CDA, stap uit het kabinet en meld je aan bij BBB
Het is klaar. We maken de laatste dagen van het CDA mee. Er wordt nog wat gelekt naar de pers en nog wat gedreigd met een extra partijraad, maar dat zijn de laatste zuchten van de patiënt die al jaren bedlegerig is en geen herstel meer mag verwachten.
Natuurlijk, het zijn lastige tijden voor brede volkspartijen. Kijk maar naar de PvdA. Maar je kunt het ook zelf verknallen. En dat is gebeurd. Bijvoorbeeld door je traditionele achterban van je te vervreemden, de boeren, burgers en buitenlui.
Door het individualisme te omarmen, de marktwerking en de participatiemaatschappij (het verhulwoord voor de ‘zoek-het-uit’-samenleving). Door drang en dwang te stellen in de plaats van vertrouwen en ‘soevereiniteit in eigen kring’. Door te flirten met stad en jeugd, met hoogopgeleid en well-to-do en de rest duidelijk te maken dat ze bekrompen en passé is.
Kabinet als veilige haven
Toen de kiezers deze gedaanteverandering niet bleken te lusten en de partij nederlaag op nederlaag toebrachten, wist de bovenlaag van deze klassieke bestuurderspartij niets beters te bedenken dan toe te treden tot de laatste twee kabinetten-Rutte. Niet omdat ze zo principieel achter het beleid van die kabinetten stond, maar omdat het een veilige haven zou kunnen zijn.
Zolang zo’n kabinet er zit, heb je geen vervelende verkiezingen en als er onverhoopt wel verkiezingen komen, wie weet, sluiten de kiezers je dankbaar in de armen omdat je regeringsverantwoordelijkheid hebt durven aanvaarden. ‘In deze moeilijke tijden,’ zullen ze er ter bemoediging van zichzelf bij hebben gezegd.
Zoals dat gaat met organisaties in verval, kreeg de inner circle ruzie. Wie heeft het voor het zeggen, maar vooral wie representeert het verleden? Die ouwe hap moet eruit. En dat gebeurde, met als suïcidaal dieptepunt het wegpesten van Pieter Omtzigt. De rechtlijnige dossiervreter en kiezersmagneet, de man die stug vasthield aan de traditionele waarden van het CDA.
Alles wat er omheen en erna gebeurde, stoot de geur van ontbinding uit. Tekenend is hoe een chique consultant die niet in de verste verte binding met de oer-achterban van het CDA had, door het partijbestuur op het schild werd gehesen, Wopke Hoekstra. Zonder scrupules zetten hij de sloop van Omtzigt voort, tot in de kabinetsformatie in 2021.
In de nieuwe Kamerfractie kwamen oude en nieuwe soldaten, ongetwijfeld toegewijd en vol goede bedoelingen. Hun taak was het CDA in het kabinet te houden en dus om het kabinet door dik en dun te steunen. Ze deden dat zo goed dat geen mens nog kon zien waar het CDA voor staat
Toen de partij in de peilingen op zes zetels terecht was gekomen (augustus 2022), deed Hoekstra plotseling een stap naar voren en meldde het stikstofbeleid van zijn eigen kabinet niet meer te kunnen steunen. Even leek het erop dat het CDA zou terugkeren naar haar electorale roots en het kabinet zou verlaten ten faveure van de boeren, burgers en buitenlui.
Onmogelijke positie voor de Kamerfractie
Niet dus. Meneer wist het klaar te spelen om in de Kamer zowel het kabinetsbeleid te steunen als af te vallen. Volkomen terecht maakte de oppositie, zelfs de vaste gedoogpartijen GroenLinks en PvdA, met dit malle gedrag de kachel aan.
Toen de boel op z’n Ruttes was gesust (het kabinet ging door, maar was ervan op de hoogte dat het CDA ooit over het stikstofbeleid opnieuw wilde onderhandelen), was het tij verlopen en wist iedereen dat het gedaan was met het CDA. Een onmogelijke positie voor de Kamerfractie, die kort daarna nog zo’n koekje moest doorslikken, dit keer over het asielbeleid.
Wie in de CDA-top nog even had gedacht dat het allemaal wel zou loslopen, moet wreed wakker zijn geworden van de oorverdovende verkiezingswinst van BBB bij de Statenverkiezingen in maart 2023. Hoe onnozel kun je zijn!
Met een zeker mededogen zag ik youngsters als Derk Boswijk en Henri Bontebal tegen de muur lopen. Ze deden hun uiterste best om de oude kiezers te bereiken, naar de boeren te luisteren, eigen rapporten te schrijven en naar de wereld te communiceren dat ze als CDA best wel een eigen opvatting hebben.
Ze stonden alleen, ook in de steek gelaten door hun fractieleider Pieter Heerma, die in de Kamer wel regelmatig bromde en gromde, maar nooit doorbeet. Dat er veel support uit de fractie kwam, kunnen we wel vergeten.
Ik heb een geweldige hekel aan politici die naar de pers lekken, zeker als ze dat anoniem doen. Het is puur bederf, voor de politici zelf, maar vooral ook voor de politiek als geheel. Toch kon ik voor de ontboezemingen van twee naamloze CDA-Kamerleden afgelopen zaterdag in De Telegraaf wel enig begrip opbrengen.
Bedonderd door de partijtop
Ze voelen zich klem gereden, niet gesteund, ja zelfs bedonderd door de partijtop die liever in het kabinet schuilt dan voor de eigen zaak op te komen. Hoekstra zou zelfs niet eens meer willen onderhandelen over het stikstofbeleid, was hun mededeling. Niet meer nodig of zoiets.
Voor eigen rekening zeg ik dat het hier waarschijnlijk om Boswijk en Bontebal gaat. Het is hun dossier en ik denk uit woorden als ‘sneuvelbereidheid’ hun toon af te kunnen leiden. Hoe het ook zij, ze zijn tot op het bot gefrustreerd en zagen dus kennelijk geen andere weg dan leeg te lopen bij een journalist van De Telegraaf.
Ik vergeef ze hun lekkage. Belangrijker is namelijk hun boodschap of noem het noodkreet: CDA trek de stekker uit het kabinet, want we gaan kapot.
De oproep is terecht, hun conclusie niet. De partij is al kapot. Haar rest nog één ding: meld je aan bij BBB en begin opnieuw.
Paul Verburgt schrijft wekelijks in Wynia’s Week over politiek en samenleving.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee? Hartelijk dank!