Khadija Arib moet kennelijk hangen, onschuldig of niet
Laten we het weer eens hebben over de ‘onveilige werksituatie’ die Khadija Arib volgens anonieme briefschrijvers zou hebben geschapen op de griffie van de Tweede Kamer. Ik had eerder geconcludeerd – mede op gezag van Volkskrantjournalisten Avinash Bhikhie en Nathalie Righton – dat Khadija Arib het slachtoffer was geworden van directeuren van de griffie.
In het tv-programma Zomergasten interviewde Theo Maassen Khadija Arib nog eens over deze kwestie. Hij had zich uitgebreid ingelezen, zei hij. Helaas liet hij duidelijk blijken toch niet precies begrepen te hebben waar het over ging. Het ging, volgens hem, niet alleen over twee anonieme brieven. Hij liet het voorkomen alsof Arib het hele ambtelijke apparaat intimideerde. Het ging echter, zoals Arib probeerde duidelijk te maken, over topambtenaren, namelijk de directeuren van de griffie, die meenden op de stoelen van Kamerleden te kunnen gaan zitten.
Die boodschap kwam niet over bij Theo Maassen. Hij schijnt ook niet te begrijpen dat als een onderzoek naar ongewenst gedrag wordt gestart, de reputatie van de beklaagde in feite al beklad is en je (in dit geval Vera Bergkamp) dus heel voorzichtig moet zijn voor je zo’n onderzoek start. Laten we deze zaak nog maar eens doorlopen.
Managers van de Kamergriffie begrepen democratie niet
Die directeuren van de griffie dachten dat zij iets over het wetgevingsproces van de Kamer te zeggen hadden. Ten onrechte. Daarover had Arib hen op hun nummer gezet. Dat leidde dan weer tot de (anonieme) klachten van die directeuren – jaren later – over een onveilige werksituatie. Die klachten over mevrouw Arib dienden de anonieme klagers in bij de huidige Kamervoorzitter Vera Bergkamp.
Theo Maassen zei ook nog dat niet alle klagers anoniem hadden gereageerd. Hij noemde onder anderen Jan Willem Duijzer. Duijzer was directeur bedrijfsvoering en informatisering van de griffie van de Tweede Kamer. Hij schreef in 2018 in zijn ontslagbrief dat hij het gevoel had dat hij als knecht van de voorzitter van het presidium, toendertijd Khadija Arib, moest optreden.
Hij begreep niet dat de griffie inderdaad dienstbaar moet zijn aan de Kamer en dus ook aan het presidium van de Kamer en diens voorzitter. Dat begreep kennelijk geen enkel lid van het managementteam van de griffie. Ook de andere topambtenaren van de griffie die Maassen in Zomergasten noemde begrepen dat niet. Maassen zelf begreep het dus ook niet.
Inmiddels is er, mede door Bergkamp, een onderzoek naar aanleiding van de anonieme klachten gekomen. Dat onderzoek is inmiddels bijna een jaar gaande. Uit een rondgang van Follow The Money (FTM) langs betrokkenen weten wij inmiddels dat in dat onderzoek de rechten van de beklaagde – Khadija Arib – worden geschaad. Zo krijgt ze niet de (anonieme) brieven waarin de beschuldigingen staan.
Formeel weet ze dus niet waar ze van beschuldigd is. Er wordt haar geen wederhoor op de bevindingen gegund. Diegenen die haar naar alle waarschijnlijkheid beschuldigd hebben, namelijk topambtenaren van de griffie, blijken tot voor kort invloed te hebben gehad op de onderzoeksopzet. Zij konden ook nog, als het zo uitkwam, de opzet van het onderzoek gaandeweg veranderen.
Ik had al de vergelijking met Jozef K. gemaakt uit de angstaanjagende roman Het Proces van Franz Kafka. Jozef K. wordt op een ochtend gearresteerd, terwijl hij zich van geen kwaad bewust is. Hij wordt oneindig lang aan het lijntje gehouden, net als Khadija Arib. Zijn beweringen dat hij onschuldig is, halen niets uit. Alles wat hij zegt, wordt tegen hem gebruikt. Aan het eind van de roman wordt zijn doodvonnis voltrokken.
Khadija Arib is bij voorbaat al schuldig
Zo’n vaart zal het met Khadija A. niet lopen, maar dat het onderzoek haar schuldig zal bevinden, lijkt haast wel zeker. Daarvoor hebben inmiddels sommige politici te veel hun reputatie op het spel gezet. Als Arib als oordeel ‘onschuldig’ krijgt, zijn die mensen haast niet te handhaven.
Op de eerste plaats is daar mevrouw Bergkamp die het initiatief voor het onderzoek heeft genomen als voorzitter van het presidium van de Kamer. Zij zag op basis van ‘concrete en duidelijke signalen’ dat er mogelijk sprake was van een onveilige werkomgeving. De ambtelijke leiding van de Tweede Kamer had die signalen ook bevestigd. Dat was geen wonder, want de klachten waren immers naar alle waarschijnlijkheid van die hoge ambtenaren zelf afkomstig.
Dan was daar Henk Nijboer, partijgenoot van mevrouw Arib in de Tweede Kamer en lid van het presidium. Hij had de klachten ‘ernstig, serieus, en helaas ook niet incidenteel’ genoemd. Daarom stemde hij in met het onderzoek naar Arib. Voor het oog van de natie besmeurde hij de reputatie van zijn partijgenoot. Hij legde echter niet uit wat die ernstige, serieuze en structurele klachten waren. Hij hoeft zijn stemgedrag in het presidium niet meer uit te leggen, want hij heeft inmiddels besloten niet meer terug te keren in de Kamer.
