind oktober nog heerlijk en ik realiseer me vrijwel dagelijks dat global heating ook zijn pluspunten heeft. Op dag 19 wil een kennis uit ons dorp, ook een zwemmer, net het water in lopen als ik eruit kom. Ik vertel hem, wat hij allang gezien heeft, dat het een perfecte dag is. De zee is zo glad als een spiegel. ‘Voor mij was gisteren een perfecte dag’, krijg ik terug. ‘Ik heb mijn beide zoons gezien.’
De jongste is dienstplichtig en de oudste reservist, halsoverkop teruggekomen van zijn after army-trip in Zuid-Amerika. Itamar, de jongste, heeft vanaf de crèche met onze dochter op school gezeten, bij ons gegeten, geslapen. Op dag 1 heeft hij geholpen een van de kibboetsen te ontzetten. Wat hij daar gezien heeft, heeft Israël zelfs niet helemaal aan de internationale pers willen tonen. Vijf jongens uit zijn unit zijn er gesneuveld en acht gewond.
Zelf wonen we redelijk veilig. Onlangs is er in de buurt in de lucht een langeafstandsraket uit Gaza ontploft en we hebben een paar keer een boem boven het zo’n 10 km noordelijker gelegen Haifa gehoord, maar dat is alles. Het wordt wel anders als Hezbollah alle remmen losgooit. Op de meest beschutte plek in ons huis staat een tas met flessen water en wat snacks. Voor het geval dat. Ons oude huis heeft geen safe room.
Onze dienstplichtige dochter heeft de beschermde status van excellent sporter en verlaat de marinebasis die we vanuit ons raam kunnen zien alleen om thuis te slapen of naar een training van het nationale voetbalteam te gaan. Ze mag zich op de basis zelfs gelukkig prijzen met een gym, want de mariniers moeten uiteraard in topconditie zijn.
Dag en nacht patrouilleren
Onze jongste, van de zomer nog speler op het Europees kampioenschap waterpolo U15, heeft inmiddels weer trainingen. Bij het zwembad is een schuilkelder. School is er in de vorm van zoom-sessies en op donderdag een paar uur fysiek. Er mogen niet meer kinderen komen dan de schuilkelder plaats heeft. ’s Nachts valt hij moeilijk in slaap. Heeft te veel op TikTok en aanverwanten gezien.
De oorlog is hier een klein beetje zichtbaar. Een van de ingangen naar het dorp is gesloten, de andere wordt steeds door twee mensen bewaakt. Dag en nacht patrouilleren vrijwilligers in een auto door en rond het dorp. Het gebeurt in het hele land. Op 7 oktober is het land compleet verrast, dat mag niet nog een keer gebeuren. Het zou niet de eerste keer zijn dat Arabische buren zich op deze of gene wijze in de strijd mengen.
Nou ja, onschuldig…
Op dag 9 heeft het dorp massaal Shaffik begraven. Hij was een good friend voor de jongens en meisjes die op de rave-party te veel pillen of poeiers gebruikten. Nou ja begraven … Hij is eerst begraven en pas daarna kon iedereen de begraafplaats op. Na zoveel dagen stinkt een lijk zelfs de kist uit. Iedereen kent iedereen. Een van de dochters van Shaffik zat met onze dochter op de crèche. Hun moeder verloor haar vader 50 jaar geleden in de Jom Kippoer-oorlog. De mensen die de lijken identificeren hebben in hun werkzaam leven al veel meegemaakt, maar dit. Shani, het beeldschone Duits-Israëlische meisje is aan een stukje van haar schedel geïdentificeerd. Shaffik was doorzeefd.
Hoe het is, vraagt B. me. Ze schrijft dat ze de oorlogsbeelden niet meer kan zien zonder te huilen. ‘Het is inderdaad verschrikkelijk’, schrijf ik terug. We krijgen hier overigens niet alleen beelden van onschuldige Palestijnse burgers en gebombardeerde gebouwen.
