Wat nou ‘genocide’ en hoezo ‘vluchtelingen’? Over Palestijnen wordt schaamteloos gelogen
Met allerlei mensen valt geen zinnig woord meer te wisselen als het gaat over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Het meest onzinnige woord in deze kwestie is ‘genocide’. Het is verbijsterend, hoe anderszins redelijke mensen bij hoog en bij laag volhouden dat er momenteel een genocide op de Palestijnen plaatsvindt.
Welke hedendaagse volgeling van Joseph Goebbels heeft als eerste bedacht, dat joden beschuldigen van genocide de ultieme verkrachting van historische feiten zou zijn, en daarom het perfecte propagandawapen? Want dat is een van de diabolische wetten van de propaganda: lieg zo groot mogelijk. Hoe schaamtelozer de leugen, mits consequent en met negeren van alle feitelijke tegenwerpingen herhaald, hoe groter de kans dat mensen dit werkelijk gaan geloven. Donald Trump is er groot mee geworden.
Normale mensen begrijpen kleine leugens, omdat ze daar in hun dagelijks leven mee te maken krijgen en zijn er daarom weerbaar tegen. Tegen leugens van deze omvang hebben veel redelijke mensen geen immuunsysteem. Zonder enig kritisch vermogen kopiëren deze nuttige idioten van Hamas de hashtag ‘genocide’, en liken en delen berichten van die strekking op sociale media.
Ondanks ‘genocide’ groeit de Palestijnse bevolking als kool
De kreet ‘genocide!’ ging ook al rond bij de vorige Gaza-oorlog, in 2014. In juli 2014 bombardeerde het Israëlische leger (de IDF) anderhalve week lang Hamas-installaties en -gebouwen, waarna een grondoffensief van twee weken volgde. De beelden van instortende gebouwen, dode baby’s, huilende vrouwen en wraak schreeuwende mannen waren identiek aan die van nu.
In anderhalve maand vielen volgens de Verenigde Naties 2100 doden, onder wie 1500 burgers. Volgens de IDF waren het 1600 doden, waarvan 1200 Hamas-strijders. Ongeacht welke bron je hier wilt geloven: dat is op geen stukken na genocide. Om daarvan te kunnen spreken, is toch wel een minimumeis dat de bevolkingsgroep op wie de genocide gepleegd wordt in omvang afneemt, zou je zeggen. Terwijl die bevolking sinds de verovering van Gaza door Israël continu is gegroeid als kool, van circa 300.000 in 1967 tot 2,1 miljoen nu.
Hoe cynisch het ook klinkt: zelfs op het hoogtepunt van die Gaza-oorlog brachten de vijandelijkheden de bevolkingsgroei niet tot staan. Die bevolking nam namelijk in 2014 met ruim vierduizend mensen per maand toe, dus in juli nog altijd met minstens tweeduizend personen. Het is moeilijk te geloven, maar zelfs midden in die oorlog werden nog ruimschoots meer baby’s geboren in Gaza dan er mensen sneuvelden.
Te vrezen valt, dat deze oorlog meer burgerslachtoffers zal maken dan de Gaza-oorlog in 2014. Toen was Israël namelijk niet uit op het vernietigen van Hamas, en dit keer wel. Misschien dat op het hoogtepunt van de strijd de bevolking zelfs een paar weken lang zal afnemen – die cynische rekensom zal ik hier niet overdoen. Maar genocide, volgens enige redelijke definitie van die term, wordt het zeker niet.
Er is nog een term die in de context van de Palestijnse kwestie schaamteloos misbruikt wordt, maar die zelfs officiële status heeft, namelijk de term ‘vluchteling’. Palestijnen, zo is het verhaal, zijn in 1948, na het uitroepen van de staat Israël, massaal uit Israël verdreven en wonen sindsdien nog altijd in vluchtelingenkampen in de omringende landen, waaronder Gaza.
Het wonderlijke is, dat er nog elk jaar grote aantallen vluchtelingen bijkomen, hoewel er niemand meer uit Israël vlucht. Zie de grafiek hieronder: het aantal vluchtelingen is sinds 1950 toegenomen van 1 miljoen naar bijna 5 miljoen, en het groeit nog steeds.
