De PvdA verloor het grootste deel van de aanhang, maar de PvdA-bobo’s behielden de macht
De Partij van de Arbeid is een kleine partij geworden, met sinds 2017 slechts 9 zetels in de Tweede Kamer. Maar de PvdA’ers zitten nog overal. De PvdA regeert al zes jaar niet meer, maar de benoemingen van PvdA’ers in vooraanstaande functies gingen gewoon door.
Het verklaart voor een deel de disbalans in de Nederlandse politieke cultuur: Nederland wordt linkser bestuurd dan de Nederlandse kiezers met hun stemkeuze aangeven. Dat komt mede omdat het nog steeds bestaande naoorlogse ‘poldermodel’ dat mogelijk maakt. Vakbonden zitten overal in. En ook dat zijn vaak PvdA’ers.
Overal aan de knoppen
Van de ooit machtige Partij van de Arbeid is in de landelijke politiek weinig meer over. Tot aan de eeuwwisseling kon de partij bij verkiezingen rekenen op minstens 40 zetels. Volgens de peilingen zou het nu blij mogen zijn met 12. Zelfs een fusie met GroenLinks levert mogelijk niet meer dan 25 zetels op.
Toch zitten PvdA’ers nog overal aan de knoppen. Via adviesraden, erefuncties, belangenverenigingen, woningcorporaties en vakbonden weten zij grote invloed uit te oefenen op het beleid. De huurhervormingen van Hugo de Jonge? Plannetjes van de PvdA. De regulering van flexwerkers? Een wens van de vakbonden. Gelegitimeerd door schijnbaar niet-politieke instanties, zoals de Woonbond en de Sociaal-Economische Raad, waar PvdA’ers leidinggevende posities innemen.
Als een eigenwijze minister, zoals VVD’er Dennis Wiersma op Onderwijs, zich toch niet laat sturen door PvdA-gezinde lobbies, verschijnen er anonieme berichten in de krant over ‘grensoverschrijdend gedrag’.
Neem de zorg. Daar kwam Jet Bussemaker, staatssecretaris voor Volksgezondheid in het laatste kabinet-Balkenende en inmiddels voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, in juni met adviezen die wel erg lijken op het PvdA-verkiezingsprogramma.
De zorgpremie moet omlaag. Om dat te betalen, gaat de inkomensafhankelijke bijdrage van werkgevers omhoog. Onder het mom van ‘geen marktwerking, maar samenwerking’ schaft Bussemaker het liefst de vrije huisartsenkeuze af en maakt zij een einde aan concurrentie in de wijkverpleging. Verzekeraars en zorgaanbieders zouden ‘afspraken’ moeten gaan maken over de verdeling van het schaarse zorgaanbod.
PvdA’ers baas in de zorg
Wim Groot heeft hier eerder uitgelegd waarom ‘samenwerking’ tot minder in plaats van meer zorgaanbod leidt: ‘Veel patiënten hebben een voorkeur voor een kleine thuiszorginstelling of voor een wijkverpleegkundige die als zzp’er werkt, omdat ze dan niet elke keer een andere hulpverlener over de vloer krijgen maar een vertrouwd gezicht hebben. Veel wijkverpleegkundigen werken liever als zzp’er, omdat ze zo meer kunnen verdienen en zelf hun werktijden kunnen bepalen.’ Als zij worden gedwongen om bij een grote, vaak hiërarchische thuiszorgaanbieder te gaan werken, zal een deel het vak waarschijnlijk de rug toekeren.
Hét grote probleem in de zorg is de bureaucratie. Huisartsen en verpleegkundigen klagen er al jaren over. Hoe dat wordt opgelost met meer ‘aansturing’ en ‘samenwerking’ is onduidelijk. Over het algemeen leidt meer overheidsbemoeienis tot meer papierwerk, niet minder. D66-minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers liet de Tweede Kamer desondanks weten dat hij de adviezen van Bussemaker ‘volledig’ overneemt.
Ook de grote zorgaanbieders waren enthousiast. Dat is niet zo verwonderlijk als je ziet wie daar aan het stuur zitten. De lobby van Nederlandse ziekenhuizen wordt voorgezeten door Ad Melkert, onder wiens leiding de PvdA in 2002 de helft van haar zetels kwijtraakte. Een andere oud-PvdA-leider, Wouter Bos, is bestuursvoorzitter bij zorgverzekeraar Menzis.
