Dankzij Poetins oorlog leert Rusland zijn plaats kennen
Elke oorlog kent z’n eigen dynamiek. Rusland heeft intussen een totale oorlog ontketend, althans op Oekraïens grondgebied. Een oorlog van terreur en verschroeide aarde. Geen geweldsmiddel blijft onbenut, geen doelwit gespaard. Poetin zet in op een uitputtingsslag à la de Eerste Wereldoorlog.
In dit soort existentiële kwesties is het vaak zinvol om nog even te rade te gaan bij good old Carl von Clausewitz. Deze fameuze Pruisische militair-filosoof stelde in zijn monumentale werk Vom Kriege (1832) reeds vast dat ook een totale oorlog onvermijdelijk tegen grenzen aanloopt.
Een doelmatige strategie, leerde Von Clausewitz ons, vereist een ingewikkeld samenspel tussen een kundige politieke leiding, capabele generaals en een gemotiveerd volk. Faalt een van de drie, dan is de oorlog al zo goed als verloren.
Welnu, in Rusland hebben de eerste twee gefaald, zoveel is intussen wel duidelijk. En de derde speler in de driehoek besloot vooral weg te kijken en te doen alsof de dagelijkse besognes voorrang hebben. Zolang de oorlog de Russische burger maar niet al te zeer raakt, ontwaren we breed beleden escapisme.
Atomaire inzet zou strategische zelfmoord zijn
Poetin en zijn generaals grepen terug op de totale oorlog toen hun eerste strategische keuze faliekant mislukte, namelijk het overrompelen van Oekraïne met een Blitzkrieg-achtige aanpak. Deze aanpak faalde mede door – wat Von Clausewitz al benoemde als – de ‘mist van de oorlog’: de onzekerheid, het onvoorspelbare, het toeval en in concreto een taaie vijand die niet wilde ‘meewerken’ plus net genoeg westerse eensgezindheid c.q. wapenleveranties om Oekraïne overeind te houden.
Wat aan Russische zijde de mist had moeten wegblazen – moderne wapens, cyberoorlog, snelle manoeuvres en gebundelde slagkracht – bleek niet meer dan een zwak briesje. Wat nog resteerde, was staccato dreigen met tactische kernwapens. Maar atomaire inzet zou strategische zelfmoord zijn. De Russen kunnen alleen nog doormodderen. Poetins einddoel lijkt niettemin nog steeds het onschadelijk maken van Oekraïne te zijn. Een volslagen onzinnige en onhaalbare strategische doelstelling. Von Clausewitz zou hoofdschuddend toekijken.
‘Give us the tools…’
Maar als gezegd, elke oorlog kent een eigen dynamiek – ook in de huidige fase. Het was vooral Oekraïne dat tot ver in de herfst de oorlogsdynamiek bepaalde. De strategie van de bondgenoten kwam erop neer dat Oekraïne niet mocht verliezen, al was het maar vanwege de precedentwerking en de langere-termijngevolgen.
Maar langzamerhand – toen duidelijk werd dat Oekraïne inderdaad niet gáát verliezen – begon de aanpak van de bondgenoten te wringen. De geschiedenis biedt genoeg voorbeelden waarbij een derde partij (mede) de oorlogsdynamiek bepaalde. Denk aan de Amerikaanse lend-lease in de beginfase van de Tweede Wereldoorlog. ‘Give us the tools and we will finish the job,’ sprak de Britse premier Winston Churchill. Het Amerikaanse materieel hielp de Britten om stand te houden tegen Hitler. Een derde partij kan dus een wezenlijk verschil maken.
Een botsing van wilskracht
Maar dan blijft de vraag hoe ver deze steun moet gaan. Politieke steun is goedkoop, economische sancties zijn in elk geval geweldloos en vooraf in te plannen. Anders ligt het bij militaire steun, vooral als het om grote wapensystemen gaat. Om nogmaals Von Clausewitz erbij te halen: oorlog is bovenal een botsing van wilskracht, bedoeld om de tegenstander onze (politieke) wil op te leggen. Oorlog is niet meer of minder dan een verlengstuk van politiek, luidt Von Clausewitz’ bekendste adagium.
In deze Clausewitziaanse redenering zou het advies zijn: dan maar zo snel en definitief mogelijk de vijand verslaan. Anders tref je diezelfde vijand over een tijdje wederom op het slagveld, met hernieuwde motivatie en de wijsheid van ervaring.
Maar zo’n redenatie vereist sterke eensgezindheid bij de Oekraïense bondgenoten. Politiek-retorisch gezien, bestaat er een zekere (zelfs verrassende) mate van eensgezindheid. Deze solidariteit wordt keer op keer als een mantra beleden wanneer politici op audiëntie gaan bij de – inmiddels onder de bondgenoten zowat tot heiligenstatus verheven – president Volodymyr Zelensky: ‘Uw strijd is onze strijd, whatever it takes!’
Wat moet de afloop zijn?
Echter, de bijbehorende en zo noodzakelijke militair-strategische eensgezindheid ontbreekt onder de bondgenoten nog goeddeels. Poetin zal deze oorlog op het slagveld niet meer winnen, zoveel is wel duidelijk, maar wat moet de oorlogsafloop dan zijn? Een compromisvrede met territoriale concessies? Een bevroren conflict? Rusland teruggeslagen tot achter de grenzen van vóór 2014?
