Nederland reageert vreemd schouderophalend, maar aftakeling industrie kan voorbode van meer misère zijn

nedcar
Een jaar geleden vestigde VDL Nedcar nog een record met de bouw van de miljoenste auto voor BMW Group, 15 juni 2022.

Limburg huilt. De autofabriek VDL Nedcar ontslaat 1.800 werknemers, bijna de helft van zijn personeel. Reden? In maart 2024 lopen de opdrachten af van BMW voor de productie van mini’s en SUV’s in Born. BMW is de enige klant. De kans is reëel dat daaraan voorafgaand, als familiebedrijf VDL geen nieuwe opdrachtgever vindt, nóg een groot deel van het personeel op straat komt te staan. Nu werken er bijna 4.000 mensen.

Nog meer tranen. DSM heeft vorige maand zijn hoofdkantoor van Heerlen naar het Zwitserse Kaiseraugst verplaatst. De reden is de fusie, lees: overname, van de Zwitserse geur- en smaakstoffenproducent Firmenich.

Multinationals verlaten Nederland

Tweemaal Limburgs economisch malheur, tweemaal de erfenis van de sluiting van de kolenmijnen in de jaren zestig van de vorige eeuw. Nedcar is de voortzetting van de fabriek van DAF die, met steun van de Nederlandse overheid, nieuwe industriële werkgelegenheid moest bieden aan werkloze mijnwerkers en hun kinderen. DSM, afkorting van De Staatsmijnen, was zelfs een 100 procent staatsbedrijf en had hetzelfde doel: lokale en regionale banen.

Het vertrek van DSM past in de trend dat multinationale ondernemingen hun Nederlandse wortels doorsnijden en hun hoofdkantoor elders vestigen. Zie ook het vertrek van Shell en Unilever naar Londen. En wie weet straks Aegon nu de Nederlandse verzekeringsactiviteiten zijn verkocht, en vooral Amerikaanse dochters overblijven.

De vraag is: past het massa-ontslag bij VDL Nedcar ook in een trend, en zo ja: welke?

De Nederlandse industrie verzwakt. Dat wordt echter aan het zicht onttrokken door het succesverhaal van ASML in Veldhoven, de voortdurend uitbreidende chipmachinefabrikant. De neergang in de industrie is echter duidelijk in de zogeheten inkoopmanagersindex. Deze index daalde in mei voor de negende achtereenvolgende maand. Hij staat op 44,2 punten. Elke uitkomst onder de 50 geldt als krimp van de bedrijvigheid.

De inkoopmanagersindex weerspiegelt de gang van zaken in de eerste fase van het productieproces. Als de inkopers huiverig zijn om nieuwe opdrachten te plaatsen doen ze dat omdat ze weten of verwachten dat hun eindproducten lastiger te verkopen zijn. Ook deze vermindering is inmiddels duidelijk zichtbaar. Statistiekbureau CBS meldde vorige week dat de gemiddelde dagproductie in de industrie in april met meer dan 12 procent is gedaald. Dat is de vierde daling op rij. De daling in april was de grootste sinds de economische kramp na de corona-uitbraak in 2020.

Oorzaken van de neergang

Er zijn nogal wat oorzaken voor de industriële neergang. De chemische industrie, een energie-intensieve producent bij uitstek, kampt met de hoge gaskosten. Chemie was de grootste daler in april. Mensen die tijdens de coronapandemie graag spullen kochten omdat er weinig buitenshuis te beleven was, consumeren nu weer diensten, zoals horeca, terras en vliegvakanties.

Verder is er minder vraag van buitenlandse producenten naar Nederlandse halffabricaten en producten. Ook in landen om ons heen staat de inkoopmanagersindex onder de 50 ten teken van slapte. In Duitsland staat de economie zelfs inmiddels twee kwartalen achtereen in de achteruitstand.

Tel je alles bij elkaar op dan krijg je: tegenvallende wereldhandel, tegenvallende export, oplopende voorraden én een daling van de Nederlandse productie van goederen en diensten (bbp) in het eerste kwartaal met maar liefst 0,7 procent.

Geniet ervan

Op de terugval van de economie is opvallend onverschillig gereageerd. Een beetje minder, nou en… Kijk naar de krappe arbeidsmarkt, de personeelstekorten, kijk naar de loonstijgingen in cao’s, Nederland zit in een hoogconjunctuur. Geniet ervan.

Voor de mensen die werkloos worden in Born is de schreeuw om personeel een meevaller. In en om Eindhoven/Veldhoven groeit de bedrijvigheid. In het onderwijs en de gezondheidszorg wemelt het van vacatures, al zal men wél moeten investeren in herscholing.

Maar hoelang is genieten nog het credo van de economie?

De inflatie blijft hoog. Energieprijzen komen niet terug op het oude niveau van vóór de inval van Poetin in de Oekraïne. De reeks van rappe renteverhogingen van de Europese Centrale Bank is nog niet ten einde. Dat heeft zijn weerslag op de Europese economie en dus op de Nederlandse export. Verder is de rentegevoelige huizenmarkt al maanden in mineur. Zelfs de eeuwige optimist minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting (CDA) verwacht volgend jaar een dip in de bouw van nieuwe woningen.

De vraag is hoe politici op de tegenslag zullen reageren. De rijksbegroting is met zijn permanente tekort al decennia een permanente aanmoediging van de economie. In de pandemie heeft de overheid deze groeistimulans spectaculair uitgebreid met maatregelen om de bedrijvigheid en de werkgelegenheid te steunen.

Er zijn de laatste tijd bovendien ook al toezeggingen gedaan voor nieuwe extra uitgaven (hulp/compensatie voor Groningen, voor gedupeerden in de toeslagenaffaire, voor defensie) én het kabinet heeft tientallen miljarden euro gereserveerd voor klimaat- en stikstofpolitiek. Maar de rente is duidelijk hoger dan waarmee is gerekend bij het regeerakkoord van kabinet RutteVier

Minder uitgeven of minder méér uitgeven?

Dat gaat niet allemaal samen. Het woord bezuinigen heeft een comeback gemaakt in politiek Den Haag. Maar wordt het bezuinigen zoals u en ik dat kennen, namelijk minder uitgeven. Of worden het Haagse bezuinigingen: minder méér uitgeven.

Eén voorspelling durf ik wel aan: ministers zullen vaker hogere klimaatuitgaven aanprijzen omdat ze goed zijn voor de economie. Op korte termijn kan dat kloppen, want élke extra uitgave, van wie dan ook, komt de economie ten goede. Maar op langere termijn is het een onbewezen stelling.

Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad. 

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!