Mooie banen voor oud-politici
PvdA-politici keren wel vaker terug op hoge plekken. Oud-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Lodewijk Asscher is sinds januari voorzitter van de Duurzame Luchtvaarttafel. Daaraan praten luchthavens, luchtvaartmaatschappijen, industrie en wetenschappers over manieren om de uitstoot van de sector terug te dringen. Zeg maar een mini-klimaattafel. De luchtvaart bleef buiten het Klimaatakkoord.
Jeroen Dijsselbloem, minister van Financiën in het tweede kabinet-Rutte, werd na de verkiezingsnederlaag van 2017 – de PvdA viel van 38 naar negen zetels – voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, voorzitter van de Vereniging Natuurmonumenten en voorzitter van de adviescommissie van het Nationaal Groeifonds. In september werd hij burgemeester van Eindhoven. In die hoedanigheid pleit hij namens ‘de gemeenten’ voor snelle invoering van de spreidingswet. Rechtse partijen in de Tweede Kamer tillen de verdeling en gedwongen opvang van asielzoekers liever over de verkiezingen heen.
Dijsselbloem wordt in zijn oproep gesteund door Sharon Dijksma, staatssecretaris in RutteTwee, inmiddels burgemeester van Utrecht. Zij is VVD’er Jan van Zanen opgevolgd als voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Oud-PvdA-fractievoorzitter Mariëtte Hamer werd na haar vertrek uit de politiek voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Vervolgens werd ze door het inmiddels demissionaire kabinet-RutteVier aangesteld als Regeringscommissaris voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. In die functie geeft ze advies aan zowel de regering als bedrijven. Tussendoor was Hamer ook informateur in de kabinetsformatie van 2021.
Nóg een regeringscommissaris en nóg een PvdA’er: Rabin Baldewsingh. De oud-wethouder in Den Haag is sinds twee jaar Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Eén van zijn adviezen aan de regering was om formeel excuses aan te bieden voor de slavernij. Dat is gebeurd. Ook zou Keti Koti, de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij, een nationale feestdag moeten worden. En Baldewsingh pleitte ervoor om islamitische politieagenten en handhavers hoofddoekjes te laten dragen. Daar ging minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz niet in mee. Yeşilgöz werd deze week door het VVD-bestuur voorgedragen om Mark Rutte op te volgen.
De Jonge neemt PvdA-woonadviezen over
In de sociale huursector barst het van de PvdA’ers. Zo werd de inmiddels overleden Ella Vogelaar na haar ministerschap de baas bij woningcorporatie Mitros. Martin van Rijn, oud-staatssecretaris en -minister, leidt sinds 2020 Aedes, de koepel van woningcorporaties. Hij volgde daar een andere PvdA’er op, Marnix Norder. Stadgenoot, een van de grotere woningcorporaties in Amsterdam, wordt aangestuurd door Anne Wilbers. Zij werd in 2014 genoemd als mogelijke wethouder voor de PvdA. Bij de Woonbond, de belangenvereniging van huurders, zit Maria Scali het bestuur voor. Zij was eerder landelijk bestuurder bij de PvdA en lijstduwer voor de partij in Delft.
Niet vreemd dus dat de adviezen van de woningcorporaties en de Woonbond overeenkomen met het PvdA-programma: nog meer sociale woningen, verdere regulering van de vrije huur, vaste huurcontracten als norm.
Vreemder is dat CDA-minister Hugo de Jonge zoveel aanbevelingen heeft overgenomen. Hij eist 30 procent sociale woningen in nieuwbouw, wil dat alle gemeenten het aandeel 30 procent halen in hun totale woningaanbod, maximaliseert de huurstijgingen en trekt de grens tussen sociale en vrije huur op van 760 naar 1.100 euro per maand. Gevolg: de woningbouw stort in en het huuraanbod slinkt.
Een verbod op tijdelijke huurcontracten vond zelfs De Jonge te ver gaan, maar dat wist de PvdA met steun van de ChristenUnie in de Tweede Kamer te regelen.
