Asieldeal met Rutte? Meloni vreest vooral een instabiel Tunesië
Het is opvallend hoe snel de – toch flink rechtse – Italiaanse premier Giorgia Meloni in de hoogste EU-kringen is geaccepteerd als serieuze gesprekspartner. Afgelopen september vond Rutte na Meloni’s verkiezingswinst nog dat er ‘reden tot zorg’ was toen zij premier werd, maar nu delen de andere Europese regeringsleiders juist haar zorgen over de enorme immigratiegolf vanuit Tunesië. En ze werken met haar samen. Ook Rutte.
Meloni heeft de afgelopen weken geen gelegenheid voorbij laten gaan om het belang van hulp aan Tunesië te onderstrepen. In mei was ze op de G7-top in Hiroshima en daar legde ze in een gesprek met Macron een ruzie bij die kort daarvoor hoog was opgelopen. De Franse minister van Binnenlandse Zaken had gezegd dat Meloni de migratieproblemen in eigen land helemaal niet kon oplossen. En dat vond hij kiezersbedrog, want ze had het tijdens de verkiezingscampagne vorig najaar wel degelijk beloofd.
Dat was natuurlijk tegen het zere been van Meloni en ze laat sindsdien zien wat ze waard is. Zo heeft ze op die G7-top ook een gesprek gehad met de Europese Commissievoorzitter Ursula van der Leyen en met de baas van het IMF. Allemaal in het kader van hulp aan Tunesië.
Een paar dagen later was ze op de Europese top in Moldavië – die eigenlijk over Oekraïne ging – en daar riep ze de EU op om pragmatisch en dus niet al te rigide met Tunesië om te gaan. Ze heeft er onder andere met Rutte en weer met Van der Leyen gesproken. Die drie hebben toen afgesproken om 11 juni gezamenlijk naar Tunesië af te reizen. Afgelopen dinsdag heeft Meloni eerst in haar eentje een bliksembezoek gebracht aan de Tunesische president Saied.
Waarom is Tunesië zo belangrijk?
De stroom Afrikaanse vluchtelingen vanuit de Sahel en de (sub)Sahara, die via Tunesië op een bootje naar het zuidelijkste Italiaanse eilandje Lampedusa komt, zwelt gestaag aan. Slecht weer op de Middellandse Zee zorgt even voor een adempauze, maar Meloni vreest dat de toestroom deze zomer nog veel groter zal worden, tot wel 900.000 vluchtelingen. En een aanzienlijk deel van die mensen zal doorreizen naar het noorden en ook Nederland bereiken.
Mark Rutte schoof tot nu toe de verantwoordelijkheid voor dit probleem naar het zuiden en eiste dat Italië die migranten buiten de deur zou houden, of anders in eigen land zou opvangen. Dat moet immers van het Dublin-accoord. En Meloni op haar beurt wil het probleem ook graag naar het zuiden doorschuiven: Tunesië moet zorgen dat de migranten de zee niet op gaan. En omdat Tunesië dat niet alleen kan, moet Europa helpen. Rutte steunt haar nu in dat streven.
Tunesië helpen betekent geld sturen. Het land is bijna failliet. President Saied is in 2019 verkozen, maar slechts 11 procent van de kiezers kwam naar de stembus. De oppositie boycotte de verkiezingen. Het land heeft te kampen met enorme inflatie, een werkloosheid van 16 procent en een hoge staatsschuld.
Saied heeft de democratie inmiddels min of meer opgedoekt en zelf het heft in handen genomen. Hij geeft de bevolking nu subsidie op levensmiddelen, maar daardoor loopt de staatsschuld wel steeds hoger op. De schatkist is bijna leeg en Tunesië zit te wachten op de ondersteuning die het IMF beloofd heeft: 1,9 miljard dollar. Bij lange na niet genoeg om het land er weer bovenop te helpen, maar toch.
Nu wil het IMF echter niet over de brug komen met die som, juist omdat de staatsschuld niet kleiner wordt. En ook omdat Saied zich als de sterke man opstelt en tegenstanders gevangen zet. En omdat hij akelig doet tegen al die vluchtelingen die vanuit het zuiden zijn land overspoelen. Hij heeft al van ‘omvolking’ gesproken.
Wel zuur dat het IMF nu juist van Tunesië meer respect voor de mensenrechten eist, want de Arabische lente is destijds in Tunesië begonnen en heeft alleen in dat Arabische land tot een soort democratie geleid. Meloni probeert het IMF en de EU tot clementie te bewegen. Maar dat is lastig want Saied heeft direct ferme taal gesproken: ‘Wij accepteren geen dictaat van buitenaf dat alleen maar tot meer armoede leidt.’
Energievoorziening in gevaar
De migrantenstroom is niet het enige probleem. Meloni wijst er ook op dat chaos in Tunesië kan leiden tot problemen met de gastoevoer. Tunesië is het noordelijkste punt van de Afrikaanse kust in de Middellandse Zee. Van daaruit stroomt Algerijns gas via een pijpleiding over de zeebodem naar Sicilië. Als de Tunesische regering valt en het land wegzinkt in anarchie, loopt ook die gaspijp gevaar.
Bovendien heeft Meloni grootse plannen. Ze wil van Italië de centrale ‘hub’ maken tussen Europa en Afrika, een verdeelcentrum voor gas en elektriciteit. Naast de al bestaande gaspijp zijn er daarom plannen voor een 200 kilometer lange elektriciteitskabel over de zeebodem. Als het tot nu toe stabiele Tunesië wegvalt, kan dat plan, Piano Mattei genaamd, de ijskast in.
Donderdagavond heeft de EU eindelijk een akkoord bereikt over migratie: strengere controle aan de buitengrenzen, bij aankomst meteen een schifting maken, de kansloze asielzoekers direct opsluiten, en de rest volgens een verdeelsleutel over Europa verspreiden. Het zal niet veel helpen.
Eigenlijk legt alleen Saied de vinger op de zere plek. Hij spreekt van armoede en erbarmelijke omstandigheden in de Sahel en de Sahara. Als we in die streken voor meer welvaart zouden zorgen, ja, dan zou de bevolking daar niet op drift raken en niet langer het risico nemen om bij de oversteek naar Europa te verdrinken.
Saied wil een top organiseren
Saied heeft Meloni daarom verzocht om samen met hem een top te organiseren voor alle betrokken landen, uit de Sahel, de Sahara, Noord-Afrika en Zuid-Europa. Het ietwat hoog gegrepen doel van die conferentie zal dan zijn ‘de oorzaken van illegale immigratie aanpakken, en een einde maken aan onmenselijke omstandigheden’. Aldus een persbericht vanuit het Palazzo di Cartagine, het Cartaagse paleis waar de Tunesische president resideert.
Zondag zal Meloni hem daar bezoeken, samen met Rutte en Van der Leyen.
Willy Hemelrijk schrijft regelmatig over de Italiaanse politiek voor Wynia’s Week.
De donateurs maken Wynia’s Week. U zorgt er als donateur voor dat ons onafhankelijke magazine twee keer per week en 104 keer per jaar kan verschijnen. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Hartelijk dank!