In april 2022 stelde de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin al dat Rusland ‘verzwakt moet worden, in die mate dat een nieuwe invasie uitgesloten is’. De Franse president Emmanuel Macron waarschuwde dat ‘de Russen wel verslagen moeten worden, maar niet op verpletterende wijze’. We moeten ervoor waken Poetin en Rusland al te zeer te vernederen, aldus Macron.
En recentelijk leek de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock nét even iets verder te gaan dan de talmende bondskanselier Olaf Scholz: ‘Natuurlijk mag Rusland deze oorlog niet winnen. Het moet de oorlog strategisch verliezen. Rusland heeft het volkenrecht met voeten getreden. Het wil de vrede in Oekraïne vernietigen. Dus mag Oekraïne deze oorlog in geen geval verliezen – ofwel: Oekraïne moet winnen.’
‘Winnen’ en ‘verliezen’
Stevige woorden, maar wat is dan vervolgens de definitie van ‘winnen’ en ‘verliezen’? Een onvermijdelijke vraag die onvermijdelijk een antwoord behoeft. Een sterk verzwakt en gefrustreerd (of misschien beter: nóg gefrustreerder) Rusland zal een bron van instabiliteit blijven.
In deze fase zijn het hoe dan ook vooral de bondgenoten die aan de knoppen draaien en de oorlogsdynamiek mede bepalen. Met als schijnbaar doel een Oekraïense ‘overwinning’, maar liever géén verpletterende en vernederende Russische nederlaag, liefst géén uitbreiding van de strijd tot Russisch grondgebied (escalatie!), de zo gevoelige optie van mogelijke territoriale concessies (de Krim!) en géén definitief antwoord op de vraag of Oekraïne (binnen enigszins afzienbare tijd) tot EU en NAVO kan toetreden.
Ofwel: uiterlijke politieke eensgezindheid onder de bondgenoten zegt nog weinig over militair-strategische helderheid. Deze dubbelzinnigheid weerspiegelt zich in de wapenleveranties aan Oekraïne. Het advies van Von Clausewitz zou waarschijnlijk zijn geweest: deze Russische vijand gaat niet inbinden, hoe slecht zijn politieke en militaire strategie ook is. Ons rest een taaie oorlog en het vooruitzicht van opnieuw tienduizenden slachtoffers – zo niet meer.
Imperial overstretch
Als oorlog inderdaad een ultieme botsing van wilskracht is, dan moeten we – zou Von Clausewitz verdergaan – de consequenties van de bestaande geopolitieke context accepteren: Rusland is immers in de val van een bekend historisch fenomeen gelopen, namelijk imperial overstretch. Dit wil zeggen dat zijn (koloniale) machtsambities niet langer passen bij de economische en militaire middelen die het kan ophoesten.
In veel opzichten denkt en handelt Rusland – zeker met Poetin aan het hoofd als zelfbedachte reïncarnatie van tsaar Peter de Grote – als een negentiende-eeuwse machtsstaat. Een staat die niet bereid is over de schaduw van het verleden heen te stappen en te accepteren dat samenwerking méér loont dan opgeklopte vijandbeelden om een autocratisch bestel in stand te houden. Een eigenwijze en verongelijkte staat met een sterk ontwikkeld superioriteitsgevoel.
Concessies doen aan Rusland zal het inzinken van deze werkelijkheid slechts vertragen. Sterker nog, Poetin zal elke concessie van Oekraïne en de bondgenoten presenteren als een overwinning en als een bewijs van Russische superioriteit.
Wat de Russen moeten leren
De realiteit én ironie gebiedt te benadrukken dat deze oorlog aantoont dat de NAVO van Rusland strikt conventioneel-militair gezien weinig te vrezen heeft. Mocht Poetin tactische kernwapens inzetten, dan zal het resultaat niet alleen totaal internationaal isolement, maar ook de definitieve vernietiging van de Russische krijgsmacht zijn.
Rusland heeft inmiddels een groot deel van zijn moderne oorlogsmaterieel en professionele militaire kader kwijtgespeeld in Oekraïne. Inlichtingendiensten en open bronnen bevestigen dat vrijwel de gehele Russische krijgsmacht op de een of andere manier in de Oekraïne-oorlog is gezogen – met fatale gevolgen. Massale mobilisatie zal dit proces slechts versnellen.
Na de oorlog zal Oekraïne een moderne westers-georiënteerde krijgsmacht opbouwen en zijn verdediging aan de grenzen versterken. Verstandige Russische politici en generaals zullen het voortaan hopelijk wel uit hun hoofd laten de westerbuur aan te vallen.
Rusland moet accepteren dat Oekraïne niet langer in zijn directe invloedssfeer ligt. En in bredere zin zullen de Russen moeten leren wat de betekenis van imperial overstretch is. Een les die de Russen vooral ‘dankzij’ Poetin moeten leren.
Christ Klep is militair historicus en geeft op radio en tv commentaar op actuele wereldpolitieke ontwikkelingen. Hij werd door Syp Wynia geïnterviewd over de Oekraïne-oorlog. Kijk HIER.
We vallen u er niet graag mee lastig, maar het is natuurlijk wel waar: de donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!