By Elikrieg – Own work, CC BY-SA 3.0 https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=15311885
Erfelijk vluchtelingschap
Dat komt omdat Palestijnen een in de wereld uniek privilege genieten: erfelijk vluchtelingschap. Alle nakomelingen van degenen die in 1948 gevlucht zijn (de zogeheten Nakba), kunnen zich ook laten registreren als vluchteling. Je kunt zelfs door adoptie vluchteling worden. Dat erfelijk vluchtelingschap houdt nooit op: het zet zich van kinderen op kleinkinderen op achterkleinkinderen voort.
Een blik op de bevolkingspiramide van de Palestijnse gebieden leert, dat minder dan één procent van de bevolking 75 jaar of ouder is, en zo oud moet je minstens zijn om een originele Nakba-vluchteling uit 1948 te zijn, al heb je daar dan, als baby zijnde, geen herinnering aan. Na de zesdaagse oorlog in 1967 zijn er ook Palestijnen gevlucht uit de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever en Gaza, maar dat is een kleinere groep. Die moeten minstens 56 jaar oud zijn, en zelfs dat is minder dan tien procent van de bevolking.
Kortom: zeker 95 procent van de Palestijnse vluchtelingen heeft nooit in Israël gewoond en is niet gevlucht. Sterker nog: meer dan de helft van de Palestijnse vluchtelingen heeft ook ouders die nooit in Israël hebben gewoond hebben en niet zijn gevlucht.
Maar als erkend vluchteling staat er wel een aparte VN-organisatie voor je klaar, UNRWA, met een budget van 1,2 miljard dollar per jaar en dertigduizend mensen in dienst, om gratis onderwijs, gratis gezondheidszorg en nog allerlei andere vormen van hulp te verzorgen. En gezien de onstuimige bevolkingsaanwas, zal het benodigde budget blijven stijgen.
De UNRWA is kort na 1948 opgericht als een tijdelijke organisatie, met een mandaat van drie jaar, om de humanitaire crisis van de Palestijnen op te lossen. Sindsdien was het met drie jaar verlengen van het UNRWA mandaat elke keer een hamerstuk; het meest recent in juni van dit jaar, voor de vijfentwintigste keer.
Het erfelijk vluchtelingschap heeft een uiterst kwalijke consequentie: het pseudo-legitimeert ‘het recht op terugkeer’. Palestijnse jongeren van zestien, zeventien jaar eisen, desnoods met geweld, het land op waarvan hun grootouders of overgrootouders vijfenzeventig jaar geleden gevlucht zijn. Dat land hebben zij, en veelal ook hun ouders, nooit gezien. Het was toen bijvoorbeeld een armetierige akker of een olijfboomgaard, maar is nu een winkelcentrum of de startbaan van het vliegveld van Tel Aviv. Maar ze blijven eisen dat Israël dat stuk land aan hun familie teruggeeft.
Het ‘recht op terugkeer’ is een dolzinnige eis
Stel je even voor dat andere bevolkingsgroepen die generaties geleden gevlucht zijn, er dezelfde mentaliteit op na zouden houden. Voorbeelden genoeg: in 1923 werden ruim een miljoen Grieken met geweld, of de dreiging daarvan, uit Turkije gesmeten, terug naar hun vermeende thuisland. Wonen de naar schatting vijf miljoen afstammelingen van die Grieken nu nog in vluchtelingenkampen rond Athene en plegen ze terroristische aanslagen in Turkije?
De grootste etnische zuivering uit de geschiedenis vond plaats na de dekolonisatie van Brits-Indië en de splitsing in India en Pakistan in 1947. Toen werden tientallen miljoenen moslims en hindoes in tegengestelde richting de nieuwe grens over gejaagd. Met al hun afstammelingen erbij, gaat het inmiddels over misschien wel honderd miljoen mensen. Zullen we die ook allemaal de erfelijke vluchtelingenstatus en het recht op terugkeer geven? Want met historische rechtvaardigheid valt niet te marchanderen, toch?
Het recht op terugkeer na al die jaren is een dolzinnige eis, louter bedoeld om elke geweldloze oplossing onmogelijk te maken. Historici zeggen graag dat wie zijn geschiedenis niet kent, gedoemd is deze te herhalen. In het Midden-Oosten is het eerder omgekeerd: daar zouden alle partijen gebaat zijn bij totaal historisch geheugenverlies.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik’. Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving, die vrij beschikbaar is voor iedereen. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!