Bestaanszekerheid is de huis-tuin-keuken-en-erf politiek die kosmopolitisch Nederland liever negeert

omtzigt
Beeld: REGIO8

Wie bestaanszekerheid zegt, zegt Pieter Omtzigt, zegt: Tweede Kamer verkiezingen 2023. Als lijsttrekker van Nieuw Sociaal Contract heeft Omtzigt van bestaanszekerheid hét woord gemaakt dat nu de campagne domineert.

Maar wat is het? Waarom is het opeens zo in trek? En wat zegt dat over de tijdgeest?

Pensioen als deel van bestaanszekerheid

Eerst het woord zelf. Bestaan én zekerheid. Dat laatste, de zekerheid, is de crux. Om dat te laten zien, neem ik een stapje terug in de tijd, naar 2010. Werkgevers en vakbonden hadden een pensioenakkoord gesloten. Het akkoord beloofde bedrijven stabiele pensioenkosten. De vakbonden behielden de collectieve pensioenregelingen. De prijs die werknemers en ouderen voor het compromis moesten betalen was: pensioenen worden verregaand afhankelijk van de beurskoersen van honderden miljarden beleggingen.

Dat zinde het gestaalde kader van FNV Bondgenoten niet, de grootste bond binnen de toenmalige FNV. Zij pelden met hulp van onder meer publicist Jan Kuitenbrouwer het akkoord als een ui af tot de kern en concludeerden: dit wordt een casinopensioen. Tot ziens pensioenzekerheid. Dat is een uitkomst die haaks staat op wat ouderen en werknemers zelf voor ogen staat: zij willen weten waar zij aan toe zijn. Zij zien pensioen als deel van hun bestaanszekerheid.

Pensioenzekerheid is een voorbeeld van de brede aantrekkingskracht van het woord bestaanszekerheid. Pensioenzekerheid is ook nog steeds actueel. Het pensioenakkoord uit 2010 is in 2019 opnieuw ‘uitgevonden’ en vorig jaar omgezet in wetgeving. Hoe lang nog? De BoerBurgerBeweging (BBB) wil het weer afschaffen, blijkt uit het verkiezingsprogramma.

Nog een voorbeeld van bestaanszekerheid: werkzekerheid. Niet alleen de zekerheid van een baan, want er komen weer tijden zonder overspannen arbeidsmarkt. Denk ook aan de sociale werkvoorziening, afgebroken onder RutteTwee (VVD/PvdA), die mensen inkomen en werk gaf. Denk ook aan de zekerheid van werk met meer vast inkomen dan een flex-contract.

Gierende inflatie

Nog een voorbeeld? Grenszekerheid om arbeids-, studie- en asielmigratiestromen wél te beheersen. Ook dat is deel van bestaanszekerheid. Migratie heeft grote invloed op de samenleving, juist op de terreinen die de basis zijn voor bestaanszekerheid: op wonen, op de arbeidsmarkt, op onderwijs, op gezondheidszorg.

Bestaanszekerheid is ook breder dan de verhoging van het minimumloon, dat inzet is geworden van een politieke race om de hoogste verwachtingen te wekken. Ook breder dan alleen armoedebestrijding. Interessant is dat Omtzigt zelf afgelopen zondag in het tv-programma Buitenhof een directe relatie legde tussen bestaanszekerheid en de prijsstijgingen (energie, voedsel) die burgers hebben overvallen na meer dan een decennium van lage inflatie. Als iets onzekerheid in de samenleving in de kaart speelt en de roep aanwakkert om een politieke omwenteling dan is het wel gierende inflatie.

Katholieke traditie

Bestaanszekerheid is oude politiek in een nieuw jasje. Omtzigts campagne grijpt met zijn brede toepasbaarheid onmiskenbaar terug op een katholieke politieke traditie die vanwege de secularisatie in Nederland en de zigzagkoers van het (protestantse) CDA niet meer wordt herkend. Maar het waren politici van de toenmalige KVP, de Katholieke Volkspartij (opgegaan in het CDA), zoals Gerard Veldkamp en Marga Klompé die in de jaren zestig van de vorige eeuw aan de basis stonden van de verbreding van de sociale zekerheid. Daar is het woord zekerheid weer.

Bestaanszekerheid is, kortom, een breed concept, en een politiek-economische filosofie met een traditie, maar wat zegt de aantrekkingskracht ons nu?

Om te beginnen is bestaanszekerheid een reactie op de Rutte-coalities. Het toeslagenschandaal en het falen van het oplossen van de aardbevingsschade in Groningen hebben de bestaansónzekerheid aangewakkerd en een vertrouwensbreuk veroorzaakt tussen een groot deel van de burgerij en politici. Tegelijkertijd is bestaanszekerheid juist een thema dat politieke invulling behoeft. De vraag is of Omtzigt daarbij als de ‘anti-Rutte’ genoeg krediet heeft voor oplossingen.

Ten tweede is bestaanszekerheid een perfecte samenvatting van wat burgers bezighoudt. Zij hebben zorgen over economie en inkomen, met een hoofdrol voor inflatie, blijkt uit de meest recente peiling van denktank SCP. Wat zijn de hoofdthema’s in de peiling van onderzoeksbureau Ipsos begin september? Kosten van levensonderhoud/inflatie, gezondheidszorg en immigratie/asiel. Opvallend is het verschil in belang dat kiezers stellen in het thema dat Ipsos als vierde peilde: de woningmarkt. Voor jongeren (35-) is dat veruit het belangrijkste thema, ouderen laat het koud. Terwijl ook de laatste groep moeite heeft om een geschikte ouderenwoning te vinden.

Dat brengt ons bij de derde conclusie. De aantrekkingskracht van bestaanszekerheid is een exponent van de vergrijzing. Ouderen (55+) zien in de peiling van Ipsos gezondheidszorg als een cruciaal thema. Zij hebben verder wezenlijk andere opvattingen dan jongeren (35-) over immigratie van buiten Europa (moet worden ingeperkt), over de Europese Unie (te veel te zeggen over Nederland) en over klimaatpolitiek. Moet Nederland voorop lopen met klimaatpolitiek? Onder jongeren (18-35) heeft dat de meeste steun, onder ouderen (55+) overheerst de afwijzing.

Zwarte Cross-bezoeker symboliseert de tijdgeest

Dat leidt tot de vierde conclusie. Het thema bestaanszekerheid brengt een politiek lang genegeerde onderstroom naar boven, namelijk het verlangen van kiezers naar onderwerpen die voor hen van praktische betekenis zijn. In het Amerikaanse verkiezingswoordenboek heet dat: All politics is local. Alle politiek moet plaatselijk aanspreken. Zeg maar: huis-tuin-keuken-en-erf politiek.

Het is niet verwonderlijk dat de politici die deze stroming vertegenwoordigen van buiten Den Haag zijn. Van buiten de Randstad. Caroline van der Plas (BBB, Deventer) en Omtzigt (Enschede). Hun ‘praktische’ politiek staat recht tegenover de ‘verheven’ politiek à la D66 en GroenLinks die van klimaatmaatregelen en duurzame energie juist speerpunten maakt. Generaliserend gezegd: de Zwarte Cross-bezoeker symboliseert nu de tijdgeest, niet de kosmopoliet die zich overal thuis voelt.

Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!