Als je Philomena Essed of Gloria Wekker leest vraag je je af wie er nu echt lijdt aan grootheidswaan

wekker
Gloria Wekker (l) en Philomena Essed. Bron: Twitter

In de afgelopen twintig jaar waait er een nieuwe golf van antiracisme-retoriek over Nederland, met als hoogtepunt de slavernijexcuses van premier Mark Rutte op 19 december 2022.

Een belangrijke vertegenwoordiger van de eerste golf antiracisme is ongetwijfeld de antropologe en prima donna Philomena Essed. Haar boek, Alledaags racisme uit 1984, kan worden gezien als het ontluikend zelfbewustzijn van de zwarte intelligentsia in Nederland. Het boek ging over de subtiele vormen van discriminatie waar gekleurde mensen tegen opliepen. De verschijning van het boek ging gepaard met veel gedruis en opvallende kritiek.

Gekluts met begrippen                                                                          

De journaliste Emma Brunt schreef in haar recensie: ‘Wat je uit haar studie hoogstens kunt opmaken is dat sommige migranten — een aantal Surinaamse vrouwen — het gevoel hebben dat ze gediscrimineerd worden in het dagelijkse leven. Verder dan het registreren van deze puur subjectieve indrukken is Essed niet gegaan: nergens toetst ze de beweringen van haar informanten aan de sociale werkelijkheid. In het vuur van haar betoog klutst ze ook nog alle begrippen onbekommerd door elkaar.’ Een herdruk van het boek verscheen in 2017.     

In 1990 volgde haar proefschrift Understanding everyday racism, gebaseerd op vijfenvijftig zelf geselecteerde gesprekken met hoog opgeleide zwarte vrouwen wonend in de grote steden in Californië en Nederland. Iedere gekleurde vrouw bleek daar wel een aantal voorbeelden van te kunnen geven, uitgespreid over een periode van jaren. Uit niets bleek dat Essed systematisch heeft nagegaan in hoeverre de opgetekende ‘discriminatie-ervaringen’ enkel en alleen kunnen worden toegeschreven aan de huidskleur.

Frank Bovenkerk was ongeschikt 

De hand van de toenmalige partner van Essed, tekstwetenschapper Teun A. van Dijk, is nu duidelijk zichtbaar. De dissertatie, ze promoveerde bij C.P. Mullard, een hoogleraar van West-Indische komaf, werd gewaardeerd met een cum laude. In haar proefschrift schreef ze dat alleen vrouwen met ervaringen met discriminatie een onderscheid kunnen maken tussen acceptabele en niet-acceptabele praktijken. Slachtoffers van discriminatie hebben, aldus Essed, een superieur moreel onderscheidingsvermogen. Dat zou onderzoekers met een niet-zwarte huidskleur, onder wie bij voorbeeld hoogleraar Frank Bovenkerk, per definitie ongeschikt maken om discriminatie op te sporen.

In de jaren zeventig deed Bovenkerk onderzoek naar discriminatie bij uitzendbureaus. Zo stuurde hij zowel Hollandse als Surinaamse (later ook Marokkaanse) proefpersonen op de uitzendbureaus af en toonde aan dat de gekleurde Nederlanders veel vaker werden afgewezen. Hoe dan ook, op basis van haar gesprekken stelt Essed dat Nederland een door en door racistisch land is. Dit zou ze later, in een interview in de Sociologische Gids in 2017, ontkennen. Het ging haar immers om ‘ongelijkheidsstructuren’ tussen witte en zwarte mensen.                                               

Geen sprake van systematisch onderzoek

De lancering van haar dissertatie ging ook ditmaal gepaard met veel tromgeroffel. Na de promotie verscheen Essed in het televisiejournaal, niet om uit te leggen hoe erg het racisme in Nederland is, maar om te zeggen dat er dringend behoefte bestaat aan jonge geleerden als zij om daar op belangrijke posities iets aan te doen. Essed werd een publieke verschijning en was ook daarna niet uit de media weg te slaan.

