Dik of dun, wat is eigenlijk de mode? De idealen spreken elkaar tegen.
Beïnvloeding en betutteling voeren de boventoon in de maakbare samenleving. Modelburgers moeten allemaal dezelfde juiste mening hebben, veiligheid begeren en bovenal gezond zijn.
Maar hoe zit het met normen rond het uiterlijk? Ligt daar ook eenvormigheid op de loer of vieren we de verschillen? En hoe rijmt het gezondheidsideaal met de trend om dikke vrouwen op een voetstuk te plaatsen? Ook als het om uiterlijk gaat is niets wat het lijkt.
Schoonheidsidealen zijn veelal tijd- en plaatsgebonden. Eén ideaal dat beperkt bleef tot het oude China zijn de beruchte lotusvoeten. Via het inbinden van meisjesvoeten ontstonden misvormde kleine voetjes waarmee lopen praktisch onmogelijk werd maar wel als sierlijk en vrouwelijk gold. Ook de in sommige delen van Afrika populaire plaatlip is wereldwijd nooit aangeslagen.
Schoonheidsidealen globaliseren
Met de komst van massamedia en globalisering zijn de verschillen tussen schoonheidsnormen vervaagd. Het Westerse schoonheidsideaal zou daarin leidend zijn. Donkere dames die hun krulhaar straightenen zouden graag op Westerse vrouwen willen lijken, zeggen modebladen en sommige activisten.
Het bleken van de huid is een ander voorbeeld daarvan. Andersom wordt het zwartverven van wenkbrauwen en wimpers door lichtere vrouwen niet gerelateerd aan het nabootsen van de donkere oogopslag van ‘exotische’ vrouwen. Ook wordt gemakshalve vergeten dat Aziatische of Oosterse vrouwen eveneens steil haar kunnen hebben.
Niet zelden heeft wat doorgaat voor schoonheid ook een economische dimensie. In Europa werd een gebruinde huid lange tijd geassocieerd met veldwerk. Een gebronsde teint werd pas populair toen dat voorbehouden was aan mensen die dure vakanties aan de Côte d’Azur genoten. Dat veranderde weer enigszins toen ook het volk massaal naar de zon kon vliegen.
Het mag niet verbazen dat huidige schoonheidsidealen vooral rond gezondheid draaien. Tegenwoordig moet je niet te wit zijn, want dan zie je er ongezond uit. Hetzelfde geldt voor het gewicht. Vooral mager zijn wordt als ongezond beschouwd. Zo waarschuwde modetijdschrift Harpers Bazaar vorig jaar voor de terugkeer van de Heroin-chic-look. Het ideaalbeeld van dunne, bleke vrouwen met donkere kringen dat in de jaren negentig ontstond als tegenreactie op vitale modellen in het decennium daarvoor, geldt tegenwoordig als gevaarlijk.
Dik is niet OK, want ongezond
Dik zijn is ook niet de bedoeling. Na de oorlog tegen roken en drinken zijn nu ongezonde dikmakers aan de beurt. Volgens een professor van het Britse Voedingscentrum is bijvoorbeeld taart op de werkvloer net zo schadelijk als passief meeroken met collega’s. Haar bevindingen vinden navolging bij de Nederlandse diëtist Lenny Versteegden die in het AD pleitte voor richtlijnen op de werkvloer om ‘verleiding’ weg te nemen, volgens haar het grootste euvel bij ‘het aanpassen van eetgedrag’. Psychotherapeut Carien Karsten sluit zich daarbij aan en stelt in Intermediair dat de last van taartweigering alleen bij het individu leggen niet past bij een ‘veilig werkklimaat’.
Vooral de overheid wil overgewicht bestrijden. Het Nationaal Preventieakkoord is voor een groot deel gewijd aan het bestrijden van overtollige kilo’s. Vijftig procent van de bevolking zou te zwaar zijn en dus moet de overheid ingrijpen. Bijvoorbeeld via het beperken van het aanbod van fastfoodrestaurants in gemeenten. Het verlagen van btw op groente en fruit ligt dan weer ingewikkelder. Daarvoor is het nodig dat een commissie eerst bepaalt wat groente en fruit precies zijn.
Voor en tegen Amalia
Te dik zijn vooral mensen met een lagere sociaaleconomische status, al blijkt uit internationaal onderzoek dat die correlatie voornamelijk voor vrouwen geldt. Volgens mode-analyses is dat tevens de reden dat een rank postuur de norm is; dun wordt geassocieerd met succes en status. Aan die norm ontkomen ook statusvolle vrouwen niet getuige de aanvallen op het uiterlijk van prinses Amalia op sociale media.
