Onderschat de dreiging van het islamitisch terrorisme niet
Begin januari 2023 arresteerden Duitse antiterrorisme-eenheden een man in de grensregio met Nederland omdat hij betrokken zou zijn bij de voorbereiding van een terroristische aanslag met een biologisch wapen. Hij zou een gifaanval hebben willen plegen. Bart Collard betoogt naar aanleiding van deze zaak dat de dreiging van het islamitische terrorisme niet onderschat mag worden.
De hoofdverdachte, Monir J., is een Iraanse soennitische moslim die als sympathisant van Islamitische Staat (IS) wordt gezien. Ook zijn broer werd aangehouden, maar over diens rol is nog weinig bekend. Dat de broers niet handelden in opdracht van de Iraanse staat was enigszins te verwachten, aangezien de religieuze leiders van Iran sjiieten zijn. De broers zijn in 2015 naar Duitsland geëmigreerd.
De Duitse politie ontving een tip over Monir J., afkomstig van een Amerikaanse geheime dienst. De politie verklaart dat onbekend was hoe ver de voorbereiding voor de aanslag gevorderd was. Tevens was onbekend in hoeverre er reeds een doelwit bepaald was. Over het beoogde wapen was wel meer bekend.
De aanslag zou moeten plaatsvinden met cyanide en ricine. ‘De autoriteiten beschouwen ricine als een biologisch wapen. Cyanide is zeer giftig, zelfs de kleinste hoeveelheid kan dodelijk zijn voor de mens’, aldus de NOS. Of de politie bij de inval in J.’s woning op giftige stoffen is gestuit is niet bekend.
Belangrijk onderscheid
De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser verklaarde: ‘Duitsland blijft een direct doelwit van islamitische terroristische organisaties. Door jihadisten gemotiveerde eenzame daders vormen een ander aanzienlijk gevaar.’ De minister maakt daarbij een belangrijk onderscheid.
Enerzijds waarschuwt ze voor buitenlandse terreurorganisaties die een aanslag in Duitsland kunnen organiseren en uitvoeren. Anderzijds benoemt ze dat mensen zonder directe relaties met zulke organisaties geïnspireerd kunnen raken door dergelijke groeperingen en zelfs bereid kunnen worden om in het kader van hun vermeende juiste zaak aanslagen te plegen.
Daarnaast is het opmerkelijk dat de minister wijst op het gevaar van islamitische terroristische organisaties. Met die aanduiding lijkt ze twee belangrijke punten te impliceren. Ten eerste dat niet alle islamitische organisaties terroristisch zijn. Dat lijkt wellicht een open deur, maar is vooral een relevante constatering in verband met het tweede punt.
Door te spreken van islamitische terroristische organisaties impliceert de minister namelijk dat de organisaties ideologisch geworteld zijn in de islam. Met name het vraagstuk in hoeverre dit terrorisme gefundeerd is in de islamitische religie wordt vaak uit de weg gegaan door bestuurders en veiligheidsdiensten. Daarom wordt vaak liever gesproken van jihadisme of wellicht islamisme.
Interesse zakt weg
Hoewel er in Europa met enige regelmaat terroristische aanslagen plaatsvinden met een islamitische signatuur, lijkt de interesse en aandacht voor dit fenomeen steeds meer weg te zakken. De NCTV stelt: ‘Het jihadisme blijft de voornaamste terroristische dreiging, maar de dreiging vanuit de jihadistische beweging in Nederland en de ons omringende landen is sinds het vorige decennium wel afgenomen.’ Er ontstaat steeds meer aandacht voor rechtsextremisme. Pieter-Jaap Aalbersberg, NCTV, verklaarde gedurende een radio-interview zelfs dat het rechtsextremisme ‘in de buurt’ van het jihadisme komt qua dreiging.
Jihadist niet geïnteresseerd in het leven
De door Monir J. beoogde aanslag lijkt echter een nieuwe mijlpaal in het islamitische terrorisme op het Europese grondgebied te hebben gerealiseerd. Vanuit islamitische signatuur hebben aanslagen plaatsgevonden met pistolen, automatische vuurwapens, messen, explosieven, bomgordels en (vracht)auto’s. Terrorisme met chemische, biologische, radioactieve of nucleaire explosieven (CBRN-e) is mogelijk nog gevaarlijker, omdat met bepaalde stoffen op de juiste plekken duizenden mensen gedood kunnen worden en gebieden onleefbaar kunnen worden gemaakt.
Zulke ernstige middelen schuwt de jihadist niet, omdat hij niet geïnteresseerd is in het aardse leven. Het aardse leven moet slechts in lijn worden gebracht met de wet van Allah. Zelfs als zijn acties zullen leiden tot een totale oorlog met alles vernietigende wapens zal de jihadist niet terughoudend worden.
Hij voert een heilige strijd en meent Allah aan zijn zijde te hebben. Het aan Osama bin Laden toegeschreven ‘we love death more than you love life’, maakt de jihadist een van de meest gevaarlijke vijanden van de westerse samenlevingen. Groeperingen als de Islamitische Staat en Al Qaida hebben nog steeds een grote mate van invloed op moslims in het Westen door hen te inspireren met hun ideeën.
Grootste dreiging blijft islamitisch terrorisme
De blijvende dreiging van het islamitische terrorisme mag niet worden onderschat. Zolang mensen in Allah blijven geloven én menen dat zijn woord in de Koran letterlijk moet worden gevolgd zal dit fenomeen blijven bestaan. Historicus en Midden-Oostendeskundige Bernard Lewis stelde al: ‘terrorism only requires a few.’
Casus na casus toont aan dat het radicaal-islamitische gedachtengoed springlevend is en dat de aandacht daarvoor niet mag verslappen. Uiteraard moet de focus van de veiligheidsdiensten op alle vormen van extremisme en terrorisme liggen. Daarom is het een goede zaak dat er aandacht is voor rechts- en linksextremisme. De grootste mondiale terroristische dreiging gaat echter uit van het islamitische terrorisme.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt – ook nu weer, in 2023. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!