Kranten deden mee aan Kick Out Zwarte Piet
Hoe fantasieloos kranten kunnen zijn, bewees dagblad Trouw weer eens door op 5 december een interview met de twee voormannen van de actiegroep Kick Out Zwarte Piet te publiceren. Wat valt er in hemelsnaam nog over deze club te vermelden wat niet iedereen al weet? Niets. Desalniettemin was het een onthullend artikel.
Trouw, indertijd ‘misschien wel de beste krant van Nederland’, is dat allang niet meer. Slaafs volgt ze de agenda van woke, diversiteit en genderfluïditeit.
Sorry, dat is niet correct geformuleerd. Slaafs, tot slaaf gemaakt, dat suggereert dwang en daarvan is bij de krant totaal geen sprake. Vol overtuiging dan maar?
Het interview heeft geheel in stijl weinig om het lijf. Geen vraag is origineel, nergens wordt een noot gekraakt, laat staan dat er even wordt doorgevraagd. En zo kregen de lezers voorgeschoteld wat ze graag lusten: een verbaal bidprentje.
Het grotere plaatje
Beide KOZP-bazen verstaan hun vak. Het hele repertoire van bevlogenheid, devotie, lijden en openbaring wordt afgewerkt.
Of we maar wilden begrijpen dat ze dag en nacht in de weer zijn om Zwarte Piet eruit te kicken. Bij u en mij duurt Sinterklaas een dag, bij hen het hele jaar. Elf jaar zelfs.
Ze gingen er eens goed voor zitten, Jerry Afriyie en Mitchell Esajas. Ja, er zijn in die elf jaar successen geboekt, maar er is nog veel te winnen ‘als je naar het grotere plaatje kijkt’.
Dat plaatje is een ongelijksoortige mix van plekken waar Piet nog niet volledig ontzwart is en het bestaan van ’institutioneel racisme en erfenissen uit het slavernijverleden’ in Nederland.
Opdracht
Dit zijn mensen met een Opdracht, zoveel is wel duidelijk. En zoals dat hoort zijn zij gedreven, maar hadden ze liever andere dingen gedaan.
Vroom prevelen ze ‘we haten protesteren’. Twee gesubsidieerde beroepsactivisten die de pest hebben aan protesteren. Da’s niet aardig tegenover hun meer dan royale sponsors. Zoek ander werk, zou je zeggen, maar de journalist geeft niet thuis. Of zou hij hebben gehoord ‘we haten protestanten’? In elk geval schakelt hij monter over op Staphorst.
‘Moest dat nou, demonstreren in Staphorst?’ Dat vinden de heren maar ‘een rare vraag’ want in Staphorst kan ‘onze community’ zich niet veilig voelen zolang daar op 5 december nog een (1) Zwarte Piet rondloopt. Het grote plaatje zit vol details, zo blijkt maar weer.
Helden zijn het ook, al moeten we misschien volgens de wokiaanse new speak ‘mensen’ zeggen. Ze lieten zich mooi niet ontmoedigen toen de autoriteiten toekeken hoe die kinkels hen aanvielen. Vroom fluisteren de heren: “Wij beantwoorden haat en geweld met liefde.”
Dat hakt erin en dus komt de journalist er niet toe om te vragen hoe het dan zit met de veroordeling wegens geweld van een van de actievoerders.
Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht
Het doet er ook niet toe, het gaat om het grotere plaatje. Een van de heren neemt dat letterlijk, want die maakt op dit moment een reis door Zuid-Afrika. Daar waren de beelden uit Staphorst ook te zien geweest! Over impact gesproken, meldt hij opgetogen!
Ook de interviewer is onder de indruk, in elk geval vergeet hij een vraag te stellen over het systemisch racisme in Zuid-Afrika. Dat maakt een hausse door. Er is nu zelfs een rechter gevonden die het lied Kill the Boer, kill the Farmer, niet racistisch vindt. Hoe zou Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht het er in de rechtszaal afbrengen, een vraag die niet-Trouwlezers best beantwoord hadden willen zien.
Ophef!
Het is geen interview, het is een rode loper. Dronken van zichzelf dansen ze in de spotlights. Als waren ze Zwarte Pieten die zich van hun schmink ontdoen, laten ze al snel hun pose van gepijnigde idealisten vallen en melden ze dat het ze om de ophef gaat. ‘Hoe extremer de reacties zijn, hoe meer media-aandacht, hoe meer maatschappelijke discussie en hoe meer verandering.’
Ah! Waar kennen we dat van?
Maar zelfs nu weet de interviewer er geen snedige vraag uit te persen. Hij rolt de loper nog wat verder uit en informeert wat in de afgelopen jaren het kantelpunt in de Kick Out-discussie was. Het antwoord was tussen de regels door in het hele artikel al te lezen, maar wordt voor de vluchtige lezer nog even in één zin samengevat:
‘De grootste kentering was de manier waarop de gerenommeerde media over de discussie zijn gaan schrijven.’ En de journalist schreef het nog op ook, zonder commentaar, zonder gêne.
Inktkoelie.
Of is dat discriminerend?
Paul Verburgt schrijft wekelijks (of vaker) voor Wynia’s Week over politiek en samenleving.
Wynia’s Week is er altijd, twee keer per week, 104 keer per jaar. Ook in het nieuwe jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!
Coen de Jong schreef het boek ‘Wokeland’ – over ‘hoe een radicale voorhoede vat kreeg op de samenleving’. Dit boek is overal te koop, onder meer HIER in de winkel van Wynia’s Week.