Als het om Nederlands-Indië gaat loopt Rutte kritiekloos achter de activisten aan
door Bauke Geersing
Premier Mark Rutte sprak tijdens de 35ste Nationale herdenking in Roermond. Hij richtte zich vooral tot de veteranen en hun nabestaanden. Tijdens die herdenking worden de omgekomen militairen in voormalig Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea in de periode 1945 – 1962 herdacht. Daarnaast worden de Nederlandse militairen herdacht die zijn omgekomen tijdens internationale vredesmissies Dat gebeurt bij het Monument voor Vredesoperaties.
Rutte schetste een beeld van KNIL-militairen, Nederlandse beroepsmilitairen en veel dienstplichtige militairen die vanuit Nederland naar een ver en voor hen onbekend land werden gestuurd. Volgens hem zonder noemenswaardige training of adequate uitrusting, amper voorbereid op wat hen te wachten stond. De situatie in Indië was volgens hem chaotisch, intens gespannen en gewelddadig. Een eruptie van geweld – in Nederland bekend als de ‘Bersiap’ – die onder alle bevolkingsgroepen slachtoffers eiste.
‘Onmogelijke missie’
Rutte zegt dan dat de Nederlandse militairen en dienstplichtigen een strijd werden ingestuurd die niet was te winnen. Zij waren volgens hem op zichzelf aangewezen, continue gedwongen zeer ingrijpende keuzes te maken, onvoldoende gestuurd of bijgestuurd door de falende gezagsdragers van toen. Een onmogelijke missie volgens hem.
Hij zegt dat dit beeld wordt bevestigd in het wetenschappelijke onderzoek naar het optreden van Nederland in Indonesië in de jaren 1945 – 1949 dat in februari van dit jaar is gepresenteerd. Volgens hem was het een feit dat in deze periode ook van Nederlandse zijde sprake was van wijdverbreid extreem geweld. We moeten met zijn allen die situatie onder ogen zien en de verantwoordelijkheid daarvoor leggen bij de gezagsdragers van toen – de regering, het parlement, de legerleiding en de gerechtelijke autoriteiten. Dus zeker niet bij de individuele dienstplichtigen, volgens Rutte.
Excuses aan veteranen
Dan volgt een reeks van excuses van hem aan alle veteranen die zich toentertijd als goed militair hebben gedragen. Excuses aan al diegenen die sindsdien kampen met zware lichamelijke en mentale gevolgen, waarvoor lang te weinig aandacht en te weinig erkenning is geweest. Ook excuses aan de tweede en volgende generaties, die zijn opgegroeid met de pijn en het verdriet van hun ouders en grootouders. Volgens hem is het van het grootste belang dat we blijven luisteren, het gesprek blijven voeren en alle verhalen blijven horen.
Excuses aan Indonesië
Op dezelfde dag dat het dekolonisatieonderzoek onder leiding van NIOD, KITLV en NIMH werd gepresenteerd op 17 februari 2022, kwam Rutte al naar buiten met de eerste kabinetsreactie. Daarin stonden de excuses aan Indonesië centraal en waren andere excuses naar het tweede plan verschoven. Uit een enquête van De Telegraaf bleek dat 83% van de Nederlandse bevolking deze aanpak van het kabinet afwees. Rutte verschuift nu het zwaartepunt van zijn excuses naar de direct betrokken Nederlandse bevolkingsgroepen.
In zijn toespraak in Roermond schetst Rutte eenzelfde beeld van de situatie van Nederlands-Indië 1945–1950 als hij op 17 februari 2022 deed. Hij beroept zich op de resultaten van het genoemde dekolonisatieonderzoek. Als Rutte had gedaan wat hij in Roermond zei: blijven luisteren, het gesprek blijven voeren en alle verhalen blijven horen, zou de uitkomst een geheel andere zijn geweest.
Veel kritiek op dekolonisatieonderzoek
Op 23 en 30 mei jl. vonden twee zogenoemde Ronde Tafel Conferenties van de Vaste Commissie van de Tweede Kamer voor Buitenlandse Zaken plaats. Tijdens die bijeenkomsten werd veel kritiek geleverd op het door NIOD, KITLV en NIMH verrichte onderzoek. Daar bleek ook dat de Maatschappelijke Klankbord Groep, die tot taak had het onderzoek te laten aansluiten bij wat erover in de Nederlandse samenleving speelde, niet goed heeft gefunctioneerd.
