De erfenis van Rutte: ‘gratis geld’ is op, wie leidt het volgende bezuinigingskabinet?
Alles wordt duurder. Ook regeren.
Welke regering er na de verkiezingen ook komt (een Schippers/Van der Plas VVD/BBB verbond?), elk kabinet erft de economie van zijn voorganger. Daar moeten de nieuwe ministers het mee doen.
De volgende regering krijgt een economie die wordt gekenmerkt door prijsstijgingen en tekorten. De rente is gestegen en zal nog verder stijgen, kun je afleiden uit de signalen van de Europese Centrale Bank. Lonen zullen blijven stijgen, kun je opmaken uit de barricadetaal van FNV-voorzitter Tuur Elzinga.
Er is inmiddels ook sprake van plakkerige inflatie: hogere prijzen blijven kleven aan goederen en diensten, ook al vanwege de hogere lonen. En dan zijn er de tekorten. Personeelstekorten, die weer de beloningen opdrijven omdat werkgevers concurreren om arbeidskrachten. Maar ook tekorten aan ruimte voor woningbouw, wegen en spoorlijnen en natuur.
Barre winter?
De stand van de economie én de Europese begrotingsregels bepalen het kader van de plannen, uitgaven en inkomsten van het nieuwe kabinet. Tenzij men iets nieuws wil doen, iets radicaals. Bijvoorbeeld een eerste begroting à la de Britse premier Liz Truss. Zij kwam in 2022 met een overrompelende belastingverlaging om de economie te stimuleren. Beleggers vreesden inflatie, dumpten Britse staatsobligaties, de rente schoot omhoog en Truss was na 45 dagen exit. Als politici naast het landsbelang en het partijbelang ook aan hun eigen belang (baanbehoud) denken, valt de Truss-optie af…
De kortetermijn-vooruitzichten van de Nederlandse economie zijn ondanks de inflatie in de raming van maart van het Centraal Planbureau (CPB) zo slecht nog niet. Het CPB becijfert voor 2024 een bescheiden economische groei (1,4 procent), stijgende koopkracht (2 procent) en een houdbare staatsschuld. Maar zekerheden bestaan niet: een barre winter met exorbitante gasprijzen verpest het koopkrachtplaatje.
Kijk je naar de langere termijn, het CPB doet dat tot 2031, dan is het beeld gespannen. De rentestijging gaat pijn doen. De hogere lonen, de kosten van de vergrijzing én de uitgaven aan gezondheidszorg zorgen er verder voor dat het overheidstekort én de staatsschuld boven de Europese norm uitkomen.
Het kabinet RutteVier laat ook nog wat onbetaalde rekeningen en plannen achter. Herstelbetaling aan Groningen vanwege de aardgasschade, hogere uitgaven voor defensie en er staat nog een belastingschuld uit bij ondernemers uit de coronatijd van 16 à 17 miljard euro.
Gratis geld is op
Het is te vroeg om al conclusies te trekken over de rijksfinanciën. Eerst de verkiezingscampagne. Het CPB zal voor de rijksbegroting 2024 en voor de kabinetsformatie nieuwe actuele economische ramingen maken.
In plaats van conclusies vier observaties.
De eerste is: de kans op een recessie is serieus, laat je niet overvallen, zoals RutteVier werd overvallen door de gasprijzen en in allerijl een prijsplafondplan van de oppositie moest kapen. Waarom een recessiekans? In de Nederlandse industrie daalt de productie al geruime tijd. De Duitse economische motor is gaan haperen.
De tweede observatie is: het tijdperk van verwaarloosbare rentestanden (‘gratis geld’) is voorbij. Zonder deze uitzonderlijke omstandigheden zouden achtereenvolgende kabinetten-Rutte niet het ene na het andere investerings- en uitgavenfonds hebben opgezet. Van Invest-NL en het Nationaal Groeifonds tot de Klimaat- en Stikstoffondsen van RutteVier.
Wie nul procent rente betaalt, vindt elke investering wel de moeite waard. Het is onvermijdelijk dat de komende minister van Financiën deze fondsen confronteert met de realiteit: welke uitgaven en investeringen zijn het nog waard als de rente niet nul is, maar bijvoorbeeld 4 procent?
Rechts, maar toch ook links
De derde observatie gaat over de opvattingen van de toekomstige Tweede Kamer. Dat is een heikel punt, want de verkiezingen moeten nog komen. Maar toch… Nederland stemt in meerderheid (centrum)rechts. Maar onder de partijen die rechts zijn in visie (nationalistisch, EU-sceptisch, streng asielbeleid, pro-boeren), zijn er ook, en niet de minsten, die sociaaleconomisch linkse opvattingen hebben. Zoals hogere zorguitgaven, meer overheidssteun voor minima en armoedebestrijding. Dat geldt voor de PVV en ook de BoerBurgerBeweging (BBB) laat zich op deze manier gelden.
Zoals Mark Rutte drie jaar geleden zelf observeerde: ‘We zijn natuurlijk een land dat in de kern diep-socialistisch is.’
Het resultaat van rechtse visie en linkse economie is dat een ‘rechtse’ Tweede Kamer straks best ‘links’ beleid kan afdwingen. Beleid dat tot hogere uitgaven leidt. Snoeit het kabinet dan in de wildgroei van de investerings- en uitgavenfondsen? Wordt er elders bezuinigd? Of gaan Ruttes opvolgers verder met het verhogen van belastingen en premies?
In de eerder genoemde maart-raming van het CPB bedraagt de collectieve lastendruk van belastingen en premies eind 2026 (toen theoretisch slot RutteVier) al 39 procent, om in 2031 op te lopen naar bijna 40 procent. Dat was 35,5 procent toen Mark Rutte in 2010 begon als minister-president. Nederland stemt (centrum)rechts en krijgt links beleid…
Edith Schippers
De vierde observatie: er is een generatie politici en ministers aangetreden die zijn gevormd door de ‘gratis geld’-jaren. Corona? Stikstof? Klimaat? Energieprijzen? Gooi er maar miljarden tegenaan. Het geld kan niet op.
Wie weet nog hoe je een fractie leidt, een ministerie leidt of een kabinet leidt als er ongemakkelijke keuzes gemaakt moeten worden? Over bezuinigingen, bijvoorbeeld. In 2010 gaf het eerste kabinet-Rutte de eerste aanzet tot bezuinigingen en sanering van de overheidsfinanciën. Nu Rutte zelf vertrekt, is er maar één minister uit RutteEén die vandaag nog politiek actief is: Edith Schippers.
Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!