Hoe pak je Marokkaanse relschoppers aan?

paauw
De Rotterdamse politiechef Frank Paauw: Niemand scheldt een diender uit. Bron: algemenebestuursdienst.nl.

Ook na de benauwde overwinning van Marokko op Portugal wordt volop feest gevierd. We kennen inmiddels de taferelen van jubelende supporters met Marokkaanse vlaggen en luid toeterende auto’s in de grote steden. Niet alleen in Marokko, maar ook in België, Nederland en Frankrijk. De Marokkaanse koning Mohammed IV liet zich in Rabat zichtbaar in een auto rondrijden. Hieruit blijkt collectieve vreugde, vurige trots en saamhorigheid. Iedereen is ineens familie.

Toch  breken er na de gewonnen wedstrijden rellen uit. In Parijs zijn 75 arrestaties verricht en in Brussel 54. In Antwerpen waren het er enkele tientallen en Rotterdam telde 34 arrestaties. Ik sluit niet uit dat de rellen in Parijs een vorm van copycat-gedrag is, een indirect gevolg van berichtgeving over eerdere rellen in België en Nederland. Copycat-gedrag is een bekend fenomeen in de criminologie. Dat belooft wat met de komende wedstrijd van Frankrijk tegen Marokko voor de boeg. 

Agent host mee   

In Rotterdam was men goed voorbereid op mogelijke rellen na de wedstrijd van Marokko tegen Portugal. Tijdens en voor de wedstrijd waren er ‘verkenners’, dat wil zeggen wijkagenten, in de hele stad waakzaam, Marokkaanse buurtvaders waren opgetrommeld om de jongens aan te spreken, websites en media werden in de gaten gehouden en de 35 gearresteerde relschoppers van de vorige wedstrijd moesten zich voor een verhoor melden op de tijd dat de wedstrijd Marokko tegen Portugal plaatsvond. Op de achterhand, buiten het zicht, stond een peloton ME paraat. Het heeft niet veel geholpen.

Wederom braken rellen uit en zijn tientallen arrestaties verricht. Op een filmpje zag ik een agent in tenue meehossen met de Marokkaanse supporters die uitbundig feestvierden. Goed bedoeld, maar daar gaat je autoriteit als diender, was mijn eerste gedachte. We zijn veel te tolerant en Nederlandse autoriteiten stellen zich op als gelijke of ‘vriend.’ Marokkaanse jochies en relschoppers  maken daar misbruik van.

Kinderen zijn niet je vrienden

Het doet mij ook denken aan de reacties van Marokkaanse ouders op de jaren-tachtig-houding van progressieve Nederlandse ouders en leraren in het onderwijs. Het was toen bon ton om ouders en leerkrachten met ‘je’ aan te spreken en bij de voornaam te noemen. Nederlandse kinderen zagen ouders als vriend en gelijken, terwijl progressieve ouders hun kinderen behandelden als ‘beste maatjes’.

Een tweetal collega’s in mijn vakgroep schreven in 1984 een proefschrift met als titel Pedagogiek op je knieën, naar mijn mening een contradictio in terminis. Mijn toenmalige hoogleraar, de pedagoog Ton Beekman, vond het de taak van de pedagogiek om dienstbaar te zijn, maar naar mijn mening diende een opvoeder zich niet als vriend of gelijke op te stellen.

‘Heel verkeerd,’ lieten ook de Marokkaanse ouders mij weten. Hoe kun je nog je gezag laten gelden, als jouw kinderen je zien als gelijken. Er is liefdevolle afstand nodig, zodat je ook in situaties waarin dat nodig is je kinderen kunt corrigeren. De bondscoach van het Nederlandse elftal Louis van Gaal heeft dat als geen ander begrepen. De spelers in het nationale team lopen met hem weg, maar het is wel steeds ‘u’ en ‘mijnheer Van Gaal’. Dat hij op de persconferentie in Qatar een symbolische kus geeft aan zijn sterspeler Denzel Dumfries mag worden gezien als een frivoliteit.          