Hervormingen stuiten in PvdA-bolwerk onderwijs op weerstand
Nog een PvdA-bolwerk: het onderwijs. De PO-raad, de sectorvereniging van het primaire onderwijs, wordt geleid door PvdA’er Freddy Weima. De vorige voorzitter van de Algemene Onderwijsbond, de vakbond van docenten, was Eugenie Stolk. Zij is voor de PvdA de Provinciale Staten van Groningen ingegaan.
Op zowel basis- als middelbare scholen lopen de prestaties al jaren achteruit. Op vmbo-kader haalt ruim een derde van de leerlingen het niveau voor leesvaardigheid niet. Bij wiskunde is dat meer dan de helft. Eén op de vijf havo- en vwo-leerlingen scoort een onvoldoende op het eindexamen Nederlands.
Scholen krijgen geld op basis van hun aantal leerlingen, maar gaan over hun eigen uitgaven. Als zij er jaar op jaar niet in slagen om zelfs de basisvaardigheden – rekenen en taal – op orde te krijgen, wordt het dan niet tijd dat de overheid ingrijpt?
Waarom moest Dennis Wiersma echt weg?
Dennis Wiersma vond van wel. De VVD-minister wilde meer grip op de bestedingen van scholen. Ook zou hij de Onderwijsinspectie vaker onaangekondigd op pad sturen. Nu worden bezoeken vooraf ingepland en spreken inspecteurs vooral met schoolbesturen. De onderwijskoepels zagen de plannen niet zitten. Wiersma kreeg niet de kans om ze door te drukken: hij trad af na klachten over woede-uitbarstingen.
Harm Beertema, oud-leraar en Tweede Kamerlid voor de PVV, vond dat wel erg toevallig. ‘Eindelijk was daar die daadkrachtige minister die bereid was in te grijpen in een systeem dat bestuurders hadden opgetuigd, waar ze ongestoord door de politiek konden beschikken over de onderwijsmiljarden, zonder echte verantwoording af te leggen aan de politiek die tot taak heeft om de uitgave van die miljarden te controleren,’ zei hij vorige maand. En uitgerekend die minister moest het veld ruimen. ‘Wie wint hierbij?’
Via vakbonden behoudt PvdA macht in de polder
Niet alleen de onderwijsvakbond is PvdA-gezind; de FNV, de grootste vakbond van Nederland, wordt traditioneel bestierd door een PvdA’er. Wim Kok werd na zijn voorzitterschap zelfs leider van de partij, Agnes Jongerius lid van het Europarlement. In Tuur Elzinga heeft de FNV voor het eerst een SP’er aan het roer, maar achter hem staat PvdA’er Erik Gerritsen, die voor zijn partij ook in de gemeenteraad van Tynaarlo zit.
De ondanks de geslonken kiezersaanhang van de PvdA nog steeds vooraanstaande rol van PvdA-coryfeeën gaat gelijk op met de nog steeds belangrijke rol van de vakbeweging in de poldermacht – terwijl ook daar het ledental van jaar op jaar afneemt. Zo’n 15 procent van de werkende bevolking is lid van een vakbond.
Toch mogen de bonden nog overal meepraten en meebeslissen. Ze onderhandelen cao’s uit waar ook niet-vakbondsleden aan zijn gebonden. Ze besturen de pensioenfondsen. Ze zaten aan tafel bij het Klimaatakkoord en het Pensioenakkoord. Via naoorlogse overlegorganen als de Stichting van de Arbeid en de Sociaal-Economische Raad weten ze grote invloed uit te oefenen op het regeringsbeleid.
PvdA’er Hamer is bij de SER opgevolgd door PvdA’er Kim Putters, de voormalige directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Coen Teulings schreef als directeur van het Centraal Planbureau mee aan het verkiezingsprogramma van de PvdA.
De polderinstituten zijn een doorgeefluik van PvdA-wensen. Zo maakt minister Karien van Gennip (CDA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zelfstandigen het leven zuur, want dat is het advies van de SER. Maar een verbod op nulurencontracten, een verbod op het ‘onderbetalen’ van zzp’ers en een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering stonden eerder in het PvdA-programma.
Wynia’s Week is onafhankelijk en ongebonden. Bijdragen van lezers, kijkers en luisteraars zijn daarom van vitaal belang. Wilt u Wynia’s Week ook ondersteunen met een eenmalige of een regelmatige bijdrage? Heel graag!