Zelfs veel GroenLinks-stemmers trappen niet meer in de leugens van GroenLinks over kernenergie
Volstrekt voorspelbaar wordt de ophef weer opgeklopt over het koelwater van de kerncentrales in Fukushima. Dat zit nog opgeslagen in grote tanks op het terrein van de kerncentrale, maar zal vanaf nu over een periode van veertig jaar in zee geloosd worden. Dit water is gezuiverd van alle radioactieve verontreinigingen behalve een heel klein beetje tritium, een radioactieve isotoop van waterstof. Het is vrijwel onmogelijk om deze 3 gram tritium uit die 1,3 miljoen kubieke meter koelwater te halen, omdat tritium chemisch niet te onderscheiden is van de gewone waterstof waar water mede uit bestaat (waterstof is de H in H2O).
Tritium is zo ongeveer de minst gevaarlijke radioactieve stof van allemaal; het wordt bijvoorbeeld toegepast in noodverlichtingen en daar zijn nog nooit ongelukken mee gebeurd. De halfwaardetijd is maar twaalf jaar, dus tegen het einde van de lozingsperiode is negentig procent van dat tritium al spontaan verdwenen. Als je dagelijks een liter van dat water drinkt, heb je na een jaar minder extra straling opgelopen dan als je een retourvlucht Barcelona maakt. Ook dan loop je namelijk een klein beetje extra straling op, doordat op grote hoogte meer kosmische straling is.
Ambtelijke truttigheid
Niettemin is er dus ophef. De gebruikelijke stoet milieuclubs schuift aan, maar puur uit politiek opportunisme zijn ook in China en Zuid-Korea protesten georkestreerd. En dan moet er toch ook een Nederlandse deskundige op de radio komen uitleggen hoe het nu zit met die tritium-lozingen in de oceaan rond Japan.
Diens optreden was weer van een moedeloos makende ambtelijke truttigheid; een schoolvoorbeeld hoe de wetenschap er keer op keer in slaagt om iets wat volstrekt helder en veilig is, toch moeilijk, onbegrijpelijk en verdacht te laten lijken. Of het nu gaat om straling, GMO’s, vaccins of bestrijdingsmiddelen, onuitroeibaar is het misverstand onder academici en hun voorlichters, dat je geloofwaardiger bent naarmate je meer kennis etaleert, meer nuanceringen aanbrengt, meer slagen om de arm houdt en meer moeite doet om in het onhoudbare standpunt van de tegenpartij toch nog iets van waarde te vinden.
Dat werkt als je een lezing voor je eigen collega’s houdt, maar in de media werkt het totaal averechts. Zeg gewoon waar het op staat, is dat nou zo moeilijk? Ja, dat is voor academici heel moeilijk.
De realiteit is, dat deze drie gram tritium zelfs geen enkel reëel risico voor mens of dier op zouden leveren als die 1,3 miljoen kubieke meter koelwater in één dag in de baai van Tokio geloosd werd. Maar onze deskundige vindt het belangrijk om te melden dat er ‘in het voortraject een omvangrijke studie gedaan is (…) wat bij benadering de dosis zal zijn bij mens en dier’.
Waarop de presentator vraagt ‘Wat is die dosis, wat is het risico dan?’
‘Om dat dan toch een beetje in perspectief te plaatsen: berekeningen geven aan, dat we het hebben over een dosis in de ordegrootte van 1 microSievert. Nou vergeet de Sievert, onthou even de 1 micro; nou ter vergelijking, de gemiddelde Nederlander, en dat is in Japan niet veel anders, loopt een dosis op van 2,1 milliSievert, van achtergrond en andere zaken.’
De welwillende presentator probeert nog: ‘Het zal geen vis deren?’
‘Uiteindelijk wordt er radioactiviteit geloosd, dat zul je terugvinden in het water, dat zul je terugvinden in het sediment, het zal uiteindelijk ook opgenomen worden door de vissen, dat betekent dat er wel degelijk sprake zal zijn van een verhoging, maar – dat is het hele beschermingskader zoals we dat hebben in de stralingswereld: je toetst aan wat die verhoging is, en je kijkt in hoeverre die verhoging onder alle geldende veiligheidsnormen ligt. En in dit geval is dat absoluut zo. Op basis van die analyse komt de IAEA tot een risico dat niet noemenswaardig is.’
Wat er misgaat in wetenschapscommunicatie
Het risico is dus ‘niet noemenswaardig’, maar als de presentator vraagt of er ook alternatieven voor lozing overwogen zijn, dan blijkt: ‘Al die alternatieven brengen ook risico’s met zich mee.’
Voor de duidelijkheid: dit is niet tegen de persoon van de deskundige gericht, maar dient slechts ter illustratie van wat er steevast misgaat in wetenschapscommunicatie. Niet lekker uit je woorden komen in zo’n mini-interviewtje op de radio doet niets af aan je kwaliteit als onderzoeker. Het is een goedkoop kunstje dat bijna iedereen kan leren. Sommige totale onbenullen zijn er goed in, sommige zeer goede en integere onderzoekers ook.