Nou ja, onschuldig … wie heeft hun kinderen tot moorden opgevoed? Wie heeft liever een shahid (martelaar) dan een levend kind? Wie heeft die kinderen geleerd dat alle Joden op zijn minst de zee in moeten? Wie heeft destijds Hamas democratisch verkozen? Wie heeft nog nooit tegen iets anders geprotesteerd dan tegen verhoogde benzineprijzen? Of haben sie alle das nicht gewusst?
We krijgen hier vooral te zien hoe er in Israël gemoord is, alle gezichten van de ontvoerde of vermoorde ravers, de gezichten van omgekomen soldaten, de dagelijkse raketsalvo’s, de Israëlische vluchtelingen (125.000) al heet dat hier geëvacueerden, alle pogingen om burgerslachtoffers in Gaza te voorkomen en de locaties van commandocentra en lanceerinstallaties van Hamas onder en in ziekenhuizen, scholen en moskeeën.
‘We gaan naar het hotel in Shefayim’ vertelt de moeder van het gezin dat een paar dagen een onderkomen vond in onze airbnb. ‘Daar zijn we met elkaar.’ Alle overlevenden van hun kibboets Mefalsim zitten in het hotel aldaar. Een 95-jarige vrouw uit Ashkelon die hun plaats inneemt wil na een kleine week toch maar weer naar huis. Dan maar steeds de safe room in en het risico lopen op een inslag.
Het Westen zorgde wel voor het gewone volk
Verschillende sociale media tonen ons op Palestijnen gerichte educatieve filmpjes. ‘It could have been paradise …’ aldus een hele rake. ‘… als jullie de miljarden waarmee de internationale gemeenschap over de brug kwam (nadat Israël onder Sharon zich in 2005 uit Gaza had teruggetrokken) niet aan tunnels en raketten hadden besteed.’ Of anders hadden jullie wel het Singapore of Hong Kong van het Midden-Oosten kunnen zijn (…).
En voor de kritische lezer: water stroomt altijd naar het laagste punt en internationale humanitaire hulp schept ruimte om de eigen middelen anders te besteden. Nadat Hamas na de gewonnen verkiezingen de nodige politieke tegenstanders letterlijk van de daken had gesmeten, gingen de eigen middelen op aan tunnels en raketten. Het Westen zorgde wel voor het gewone volk.
Niki, een Nederlandse vriendin in een dorp iets verder, heeft haar dienstplichtige zoon Dien al tweemaal in de buurt van Gaza bezocht. Op dag 1 was hij in kibboets Aza, 3 km van de grens met Gaza. Zo’n bezoek is een moment van emotionele rust voor haar en haar man. Thuis hebben ze doorlopend buikpijn door wat er gebeuren kan en schrikken ze van ieder nieuwsalert. Evenals alle mannelijke soldaten laat ook Dien zijn snor groeien. Dat deden de soldaten in de Jom Kippoer-oorlog precies 50 jaar geleden ook.
‘Nooit meer, is nu’
Zelf zijn we ook niet zonder buikpijn. In de familie van mijn vrouw zijn er negen onder de wapenen, waarvan in ieder geval drie bij (of in?) Gaza. Vijf jongens, drie meisjes en een doorgewinterde zwager.
Wanneer kan Dien zijn snor afscheren? De tijd zal het leren. ‘Nooit meer, is nu’ is het parool. En nooit meer verdraagt zich niet met Hamas. Het is geen wraak, zoals het doorluchtig opperhoofd van het land zich laatst liet ontvallen. Het is lijfsbehoud.
Willem Dercksen (1951) heeft in het verleden van alles en nog wat gedaan wat hij destijds erg belangrijk vond. Zoals bij velen mondde een (onbetaald) sabbatical uit in een geheel nieuwe koers. Tropische roots en een Israëlische partner brachten hem naar Israël waar hij de trotse vader van twee kinderen is en de kost verdient met redactioneel werk.
Wynia’s Week is er het hele jaar door. Met onafhankelijke, verrassende berichtgeving. Wynia’s Week is wel gratis, maar niet goedkoop. De lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!