Toch ligt de tijd van ‘Maak je niet dik, dun is de mode’ achter ons. Naast aanvallen, kreeg Amalia vooral veel steun. Twitteraars die onaardige opmerkingen maakten over haar gewicht kregen tegengas of werden zelf uitgescholden. Ook een onschuldige grap over het gewicht van de prinses tijdens de oudejaarsconference door Guido Weijers bleek omstreden. In de media verschenen verder talloze artikelen waarin stond dat de prinses helemaal niet dik is, of dat het juist goed is dat zij afwijkt van de norm.
De opkomst van ‘plussize’
Of dun nog de norm is, is maar de vraag. Plussize modellen zijn in opkomst. Die trend beperkt zich niet tot influencers op sociale media. Grote modemerken doen eraan mee, maar ook op posters bij bushaltes, covers van modebladen of in winkeletalages duiken vrouwen met een maatje meer vaker op.
De plussize-trend wordt toegejuicht door voorstanders van body positivity. De op de Amerikaanse burgerrechtenbeweging geïnspireerde stroming – dikke mensen werden ook gediscrimineerd – stelt schoonheidsidealen ter discussie en ziet zichzelf als een emanciperende beweging.
De opkomst van een gevarieerder modebeeld kan gezien worden als een ode aan verschillen en ‘jezelf kunnen zijn’. Toch is dat niet helemaal waar. Een van de door lifestyle-experts aangevoerde redenen om ‘lichaamspositiviteit’ te omarmen is dat fatshaming averechts zou werken en helemaal niet goed is voor gedragsverandering. Een ander argument is ‘dat gewicht alleen op zich weinig zegt over iemands gezondheid’, zoals klinisch psycholoog An Vandeputte op de radio zei vanwege de Amaliaophef.
Mag mager ook?
Meestal blijft lichaamspositiviteit beperkt tot steun voor overgewicht. Bodyshaming behelst ook het afkeuren van het shamen van magere mensen, maar in de praktijk mag dat wel. Beelden van voluptueuze vrouwen als toonbeeld van ‘echte schoonheid’ gaan vaak gepaard met onvriendelijke opmerkingen over vrouwen met een maatje minder.
Volgens schrijver Mayra Louise, een van de Nederlandse frontvrouwen van lichaamspositiviteit is het zelfs zorgelijk dat ook slanke vrouwen hun imperfecties omarmen onder de hashtag #bodypositivity omdat dit ten koste gaat van de ruimte voor andere ‘gemarginaliseerde groepen’ onder wie dikke mensen, zwarte vrouwen of transgenders die blijkbaar niet tegelijkertijd slank mogen zijn.
Het is niet de enige paradox rond ideeën over ‘esthetiek’. Zo blijft het aantal mannelijke plussize modellen achter bij de vrouwen. Terecht wordt aangevoerd dat mensen die veel wegen niet slecht of schuldig zijn, maar ook maar mensen zijn. Eenzelfde soort empathie ontbreekt voor mensen met andere ‘ongezonde’ gewoontes, zoals rokers, stevige drankgebruikers of zichzelf uithongerende vrouwen.
Diversiteit van schoonheid is ook ver te zoeken in de opkomst van genderneutrale mode. Hoewel de trend bedoeld is om zelfexpressie buiten bestaande hokjes te verkopen, komt genderneutrale kleding vaak neer op uniseks-uniformen of mannen die vrouwenkleding dragen. Ook onder invloed van digitalisering en app-filters doet eenvormigheid zijn intrede: de met make-up dicht geplamuurde gezichten van jonge vrouwen doen vooral plastisch aan.
Is de omarming van ‘realistische’ lichaamsbeelden een tegenreactie op maakbare schoonheid? In de praktijk gaat lichaamspositiviteit gepaard met de roep om collectieve maatregelen tegen ‘verleidingen’, hokjesdenken en de misvatting dat eetstoornissen met modebeelden maakbaar zijn. Bovendien gelden er strikte normen over wat er wel en niet gezegd mag worden over het uiterlijk en zijn zelfs gewichtsgrapjes uit den boze.
Dubbele moraal
Het ideologiseren van schoonheid past eerder in de traditie van de maakbare samenleving waarin esthetiek geen intrinsieke waarde heeft maar in dienst staat van een gelijkheidsgeloof. Kleinzerigheid heeft met emancipatie al helemaal niets te maken.
Gelukkig is er van een universeel dwingend schoonheidsideaal desondanks geen sprake. In Japan is superslank in de mode. En dat Naomi Campbell niet meer het enige donkere supermodel is, is toe te juichen. Diversiteit van schoonheid kan mooi zijn. De dubbele schoonheidsmoraal is minder fraai.
Bina Ayar publiceert regelmatig in Wynia’s Week: over vrijheid, de staat en de burger. Dit voorjaar verschijnt haar boek ‘De maakbare mens’ bij Uitgeverij Blauwburgwal. Inlichtingen: info@blauwburgwal.nl
Wynia’s Week zorgt 104 keer per jaar voor broodnodige, onafhankelijke berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!