Verwende en irritante jochies

Creatieve voetballers met Marokkaanse roots, onder wie Hakim Ziyech, Mounir El Hamdaoui, Zakkari Bakkali en Mohammed Ihattaren, staan bekend als niet de gemakkelijkste jongens, om het zachtjes uit te drukken. Met uitzondering van Mohammed Ihattaren zijn het volwassen en succesvolle profvoetballers geworden.

Volgens oud-coach Aad de Mos (Algemeen Dagblad, 8 maart 2021) moet je spelers van Marokkaanse origine aanpakken, niet als prinsjes behandelen want dan gaat het fout. ‘Dat willen ze zelf ook,’  merkt De Mos op.  ‘Laat Ihattaren een jaar met Diego Simeone, de Argentijnse coach van Atletico Madrid, werken en je kent hem niet meer terug’, zegt de Nederlandse sportjournalist Süleyman Öztürk. Ik heb begrepen dat Ihattaren nu onder de hoede is van de oud-voetballer Wesley Sneijder.

Wat voor soort lessen kunnen we hieruit trekken bij de benadering en aanpak van de Marokkaanse relschoppers. Het gaat hier niet om creatieve voetballers, maar om, voor het merendeel, verwende en irritante jochies die zich in een groep willen bewijzen en waarmaken.

Een straf moet pijn doen

Ten eerste, de politie moet zich niet laten verleiden tot het meehossen met de supporters en ander onbegrijpelijk amicaal gedrag. De politie is je beste vriend was in de jaren tachtig een bekende leuze van de politie. Dat is inmiddels niet meer zo.

Frank Paauw, de Rotterdamse korpschef, laat weten dat ‘wij dingen doen die je beste vriend beslist niet doet’. Tijdens het kennismakingsgesprek in 2010, waarbij ook burgemeester Ahmed Aboutaleb aanwezig was, zei Paauw het volgende: ‘De dienders worden bespuugd, er wordt regelmatig een middelvinger naar ze opgestoken of er wordt een broek naar beneden gehaald om een bloot achterwerk te tonen. Dit accepteren we niet meer.’ Wat Paauw betreft scheldt niemand een diender uit.

Ten tweede, straffen die invloed hebben moeten pijn doen. Anders is het geen straf. Een opgelegde straf als je melden bij de volgende wedstrijd van Marokko, is een pedagogisch goede straf. Ik vraag mij wel al hoeveel supporters hieraan gevolg hebben gegeven en wat de reactie van de politie is bij het niet nakomen van deze maatregel. Wat mij betreft een hoge boete.

Een goede moslim voedt zijn kinderen goed op

Ten derde, je moet dit soort reltrappers en hun ouders in de portemonnee treffen. De portemonnee is de gevoeligste plek van een Marokkaan. Vaak gaat het ook om jonge ‘gastjes’, van dertien of veertien jaar. Zij willen zich in de groep bewijzen door nog irritanter gedrag te vertonen. Daarom, betrek ook de ouders bij het opleggen van de straf.

Ten vierde. Schakel desnoods een algemeen erkende Marokkaanse autoriteit in.  Zo herinner ik mij een toespraak van wethouder Ahmed Aboutaleb in een Amsterdamse moskee, die de vaders aansprak op het criminele en aanstootgevende gedrag van hun zonen. ‘Je bent niet een goede gelovige als je je vijf keer per dag in je gebed richt tot Allah en ook nog als pelgrim in Mekka bent geweest. Neen, je bent pas een goede moslim als je je kinderen op een goede, respectvolle wijze opvoedt. Daar hoort ook het respect bij ten opzichte van de Nederlandse autoriteiten.’ Zo herinner ik mij zijn woorden.

Criminoloog en antropoloog Hans Werdmölder schrijft voor Wynia’sWeek over misdaad en misdaadbestrijding. Hij publiceerde een reeks boeken, waaronder recentelijk Kansparels, mocro’s op het scherpst van de snede.

Wynia’s Week heeft een unieke formule. Ons online magazine is voor iedereen kosteloos beschikbaar. Dat wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Wordt u ook donateur? Hartelijk dank!