Maar het onderliggende probleem is dat je als universitair opgeleide van het begin af aan gedrild wordt in deze manier van communiceren: enerzijds-anderzijds, alles uiteraard voorlopig, nader onderzoek blijft nodig, en dek jezelf vooral in tegen overhaaste conclusies. Allemaal prima om de wetenschap vooruit te helpen, maar in de media maakt Greenpeace de kachel met je aan.
Op dat ongelijke speelveld hebben de schaamteloze leugens van de milieubeweging en GroenLinks over kernenergie een lang leven gehad. Zoals: dat er ‘nog steeds geen begin van een oplossing is’ voor het nucleair afval. Dat we volgende generaties opzadelen met dat probleem en de kosten ervan. Dat kerncentrales veel te duur zijn en het veel te lang duurt om ze te bouwen. Dat het uranium al over 50 jaar op is. Enzovoort enzovoort. Wie een staalkaart van die leugens wil, kan ze opzoeken in het actuele standpunt van GroenLinks over kernenergie. Dit is waar u straks voor kiest met een stem op klimaatbrokkenpiloot Timmermans.
Nu is meerderheid voor nieuwe kerncentrales
Niettemin, het begint er nu toch op te lijken dat de nuchtere waarheid over straling en kernenergie zich niet onbeperkt lang laat onderdrukken. De groene partij in Finland heeft al een paar jaar geleden kernenergie omarmd, D66 moest vanwege het coalitieakkoord meestribbelen met twee nieuwe kerncentrales in Nederland, en in België moest onlangs minister Tinne van der Straeten, volstrekt tegen haar anti-nucleaire dogmatisme in, zich in bochten wringen om de kerncentrales die ze eerst had gesloten, nu toch weer te openen en andere langer open te houden. Alleen de Duitse politiek zit nog steeds muurvast in haar anti-nucleaire hekserij.
In Nederland had Greenpeace jarenlang de publieke opinie over kernenergie in de houdgreep, maar ook die tijd is voorbij. Al geruime tijd tekent zich een meerderheid af voor nieuwe kerncentrales in Nederland. Dat wordt bevestigd door een peiling, vorige week gehouden, in opdracht van Wynia’s Week door peil.nl. Dat stelde de vraag:
‘Vindt u dat het volgende kabinet meteen werk moet maken met het zo snel mogelijk beginnen aan het bouwen van een of meer nieuwe kerncentrales?’
61 procent van alle ondervraagden zei daarop ‘ja’, en slechts 22 procent ‘nee’.
Verrassender is de uitsplitsing naar politieke kleur: zelfs 35 procent van de mensen die de laatste keer GroenLinks of PvdA hebben gestemd, vindt dat dit moet gebeuren, en slechts 40 procent is daar tegen. Van geen enkele politieke partij zijn de kiezers in meerderheid tegen.
In het klimaatpakket dat minister Rob Jetten nu oncontroversieel wil laten verklaren door de Tweede Kamer, is 117 miljoen euro opgenomen voor ‘onderzoeken nieuwbouw kerncentrales’. Dat onderzoek zal volgens de begroting zelfs in 2030 nog niet klaar zijn, want ook dan is er nog 13 miljoen voor klaargezet.
Jetten, wat valt hier te onderzoeken? In de EU staan nu, terwijl je dit leest, een slordige honderd kerncentrales stroom op te wekken, en dat doen ze al decennia zonder één enkel serieus ongeluk, inclusief ons eigen Borssele, en dan wil je nog zeven jaar lang treuzelen voor we besluiten dat er hier nog wel twee bij kunnen? Heb je ook zeven jaar onderzoek laten doen of er voor 40 gigawatt aan windmolens in de Noordzee neergezet kan worden? Zijn daar ook uitgebreide consultaties en peilingen naar het draagvlak voor geweest?
Zet een kerncentrale naast elke te sluiten kolencentrale
De nieuwe energieminister in het kabinet Omtzigt/VanderPlas kan bij wijze van spreken op de maandagochtend na haar inauguratie de telefoon pakken en bij drie producenten van kerncentrales offertes vragen, en nog voor het eind van het jaar een besluit nemen over wie die eerste twee mag bouwen. En dan volgend jaar de opdracht voor nog een stuk of vijf, zodat er tenminste een solide, betrouwbare basis in onze CO2-arme energievoorziening komt.
Verreweg de zekerste, meest effectieve klimaatinvestering die het volgende kabinet kan doen, is pal naast elke kolencentrale die volgens de wet in 2030 gesloten moet worden, een 1,5 gigawatt EPR-kerncentrale neerzetten. Die kolencentrale blijft open totdat de EPR af is, en op de heuglijke dag dat het zover is, is het een kwestie van één hele grote schakelaar omzetten en dan ben je zonder peperdure en tijdrovende aanpassingen aan het hoogspanningsnet miljoenen tonnen CO2-emissie per jaar kwijt.
Dit onderzoek heeft geen 7 jaar, maar 7 minuten geduurd, en kost de minister niets. Zo kan het namelijk ook.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik‘ . Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’ s Week.
Wynia’ s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving, die vrij beschikbaar is voor iedereen. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!