Dan vergeten we maar even Kamerlid Liane den Haan, de dievegge van de enige Tweede Kamerzetel van 50Plus. Zij dacht dat het om een arbeidsconflict ging tussen voormalig Kamervoorzitter Kadija Arib en leden van het managementteam van de griffie. Uit veel blijkt dat het om een politiek conflict ging, waarbij managers meer invloed op de vergaderingen van het presidium wilden dan ons democratisch bestel toelaat.
Deze complottheorie gaat over een echt complot
Geloven wij nu ook al in een complottheorie? Nee, want het is ‘echt’ een complot. Zoals Kamervoorzitter Vera Bergkamp op 3 oktober 2022 in een brief aan de Kamer schrijft zouden het presidium en de griffie van de Kamer de opdrachtgevers van het ‘extern onafhankelijk onderzoek’ zijn. Vooral dat de griffie opdrachtgever zou zijn was curieus, want het leek er immers op dat de anonieme klachten vanuit het managementteam van de griffie waren gekomen.
Zo signaleerde met name De Volkskrant dat het hoofd van de hr-afdeling van de griffie van de Tweede Kamer, Jorine Wolff, een van de personen was die had geklaagd over Arib. Juist zij mocht het onderzoek gaan leiden. Zij mocht, met andere woorden, via dit onderzoek haar eigen klachten gaan bevestigen. Dat managementteam voelde kennelijk door de vele publicaties over hun dubieuze betrokkenheid bij dit onderzoek nattigheid. Het team stapte immers op 11 november 2022 collectief en met onmiddellijke ingang op.
Onderzoek houdt geen rekening met belang van Khadija Arib
Bij de start van het onderzoek speelden de belangen van mevrouw Arib geen enkele rol. FTM citeert advocaat arbeidsrecht Marion van den Brekel daarover als volgt:
‘Vóór goedkeuring van de offerte moet je aan de beklaagde aangeven dat je onderzoek laat verrichten, met welk bureau je in zee wil gaan en wat de onderzoeksvraag is. Je moet vervolgens het onderzoeksprotocol met daarin de werkwijze van de onderzoekers verstrekken, zodat de beklaagde de kans heeft daarop te reageren. Dat is belangrijk omdat bij een op de persoon gericht onderzoek de reputatie hoe dan ook wordt geschonden.’
Dat is dus allemaal niet gebeurd. Uit de offerte van het onderzoeksbureau blijkt ook dat het onderzoeksbureau zich tijdens het onderzoek welwillend naar de wensen van de opdrachtgever wenste te plooien. De opdrachtgever was dus mede het managementteam van de griffie, van waaruit de klachten over mevrouw Arib waren gekomen. Als gezegd is dat team inmiddels opgestapt. Dat doet echter weinig af aan het gebrek aan onafhankelijkheid dat dit onderzoek kenmerkt.
Het komt natuurlijk vaker voor dat onderzoekbureaus naar conclusies toewerken die de opdrachtgever graag wenst te horen. De interpretatie van de werkelijkheid is immers plooibaar. In dit geval is dit echter wel heel pijnlijk, omdat de belangen van de onderzochte persoon, Khadija Arib, in het geding zijn. Haar belangen worden in het onderzoek niet behartigd. Zij krijgt zelfs geen informatie waar ze van wordt beschuldigd (Kafka!), krijgt de beschuldigingen niet te zien (Kafka!), of alleen onder vertrouwelijkheid, zodat ze er niet in het openbaar op kan reageren. Dat laatste is misschien dan nog wel een geluk bij een ongeluk. Dan loopt ze in ieder geval niet de kans dat, zoals bij Jozef K. het geval was, alles wat ze zegt tegen haar gebruikt wordt.
Moet de Kamervoorzitter niet worden vervangen?
Nog even over het jaar dat dit onderzoek nu al duurt. Dat is zeker kassa voor het onderzoeksbureau. Hoeveel zal dat inmiddels niet opgebracht hebben? Uit de offerte kunnen we dat niet halen, helaas. Daarin zijn alle geplande kosten en vergoedingen per uur weggelakt. Door Vera Bergkamp, neem ik aan.
Want, stel je toch eens voor dat duidelijk zou worden dat een vooringenomen, niet onafhankelijk onderzoek de staat ook nog eens grof geld zou kosten. Dan ga je toch al gauw denken dat we een Kamervoorzitter die een paar 100 duizend euro in de goot laat verdwijnen, beter kunnen vervangen. Bijvoorbeeld door iemand van het statuur van Khadija Arib. Maar dat laatste gaat natuurlijk niet gebeuren.
Khadija Arib moet blijkbaar ‘hangen’.
PS: Khadija Arib eist inmiddels formeel inzage in de beschuldigingen aan haar adres en de documenten die daar bij horen. Ze heeft daartoe de advocaten Geert-Jan en Carry Knoops ingeschakeld.
Harrie Verbon was hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. Dit is een bewerking van een eerder op Wynia’s Week verschenen artikel.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!
Prof. Michiel de Vries publiceerde deze zomer bij Uitgeverij Blauwburgwal het onthullende boek ‘Kapot. Hoe vilein is de deugindustrie?’ dat aantoont dat de praktijk van particuliere rechtsgang met anonieme aanklachten en behandeling door particuliere onderzoeksbureaus in de meeste gevallen niet deugt.