In 1991 verscheen de handelsuitgave van haar proefschrift, Inzicht in alledaags racisme. Een van haar aanvechtbare conclusies is dat zwarten in Nederland aan een hogere mate van repressie (worden) blootgesteld dan vrouwen in de VS. Van enig systematisch onderzoek naar discriminatie dan wel racisme is geen sprake. Ditmaal volgde een groot stilzwijgen. Blank Nederland verkeerde nog in een fase dat men bang was om kritiek te uiten op producten van Surinaamse afkomst uit angst om voor racist te worden uitgemaakt.

Bij NRC Handelsblad  mocht Hans Moll, hij heeft immers Indisch bloed, het klusje van een kritische recensie opknappen. Geen van zijn blanke collega’s wilde er zijn vingers aan branden. Volgens Moll stond het boek bol van de  tendentieuze en niet onderbouwde uitspraken die in vage beschuldigingen uitmondden. Dat leverde hem veel ingezonden brieven op van boze lezers.

De racismetoets van James Baldwin

In 1992 studeerde Jerôme Inen af aan de School voor de Journalistiek op de scriptie Verschijnselen van zelfcensuur, waarin hij een aantal van de recensenten van Esseds proefschrift had geïnterviewd. Die bekenden dat hun lovende oordeel (of het achterwege laten van kritiek) gebaseerd was geweest op sociale druk en angst om racistisch en politiek incorrect te worden gevonden. Dat geeft te denken. Geef mij dan maar de racismetoets van de zwarte schrijver James Baldwin. Baldwins toets bestond eruit dat hij op een congres of conferentie een volstrekt onzinnig betoog hield en vervolgens de reacties van zijn blanke toehoorders afwachtte. Degenen die hem dan prezen en zijn bijdrage ‘zo interessant’ noemden, bewezen zo hun racisme. Zij discrimineerden naar huidskleur.

Een nieuwe liefdesaffaire bracht Philomena Essed naar de VS. De antropologe, die met haar kortgeknipte grijze haar, grote bril en brede lach een fysieke gedaantewisseling lijkt te hebben ondergaan, bekleedt nu aan de Antioch University te Ohio het hoogleraarschap Critical Race, Gender and Leadership Studies. Aan erkenning, roem en lauwerkransen geen gebrek. In 2021 ontving zij van de stad Amsterdam de prijs Een leven lang voor de stad. Essed is de éminence grise van de antiracismebeweging in Nederland.

Tweede golf van antiracisme

In 1998 verklaarde de bekende antropoloog Marvin Harris in een NRC-interview dat in de strijd tussen de twee emancipatiebewegingen, die van vrouwen en die van zwarten, de zwarten het onderspit hebben gedolven. Hij liet ook weten dat hij in zijn studies telkens stuitte op het enorme stempel dat de slavernij heeft gedrukt op de Amerikaanse samenleving. Dat is ook de boodschap van de huidige antiracisten in Nederland.

Het is daarom goed te begrijpen dat juist de vrouwelijke, zwarte intellectuelen, met hun ‘dubbele handicap’, de strijd zijn aangegaan. Je hebt een driedubbele handicap als je vrouw, zwart en queer bent. Inmiddels heb ik begrepen dat zo’n twee- of drievoudige handicap bij de omroepen juist een pre is om een tv-programma te mogen presenteren.  

De huidige ideoloog van het antiracisme, de antropologe Gloria Wekker, kan worden gezien als de evenknie van Philomena Essed. Anders dan bij de eerste golf antiracisme wordt nu het respect op cultureel gebied geclaimd: dat wil zeggen, aanpassing of verwijdering van racistisch geachte symbolen, zoals Zwarte Piet, Piet Hein en Jan Pieterszoon Coen, erkenning van racistische wandaden uit het verleden en heden, identiteitsclaims, kritiek op ‘culturele toe-eigening’, aanpassing van het curriculum op scholen en universiteiten en hoge financiële schadeclaims. De kritiekloze omarming van de Black Lives Matter-beweging uit de VS, door overijverige activisten op Nederland geprojecteerd, was koren op de molen voor de antiracisten. Ook de media en linkse politici gingen nu mee in de maalstroom.                       