Daar bleek uit de presentatie van historicus drs. Cees Somers, kernlid van het Onafhankelijk Onderzoek Genootschap AURORE, dat het onderzoek niet voldeed aan de gebruikelijke wetenschappelijke standaarden. Vanuit de veteranenorganisaties Veteranen Platform en Veteraneninstituut werd gewezen op de eenzijdigheid van het onderzoek en op het feit dat de randvoorwaarden voor het onderzoek van het kabinet waren genegeerd. Er was geen sprake van een evenwichtig, objectief onderzoek naar het geweld van alle partijen. Men had zich geconcentreerd op het beweerde structureel extreme geweld van de Nederlandse militairen.
Omgekeerde volgorde in gewelduitoefening
Ook vanuit de wetenschap kwam commentaar op het onderzoek. Zo besprak historicus mr. Benedict Jansen in Elsevier d.d. 2 augustus 2022 de synthese studie van het onderzoek, het boek ‘Over de grens’. Hij wijst op een sterk moralistische benadering van het kolonialisme door een aantal postkoloniale historici die daarbij een terminologie gebruiken: ‘achterhaald paternalistisch, koloniaal wereldbeeld’ .. en .. ‘dit koloniale zelfbedrog’, die je volgens Jansen eerder verwacht in een activistisch pamflet dan in een degelijk wetenschappelijk onderzoek.
Hij wijst er verder op dat men de omgekeerde volgorde kiest in de gewelduitoefening. Het optreden van KNIL-militairen provoceerde niet de radicale revolutionaire jongeren tot hun geweld, maar reageerde daar op. Jansen wijst erop dat de historische context een andere was dan de onderzoekers willen doen geloven.
Vergaande conclusies zonder concreet bewijs
De Nederlandse militairen waren daar om rust, orde en vrede te brengen en in dat kader het dekolonisatieproces te ondersteunen. Er zijn veel voorbeelden bekend van een dergelijk humanitair optreden van de Nederlandse militairen. Hoewel de regering verzocht ook dat aspect te onderzoeken is dat door NIOD, KITLV en NIMH niet uitgevoerd.
Jansen wijst erop dat al jarenlang bekend was dat aan beide zijden sprake is geweest van extreem geweld. Het onderzoek had dit nu nader moeten onderzoeken en concreet aangeven hoe het destijds is gegaan. Dat is echter niet uitgevoerd. Kwantitatief bewijs is er niet. Het is begrijpelijk dat de voorzitter van het Nationaal Indië-monument, Jo Kneepkens, tijdens de herdenking zegt dat je zonder concreet bewijs dergelijke vergaande conclusies niet kunt trekken.
Jansen concludeert dat sprake is geweest van politiek geëngageerde geschiedschrijving, in dit geval van linkse politieke signatuur. Rutte volgt in zijn toespraak die lijn. Hij gaat daarbij voorbij aan wat er destijds werkelijk is gebeurd.
Kritiekloos
Er zijn ruim 500 hoge militaire dapperheidsonderscheidingen uitgereikt bij Koninklijk Besluit. Op verzoek van hoge Indonesische militairen zijn de vaandelopschriften ‘Java’ en ‘Sumatra’ op vaandels van Nederlandse regimenten aangebracht.
De schets van Rutte dat destijds sprake was van rommel, chaos, compleet falen en extreem geweld aan vooral Nederlandse kant is niet de historische werkelijkheid. Zijn kritiekloos volgen van linkse activistische historici past geheel in de wijze waarop hij thans opereert in kabinet-Rutte IV.
Bauke Geersing, de auteur van deze gastbijdrage, is verbonden aan de genootschap Aurore, waarin in dit artikel sprake van is. Geersing kwam eerder dit jaar aan het woord in een aflevering van Wynia’s Week TV. U kunt zijn gesprek met Syp Wynia HIER terugzien.
Wynia’s Week verzorgt 104 keer per jaar scherpe, broodnodige berichtgeving. Doet u mee? Hartelijk dank!