Heel Nederland in staat van beschuldiging

In haar boek White Innocence uit 2016 onderzoekt Wekker waarom ‘ras’ in Nederland zoveel reactie oproept. In 2020 volgt een vertaling. De centrale boodschap luidt dat ‘witte Nederlanders’ de racistische denkbeelden in zichzelf moeten leren herkennen. Het koloniale verleden – inclusief het slavernijverleden – is de nieuwe erfzonde. ‘Na dit boek kan niemand zich meer achter onschuldige onwetendheid verbergen’, meent Philomena Essed. In een interview in Vrij Nederland zegt Wekker: ‘Racisme was er altijd, maar steeds meer mensen vinden het normaal om grof te zijn. Geef mij maar méér politieke correctheid.’

De hele Nederlandse samenleving wordt door Wekker in staat van beschuldiging gesteld en er wordt een absoluut onderscheid gemaakt tussen zwart en wit. Volgens Wekker zouden alle ‘witte Nederlanders’ van de slavernij op de Antillen en in Suriname hebben geprofiteerd. De reacties van de hoogopgeleide witte Nederlanders – met de reacties van de gewone blanke man hoeven antiracisten kennelijk geen rekening te houden – zijn volgens Wekker  geslachtsgebonden. Bij de witte vrouwen zou sprake zijn van fearful avoidance, bij de witte mannen zou aggressive ignorance veel voorkomen. Zowel Essed als Wekker baseren hun bevindingenvoornamelijk op onderzoek in de VS en het Verenigd Koninkrijk.

Geen windeieren

Gloria Wekker heb ik persoonlijk leren kennen toen wij culturele antropologie studeerden aan de Universiteit van Amsterdam. Gloria vertelde mij het verhaal dat zij in het kader van American Field Studies, een uitwisselingsprogramma voor leerlingen op de middelbare school, naar de VS was uitgezonden. Ze kwam terecht in een modaal blank Amerikaans gezin. Dat toonde zich zeer verbaasd dat het te maken kreeg met een gekleurd meisje uit Nederland. Als studente antropologie deed Wekker leeronderzoek in Frankrijk. Dat werd een mislukking, omdat zij geen contact kon leggen met de lokale bevolking. Ik sluit niet uit dat toen het zaadje is geplant voor haar latere carrière als antiracist.

De antiracismestrijd legt Wekker geen windeieren. In 2002 werd zij hoogleraar Gender en Diversiteit aan de Universiteit Utrecht. In 2016 werd zij voorzitter van de diversiteitscommissie, met als opdracht vaart te zetten achter diversiteit en inclusiviteit op de universiteiten. Het werd een eisenpakket, demands op z’n Engels.  In 2017 ontving Wekker de staatsprijs voor de vrouwenemancipatie.

Grootheidswaanzin

Anders dan de eerste golf antiracisme is de tweede politieker en feller. In de politiek kwamen nieuwe allochtone partijen op, zoals DENK en BIJ1. Sylvana Simons, lijstaanvoerder van BIJ1, wil Nederland dekoloniseren. ‘Helemaal goed, natuurlijk,’ aldus schrikgodin Gloria Wekker. Nederland heeft een koloniale cultuur en die moet nodig worden gedekoloniseerd. En als het aan Farid Azarkan van DENK ligt, gaan alle voetbalclubs het biergebruik verbieden.

Het standpunt van deze nieuwe antiracisten luidt als volgt: Ons cultureel archief, alles wat over onze nationale identiteit tussen onze oren zit, is tot stand gekomen op grond van een koloniaal rijk dat vierhonderd jaar heeft bestaan en waarin ras de beslissende factor was. En ja, het koloniale denken zou bij Nederlanders hebben geleid tot superioriteitsdenken, narcisme en grootheidswaan.Bij het lezen van de publicaties van Essed en Wekker heb ik mij vaker afgevraagd wie nu werkelijk aan grootheidswaanzin lijdt.       

Hans Werdmölder is antropoloog en criminoloog. Hij publiceert regelmatig in Wynia’s Week, veelal over criminaliteit en criminaliteitsbeleid.

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!